Kleine mantelmeeuw, Larus fuscus
De kleine mantelmeeuw, Larus fuscus, is een veel voorkomende meeuwensoort in Nederland. Er zijn drie ondersoorten te onderscheiden, de Larus fuscus graellsii, de Larus fuscus foscus en de Larus fuscus intermedius. Deze soorten zijn te onderscheiden aan de verschillende kleuren van hun mantel. Iedere ondersoort komt op een ander gebied voor. Kleine mantelmeeuwen zijn alleseters. Ze voeden zich met planten, dieren en afval. Deze vogels broeden in kolonies.
Taxonomische indeling
- Rijk: Animalia (Dieren)
- Stam: Chordata (Chordadieren)
- Klasse: Aves (Vogels)
- Orde: Charadriiformes(steltloperachtigen)
- Familie: Laridae (meeuwen)
- Geslacht: Larus
- Soort: Larus fuscus
Kenmerken
De kleine mantelmeeuw wordt gemiddeld 53 centimeter van snavel tot staartpunt. Zijn spanwijdte ligt tussen de 128 en 148 centimeter, zijn gewicht tussen de 650 gram en één kilo. Hiermee is hij slechts iets groter dan de kokmeeuw. Zijn snavel is opvallend donkerrood, net als zijn poten. Deze laatste worden in de winter meer geelachtig dan rood. De kleine mantelmeeuw heeft drie duidelijk te onderscheiden ondersoorten de eerste, de Larus fuscus graellsii staat ook wel bekend onder de naam Engelse kleine mantelmeeuw. Deze ondersoort heeft een leigrijze mantel en vleugels. De tweede soort, de Larus fuscus foscus heeft een gitzwarte mantel. De derde en laatste soort, Larus fuscus intermedius heeft een roestbruine mantel.
Voortplanting
De kleine mantelmeeuw broedt tussen april en juni. Ze broeden in kolonies. Ze hebben één legsel per jaar, met één tot drie eieren.
Voedsel
De kleine mantelmeeuw eet zeer veel verschillende dingen. Hij eet zowel planten als dieren. Verder doet hij zich regelmatig tegoed aan afval.
Verspreiding
De verschillende ondersoorten komen in verschillende gebieden voor. Larus fuscus graellsii, ofwel de Engelse kleine mantelmeeuw, komt voor in Nederland, België, Groot-Brittannië en Ijsland. De Larus fuscus foscus, komt voor in Scandinavië. De laatste soort, Larus fuscus intermedius, is te zien in Denemarken, Nederland en Noorwegen.
Habitat
Kleine mantelmeeuwen komen voor in bossen en buitengebieden, maar ook in cultuurlandschappen, zoals parken en tuinen. Ook in graslanden en weiden is hij te vinden. Hij broedt bovenop zeekliffen, moerassen of grazige eilanden. Hij is vaak in het binnenland te zien, veel vaker dan bijvoorbeeld de zilvermeeuw.
Bedreigd?
Op Europese schaal is de kleine mantelmeeuw niet beschermd. In Nederland is het een Natura 2000 broedvogel. Het aantal kleine mantelmeeuwen in Nederland neemt toe.