Schildklierwerking verminderen met Felimazole bij katten
Felimazole zijn pilletjes die gebruikt worden om de schildklierwerking bij katten te verminderen. In dit artikel kom je te weten welke de bestandelen en nevenwerkingen van Felimazole zijn. We gaan eveneens dieper in op onze ervaringen en de resultaten die we met Felimazole hebben behaald.
Bestanddelen van Felimazole?
Felimazole wordt ingenomen om de productie van het schildklierhormoon T4 bij katten af te remmen. Dit hormoonpreparaat bevat 2,5 mg
methimazole evenals de hulpstoffen
titaandioxide (E171) +
erythrosine (E127).
Contra-indicaties (zoals vermeld op de bijsluiter)
Felimazole kan je beter niet gebruiken bij katten die aan één of meerdere van de volgende verschijnselen lijden:
- Systeemziektes zoals een primaire leveraandoening of diabetes mellitus
- Auto-immuunziektes
- Stoornissen van de witte bloedcellen (neutropenie of lymfopenie)
- Stoornissen van de plaatjes en coagulapathie (in het bijzonder trombocytopenie)
- Overgevoeligheid voor thiamazole of de hulpstof polyethyleenglycol
- Drachtige katten
- Zogende katten
Nevenwerkingen van Felimazole
Felimazole staat bekend voor zijn nadelige reacties op lange termijn. Voor sommige dierenartsen zijn deze nevenwerkingen geen reden tot stoppen van de behandeling. Andere dierenartsen zijn er dan weer overtuigd dat het gebruik van Felimazole moet vermeden worden en dat er moet worden gezocht naar natuurlijke behandelingen voor een
verhoogde schildklierwerking bij katten. De volgende nevenwerkingen kunnen zich voordoen:
- Slechte eetlust en anorexie
- Braken
- Jeuk en huiduitslag
- Overmatig slapen
- Geelzucht
- Stollingsstoornissen
- Bloedende diathese en icterus in verband met hepatopatie.
- Afwijkend bloedbeeld (eosinofilie, lymphocythosis, neutropenie, lymfopenie, lichte leukopenie, agranulocytosis, thrombocytopenia of hemolytische anemie)
- Verhoogd risico op neoplasie in de schildklier
- Anemie
Hoe Felimazole te gebruiken?
Felimazole is enkel op voorschrift te krijgen. Het is dan ook de dierenarts die bepaalt in welke dosis het hormoonpreparaat gegeven moet worden. Om dat te bepalen moet je kat eerst aan een bloedonderzoek worden onderworpen waarbij de T4 waarden opgemeten worden.
Let wel: In de bijsluiter staat aangegeven dat Felimazolepilletjes
niet gedeeld, gebroken of verbrijzeld mogen worden.
Nadat je kat de Felimazole één maand lang genomen heeft, moet er opnieuw een bloedonderzoek plaatsvinden om te bepalen of de behandeling efficiënt is dan wel vermeerderd of verminderd moet worden.
Vervolgens moet het bloedonderzoek in principe om de zes maanden herhaald worden. Je kat kan immers opnieuw de symptomen van een te hoge schildklierwerking beginnen te vertonen. We zeggen wel in principe, want de meeste dierenartsen verdoven de katten een beetje alvorens een bloedonderzoek af te nemen en dit is niet alleen schadelijk voor de nieren, maar ook voor het hart, twee afwijkingen waaraan katten met een te hoge schildklierwerking extra gevoelig zijn. Een bloedonderzoek dat op deze manier gebeurt, kan dus dodelijke gevolgen hebben voor je kat. Je moet de risico's dus goed afwegen. Als je attent bent op het gedrag van je kat, kan je echter vrij gemakkelijk inschatten wanneer hij opnieuw de symptomen van een verhoogde schildklierwerking begint te vertonen (meer drinken, snellere hartslag, overgeven, lichte diarree, zenuwachtig gedrag, vermageren).
Ervaringen en resultaten met Felimazole
Wij probeerden Felimazole één jaar lang uit op een kat van 13 jaar die aan een te hoge schildklierwerking lijdt (waarden van 196 ten opzichte van normale waarden van 45). Hoewel de kat met een verhoogde schildklierwerking te maken had, vertoonde hij ten tijde van het eerste bloedonderzoek nog geen symptomen van een te hoge schildklierwerking. De dokter schrijft 2,5 gram Felimazole per dag voor, wat neerkomt op één half Felimazole pilletje 's morgens en één half Felimazole pilletje 's avonds (te mengen onder het eten).
Na één maand zijn de waarden van de schildklier opnieuw genormaliseerd. De missie lijkt dus geslaagd. Zes maanden later begint de kat echter plots alle symptomen van een te hoge schildklierwerking te vertonen, met name overgeven, vermageren, lichte diarree, veel drinken, snelle hartslag en zenuwachtig gedrag. Zelfs zonder bloedproef is duidelijk dat de schildklierwerking opnieuw te hoog is. Voor een medicament dat zoveel nevenwerkingen heeft, is de werking dus best teleurstellend.