De kleinste apensoort ter wereld: Pygmee-oeïstiti
Er werd voor een lange tijd gedacht dat er zo’n 240 soorten primaten op de wereld leefden, maar dit aantal blijkt echter veel groter te zijn. Dit aantal is enorm toegenomen doordat er in de laatste decennia vele nieuwe soorten zijn ontdekt en men meer kennis heeft verworven over de verschillende soorten. De primaten “specialistengroep” van het IUCN erkent dat er nu ongeveer 390 soorten primaten en maar liefst 650 taxa (ondersoorten) bestaan. Soorten apen die algemeen bekend zijn, zijn de gorilla, chimpansee, oerang-oetan en de bonobo. Deze behoren tot de grootste soorten primaten. Ook kleinere primaten zijn algemeen bekend zoals de lemuren en doodshoofdaapjes, maar ken jij ook de apensoort pygmee-oeïstiti die zo groot is als je vinger?
Fysieke kenmerken
De
pygmee-oeïstiti heeft vele verschillende namen. In Nederland wordt dit aapje ook wel eens
pygmee-aapje,
dwergzijdeaapje of
klauwaapje genoemd. In het Engels heet het aapje ‘
pygmee marmoset’ en wordt het ook ‘
finger monkey’ genoemd. Tenslotte heb je dan nog de Latijnse naam voor het aapje:
Cebuella pygmaea. De pygmee-oeïstiti is de allerkleinste apensoort ter wereld. Een volwassen aapje van deze soort wordt namelijk niet groter dan 10 centimeter! Een vrouwtje weegt gemiddeld 125 gram en een mannetje is iets lichter, namelijk gemiddeld 110 gram. De kleine aapjes kunnen een leeftijd bereiken van 10 tot 12 jaar. De primaatsoort heeft een donzige vacht (bruin, grijs, zwart, wit) en een dunne staart die even lang als het lichaam kan worden. Deze staart zorgt ervoor dat de aapjes een goede balans behouden wanneer zij over de takken rennen. De pygmee-oeïstiti heeft scherpe klauwtjes aan hun vingers en tenen waarmee zij zich goed kunnen vasthouden wanneer zij in de bomen klimmen.
Leefomgeving
De primatensoort komt van oorsprong uit het tropisch regenwoud in het westen van Brazilië, in het zuidoosten van Columbia, in Bolivia en in het oosten van Ecuador en Peru (Zuid-Amerika). Ze leven vaak in de buurt van water in de bomen vanaf grondniveau tot wel twintig meter hoog. De aapjes zijn zeer fel wanneer het op het verdedigen van hun territorium aan komt. Dit territorium kan heel klein zijn, bestaande uit één of twee bomen. Doordat hun territorium meestal zeer klein is, zijn indringers en gevaren zoals roofvogels, slangen en katachtigen snel herkend. Ze zijn in het wild geen zeer bedreigde diersoort, maar hun potentiële leefomgeving wordt wel steeds kleiner: er wordt steeds meer tropisch regenwoud gekapt.
Voedsel
De pygmee-oeïstiti eet gom (hars) van lianen en bomen. Dit halen ze uit de boom door met hun scherpe tanden een gaatje in de bast te maken en het er vervolgens uit te likken. Daarnaast eten ze insecten, zoals kevertjes en mieren, die ze met hun scherpe klauwtjes uit de boomschors halen. Tevens eten zij spinnen, nectar en vruchten zoals bessen. Af en toe eten ze ook wel eens een kleine hagedis.
Gedrag
Leven in familiegroepjes ook wel ‘troepen’ genoemd van twee tot negen dieren. De groep wordt altijd gedomineerd door één paar. De rest van de groep draagt bij aan het verzorgen van de jongen in de groep. Hierdoor hebben de pasgeboren aapjes een grotere overlevingskans. Wanneer een mannetje en een vrouwtje elkaar gevonden hebben, blijven ze bij elkaar totdat één van hen overlijdt.
De draagtijd van een vrouwtje is 142 dagen. Ze krijgen ieder half jaar meestal twee jongen. Het komt soms voor dat ze er slechts één krijgen of soms zelfs drie per keer. De jongen worden meestal geboren in een holle boom. In tegenstelling tot de meeste diersoorten verzorgt de vader vooral voor de jongen. Deze gaan bij vader op de rug. ’s Avonds gaan de jongen naar de moeder van wie ze voeding krijgen. Wanneer de jongen ongeveer twee weken oud zijn, gaan zij mee op de rug van hun oudere broers en zussen, zodat deze ook leren hoe zij met jongen om moeten gaan. Wanneer de jongen twee jaar oud worden, verlaten ze de groep om een eigen gezin te stichten.
Communicatie
De pygmee-oeïstiti gebruikt verschillende vormen van communicatie voor verschillende doeleinden, bijvoorbeeld om elkaar te waarschuwen voor gevaar. Ze communiceren chemisch (met geur), vocaal(geluiden) en fysiek (gedrag) onderling. Door chemische communicatie (afscheiding van de klieren) laten vrouwtjes aan de mannetjes weten wanneer zij geslachtsrijp zijn. Vocaal communiceren doen ze onder andere door te babbelen met elkaar. Dit zorgt voor groepscohesie en is tevens een deel van de ontwikkeling. Er blijken veel overeenkomsten te zijn tussen de ontwikkeling van vocalisatie bij deze apensoort en die van de mens. Vocalisatie zorgt er ook voor dat ze activiteiten kunnen coördineren met elkaar zonder elkaar te zien. Dit is zeer handig wanneer er gevaar dreigt.
Wist je dat..
- verschillende groepen verschillende dialecten spreken om binnen de groep te communiceren?
- pygmee-oeïstities populaire huisdieren zijn in sommige landen?
- wanneer ze als huisdier worden gehouden, ze waarschijnlijk minder lang leven omdat ze depressief worden zonder hun familie?
- deze aapjes hun hoofden 180 graden kunnen draaien?
Lees verder