De voedingen en gezondheid van een paard
Voeding en gezondheid van je paard zijn op meer manieren met elkaar verbonden dan je in eerste instantie zou denken. Met goede voeding en optimaal gezondheidsmanagement kun je veel problemen op het vlak van gedrag, eten en ziekte voorkomen.
Voeding en gedrag
Gezond zijn is meer dan de afwezigheid van ziekte. Een fysiek gezond paard betekent niet zonder meer dat een paard zich ook gelukkig voelt. Welzijn is naast de afwezigheid van ziekte ook de mogelijkheid natuurlijk gedrag te vertonen. Als het welzijn van je paard niet optimaal is, ontstaat er vaak een stereotiep gedrag, zoals voernijd, slechte eetlust, hout eten of slechte prestatie. Dit gedrag begint vaak als een paard plotseling vanuit een groep naar een vorm van individuele huisvesting gaat, als de training begint en er krachtvoer wordt gegeven. Dit gebeurt vaak op driejarige leeftijd, wanneer de paarden thuiskomen uit de opfok en worden ingereden. Veel paarden in Nederland vertonen stereotiep gedrag.
Stereotiep gedrag rondom voeding
Stereotiep gedrag, vaak standgehouden genoemd, zijn bijvoorbeeld kribbijten, luchtzuigen, weven, hout eten, rondjes draaien in de stal, flankbijten, tongspelen, traliebijten, voernijd, schrapen, slaan, en dekenbijten. Er zijn aanwijzingen dat stalondeugden deels erfelijk bepaald zijn, maar de omstandigheden waaronder paarden worden gehouden, spelen ook sterk mee. Zo kunnen luchtzuigen en kribbijten worden veroorzaakt door pijn in de maag vanwege verzuring. Te weinig ruwvoer verzuurt de maag, wat tot maagzweren kan leiden. Is het stereotiepe gedrag eenmaal begonnen, dan is het vrijwel onmogelijk dit nog te veranderen. Voorkomen is om die reden heel belangrijk. Paarden kopiëren stereotiep gedrag overigens niet van elkaar. De beste manier om dit gedrag te voorkomen is zorgen voor voldoende ruwvoer, voldoende weidegang of groepshuisvesting.
Voorkomen niet gelukt. Wat doe je nu?
Maatregelen die het natuurlijke gedrag van een paard belemmeren, leiden tot nog meer stress en veroorzaken soms weer andere vormen van afwijkend gedrag. Het gebruik van de kribbenriem, een weefrek of schrikdraad helpt niet. Als een paard tijdelijk niet kan kribbijten, haalt het dier later wel in. Ook beperking van de bewegingsvrijheid of het paard sociaal isoleren is symptoombestrijding en wordt afgeraden! Pak de oorzaken van stalondeugden aan door de leefomstandigheden te verbeteren: meer verblijf buiten de stal, meer vrije beweging, sociale contacten en onbeperkte toegang tot ruwvoer, met eventuele vermindering van krachtvoer.
Te snel eten en voernijd
Te snel eten en voernijd ontstaan doordat krachtvoer meestal op twee duidelijk tijdstippen wordt gegeven en er tussen deze maaltijden onvoldoende ruwvoer is. Het gedrag kan ook ontstaan als je paarden in groepen voert. Ruwvoer geven voorafgaand aan het krachtvoer kan helpen. Het helpt ook om het voer uit het zicht en gehoor van de paarden klaar te maken.
Voorkomen niet gelukt. Wat doe je nu?
Met een beetje gesneden vezels (stro, hooi, gras, luzerne, haksel) en muesli in plaats van brok kun je ervoor zorgen dat paarden langzamer eten. Voer vaak en weinig per keer, en altijd eerst ruwvoer. Verslikken komt zelden voor. Als een paard zich verslikt, is het meestal een slokdarmverstopping. Bel dan meteen de dierenarts. Bij verstikking of slokdarmverstopping komen speeksel en stukjes voer uit de neusgaten. Brokken en kleine stukjes wortelen en appelen zijn niet geschikt voor paarden die zich snel verslikken.
Slecht eten
Paarden kunnen een slechte eetlust hebben, vooral wanneer ze zwaar werk moeten doen of ziek zijn. Dit is heel ernstig. Vaak is slecht eten een teken van chronische stress en mogelijk een burn-out. Soms kunnen paarden er even over doen om aan nieuwe voersoorten te wennen. Maar als er iedere keer een beetje krachtvoer overblijft, voer je misschien te veel.
Voorkomen niet gelukt. Wat doe je nu?
Misschien moet je je werkschema aanpassen of is je paard niet gezond. Een deel van het krachtvoer vervangen door ruwvoer wil wel eens helpen. Muesli met kruiden zijn aantrekkelijk voor paarden. Je kunt ook een beetje suikerbietenpulp, wat appels of wortelen geven. Uiteindelijk kan een lepel stroop, mint of honing de eetlust een handje helpen. Een paard met chronisch slechte eetlust kan last hebben van een tekort aan mineralen of vergiftiging door water op planten. Bel bij twijfel de dierenarts.
Vreemde eetgewoonten
Paarden eten soms de stalbodem, mest of stalwanden op en dippen aan water. Als er onvoldoende ruwvoer beschikbaar is zullen ze dit doen. Een tekort aan mineralen (koper, zink, calcium, natrium) kan soms leiden tot hout eten en likken aan metaal.
Voorkomen niet gelukt. Wat doe je nu?
Ga vreemde eetgewoonten tegen door voldoende ruwvoer en dagelijks een schone laag stro te geven. Zo krijgt je paard de mogelijkheid tot natuurlijk foerageergedrag. Laat het dier minder uren in de stal doorbrengen. Als je paard op een niet-eetbare bodem staat, kun je een aantal hooinetten in de stal ophangen. Controleer of er geen tekort aan vitamines en mineralen. Maak een rantsoenberekening een raadpleeg een deskundige.
Wormen
Aangezien wormen een belangrijke oorzaak zijn van gezondheidsproblemen bij paarden, moet je de dieren iedere twee maanden ontwormen. Er zijn veel verschillende ontwormingsmiddelen, fenbendazol of moxidectine.
Let op: Paardenwormen kunnen immuun worden voor deze stoffen. Wissel daarom iedere zes maanden van basisstof. Check hiertoe de werkzame stop op de verpakking of vraag om advies.
Maagzweren
Te veel maagzuur tast de maagwand van een paard aan en kan pijnlijke zweren veroorzaken. Dit kan komen door lange periodes tussen de maaltijden, een teveel aan zetmeel en suiker in het voer, onvoldoende ruwvoer of door het voeren van zuur voer. Het rantsoen is de meest voor de hand liggende schuldige, maar stress en zenuwen (veel reizen, competitie, extreem hard werken) spelen ook een rol. Paarden met maagzweren zijn rusteloos, kauwen op stalwanden en hebben een verminderende conditie. Ze kunnen ook gaan kribbijten, luchzuigen of rondjes draaien in de stal. Soms vertoont het paard symptomen van koliek.
Niet voorkomen. Wat doe je nu?
Bij maagzweren is een eerste maatregel minder of helemaal geen krachtvoer meer geven. Geef voldoende ruwvoer, zorg dat dit steeds beschikbaar is en zet het paard vaker in de wei.
Hoefbevangenheid
Hoefbevangenheid is een ernstige ontsteking van de hoeflederhuid. Deze ontsteking kan acuut of chronisch zijn. Er zijn allerlei oorzaken, maar vanuit het oogpunt van voeding kan de plotselinge dood van bacteriën in de dikke darm ertoe leiden dat er gifstoffen vrijkomen, die via het bloed de hoef bereiken. Dit komt bijvoorbeeld doordat zetmeel uit krachtvoer of suikers uit vers gras in de dunne darm niet goed verteerd zijn en daardoor in de dikke darm verstoren. Als paarden eenmaal hoefbevangen zijn geweest, hebben ze altijd een grotere kans om opnieuw te krijgen. De juiste voeding is de beste manier om dit te voorkomen. Pony's zijn gevoeliger voor hoefbevangenheid dan paarden. Minimaliseer hun hoeveelheid krachtvoer en laat ze niet dik worden. Gebruik krachtvoer dat zeer goed verteerbaar is. Gebruik een kale weide en geef structuurkijk ruwvoer.
Niet voorkomen. Wat doe je nu?
Herstellen van hoefbevangenheid duurt lang en moet goed worden begeleid. In acute gevallen kun je slobberpap van zemelen geven om de gifstoffen in het paardenlichaam te binden. Voer geen krachtvoer meer en laat het paard niet bij ver gras komen. Geef hem nog wel voldoende energierijk voeding. Doe je dat niet en het paard valt te snel af, dan kunnen er problemen als hyperlipamie optreden. Speciale mineralen- en vitaminesupplementen kunnen helpen bij hoorngroei.
Koliek
Koliek is geen ziekte, maar een verzamelnaam van buikpijn. Op diverse plaatsen in het maag-darmkanaal van een paard kunnen verstoppingen, ophopingen van gas of liggingsveranderingen optreden, met koliek als gevolg. Andere oorzaken zijn ontsteking van darm of een worminfectie. Om koliek te voorkomen zijn feitelijk alle voedingsregels van belang.
Niet voorkomen. Wat doe je nu?
Vertoont het paard lichte tekenen van koliek, zonder zweten, rollen en koorts, stap dan zo'n 15 minuten rond met je paard en laat hem daarna rusten. Laat het dier liggen als het dat wil. Haal voer en water uit de stal, maar bied je paard wel af en toe wat water aan. Check het dier op uitdroging door aan een huidplooi in de hals te trekken. Controleer de temperatuur en de ademhaling. Leg je oor op de flanken. Als je helemaal niets hoort borrelen en het paard vertoont tekenen van koliek, bel dan de dierenarts. Observeer het paard totdat de tekenen van koliek verminderen zijn en het dier gemest heeft. Geef daarna wat gras of een zemelenpapje met warm water en een beetje olie.
Osteochondrose
Tijdens het normale groeiproces vindt bij paarden omvorming van kraakbeen naar bot plaats. Op sommige plaatsen blijft de verbening achter. Hierdoor ontstaan plaatselijke verdikkingen in de kraakbeenkap. Bijna alle veulens van vijf maanden oud vertonen wel ergens een onregelmatigheid die je als osteochondrose (OC) zou kunnen zien. Gelukkig repareert het jonge paardenlichaam zelf veel van die onregelmatigheden. De meeste zijn verdwenen voordat de veulens een jaar oud zijn.
Dit proces van zelf genezing werkt alleen op jonge leeftijd. Het omslagpunt ligt rond een jaar.
Niet voorkomen. Wat doe je nu?
Een veulen dat jonger is dan een jaar, heeft kans op genezing van osteochondrose. Probeer het groeiproces te vertragen: verwijder het krachtvoer en laat het veulen niet het voer van de merrie opeten. Laat het jonge dier niet in een rijke wei, maar gebruik juist een kale. Gebruik tegelijkertijd een speciaal supplement met extra lysine en mineralen die nodig zijn voor een gezonde bot groei. Wees er zeker van dat het veulen dit dagelijks krijgt. Zorg verder dagelijks voor vrije beweging en contact met leeftijdgenoten.
Spierbevangenheid
Algemene linische verschijnselen van spierbevangenheid zijn: stijve spieren enkele uren na de training, niet willen bewegen en kreupelheid. Tot nu toe zijn twee hoofdoorzaken bekend van spierbevangenheid: een erfelijke gevoeligheid, die vaak gekoppeld is aan opwinding, en te veel krachtvoer na het werk. In het verleden werd spierbevangenheid vanwege de tweede oorzaak ook wel ´maandagziekte´ genoemd. Paarden die door de week hard werkten, hadden er vaak op maandag last van. Dit kwam doordat ze op zondag rust kregen, die dag niet uit stal kwamen, en wel dezelfde hoeveelheid voer kregen. Om spierbevangenheid te voorkomen moet je het voer aan de training aanpassen. Minder werk betekent minder krachtvoer. Laat een fit paard bovendien niet de hele dag zonder beweging in de stal staan. Alle paarden die zwaar werk doen, zijn gevoelig voor spierbevangenheid. Doe altijd een warming up voor het werk en stap na afloop altijd uit.
Niet voorkomen. Wat doe je nu?
Geef een paard met spierbevangenheid een rantsoen met meer vet, veel vezels en weinig zetmeel voor de nodige energie. Supplementen met vitamine E en selenium zijn soms succesvol. Het voermanagement voor paarden met regelmatige sprierbevangenheid moet gericht zijn op het verminderen van stress en opwinding in combinatie met regelmatige beweging.
© 2012 - 2024 Twooal, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Hoefbevangenheid bij paardenHoefbevangenheid is een aandoening die men regelmatig vaststelt bij paarden. We bespreken de oorzaken, symptomen en beha…
Alles over koliekKoliek is buikpijn bij het paard die verschillende oorzaken kan hebben. Gelukkig kan je de signalen van koliek herkenen…
Koliek bij het paardKoliek is jammer genoeg een ziekte die regelmatig voorkomt bij paarden. Bij koliek hebben paarden flinke pijn in de buik…
Hoefbevangenheid paardHoefbevangenheid is een steeds groter wordend probleem in Nederland. Deze voedergerelateerde ziekte hangt vaak samen met…
Wat is Stichting AAP?Stichting AAP zet zich in voor uitheemse dieren. Het dierenbestand wat door deze stichting wordt opgevangen bestaat voor…