Buideldieren: een makkelijke bevalling
Buideldieren komen er in allerlei soorten en maten voor. De meeste leven in Austalië, maar ook in Amerika leven buideldieren. Buideldieren kenmerken zich van andere zoogdieren door de bijzondere bevalling en ontwikkeling van het embryo. Een uitgestorven buideldier is de buidelwolf. Van alle buideldieren is de kangoeroe het meest bekend onder de mensen. Helaas word ook deze met uitsterven bedreigd. Wanneer een buideldier bevalt, is dit niet echt een grote moeite:
345 soorten
Er zijn momenteel 345 soorten buideldieren. Twee derde daarvan leeft in Australië en het aangrenzende deel van Azië. In Midden- en Zuid Amerika leven de overige soorten, en in Noord Amerika nog twee soorten hiervan. Waarom de meeste in Australië leven, komt omdat er daar zeer weinig roofdieren zijn. Ook is er weinig concurrentie van andere zoogdieren. Helaas voeren Europeanen steeds meer dieren in in Australië waardoor de concurrentie voor de buideldieren te groot word en ze met uitsterven worden bedreigd. In Australië en Tasmanië zijn er natuurreservaten waar de buideldieren onder bescherming kunnen leven. Zo word het uitsterven hopelijk zoveel mogelijk beperkt.
Buideldieren
Een buideldier kenmerkt zich doordat het vrouwtje in principe twee baarmoeders heeft: eentje waaruit het embryo word geboren en eentje waarin het embryo zich ontwikkelt. De meest bekende buideldier is de kangoeroe. Deze komen voor in Australië en in nieuw0guinea. De Wallabie is ook een soort kangoeroe. Het lief uitziende koalabeertje is ook een buideldier, al zouden de meeste mensen dit niet denken. Een koalajong word na vijf weken geboren en brengt de resterende zes maanden door in de buidel van de moeder. Ook onder roofdieren komen buideldieren voor. De buidelmarter is hier een voorbeeld van. Deze leven ook in Australië. De tasmaanse duivel Taz zoals we die kennen van de Looney Tunes, is in het echt ook een buideldier. De tasmaanse tijger oftewel de buidelwolf is helaas uitgestorven in de jaren dertig van de vorige eeuw. De laatste buidelwolf stierf in een dierentuin ten gevolge van verwaarlozing. Hierdoor is nooit bekend geworden hoe de buidelwolf zich voortplantte, maar deze moet niet veel verschilt hebben van andere buideldieren. Verder zijner nog buidelmollen en buideldassen. Opossummuizen komen voor in Columbia, Peru, Venezuela en Argentinië en Chili, en behoort ook tot de buideldieren. Helaas zijn hier ook veel soorten van uitgestorven. Soms word gedacht dat de mannetjes van het buideldier ook een buidel hebben, maar dit klopt niet. Alleen het vrouwtje heeft deze. Soms is er niet een echte buidel aanwezig maar een soort huidplooi. Bij de kangoeroe zit de opening van de buidel aan de voorkant, bij de koalabeer zit de opening echter aan de achterkant. Dit heeft ermee te maken dat de koala vaak ondersteboven in bomen hangt of met zijn buik over takken schuift. Een opening aan de voorkant zou dan niet erg handig zijn en bovendien het jong kunnen schaden. De Kortstaart opossum word in Nederland vaak in gevangenschap gehouden, en is een klein diertje zo groot als een gerbil of en hamster. De worp bestaat uit gemiddeld 9 tot 15 jongen, waarvan niet ieder jong het zal redden. De kleintjes kruipen na de geboorte direct over de buik van de moeder naar de tepels toe, waar ze zich verder zullen ontwikkelen.
Embryo
De buideldieren onderscheiden zich van de andere zoogdieren, omdat er een embryo wordt geboren. Het jong blijft maar heel kort in de baarmoeder, en wanneer ze geboren worden zijn het echt nog onvolgroeide jongen, embryo's. Dit komt omdat buideldieren geen placenta hebben, het jong kan dus niet gevoed worden via de placenta. Het jong kruipt direct na de geboorte met behulp van zijn voorpoten door de vacht van zijn moeder naar de buidel. Hierbij moet het jong haast maken anders sterft het. Het jong zet zich vast aan een tepel. De tepel komt naar buiten zodat het jong een stevige houvast heeft. Het jong kan zelf nog niet zuigen, de melk wordt vanzelf in de bek gespoten. Afhankelijk van het soort buideldier, blijft het jong weken tot maanden daar hangen, totdat het groot genoeg is om zelfstandig te zijn. Jonge kangoeroes slapen en schuilen vaak nog in de buidel van hun moeder, ook als ze al een tijdje zelfstandig zijn. Wanneer een moederkangoeroe een jong in de buidel draagt, kan ze ook weer een nieuw jong krijgen. De buidel bezit twee tot vier tepels, het nieuw geboren jong kruipt dan naar een tepel die in zijn mond past.
Geen moeilijke bevalling
Omdat de bevalling uit een embryo bestaat, is het geen zware bevalling die een buideldiermoeder moet doorstaan. Een kangoeroe van 35 kilo baart een jong van 1 tot 2 centimeter lang. Het geboortegewicht is ongeveer 1 gram. Dit is dus niks in vergelijking met wat andere zoogdieren moeten doorstaan.