Blauwe kiekendief, Circus cyaneus
De blauwe kiekendief, Circus cyaneus, is een slanke roofvogel met een spanwijdte van maximaal 120 centimeter. Hij heeft een lange, brede staart en vleugels. De populatie blauwe kiekendieven in Nederland kan in twee delen opgesplitst worden. De vogels die hier broeden blijven hier het hele jaar, de anderen trekken in de zomer naar noordelijker gebieden om daar te broeden. Het zijn een territoriale vogels in de broedtijd. In de winter kunnen zij echter met grote aantallen op een plek verblijven.
Taxonomische indeling
- Rijk: Animalia (Dieren)
- Stam: Chordata (Chordadieren)
- Klasse: Aves (Vogels)
- Orde: Falconiformes (Roofvogels)
- Familie: Accipitridae
- Geslacht: Circus
- Soort: Circus cyaneus
Kenmerken
Het mannetje van de blauwe kiekendief wordt 43 centimeter lang. Op deze lengte heeft hij een spanwijdte van een meter. Een volgroeit vrouwtje is 52 centimeter lang, met een spanwijdte van een meter twintig. Het zijn bijzonder slanke vogels, de staart en vleugels zijn lang en breed. Mannetjes zijn blauwgrijs gekleurd en hebben een donkergrijze rand achter de vleugels en zwarte vleugelpunten. Vrouwtjes zijn van boven donkerbruin en geelbruin met donkere strepen van onderen. Ze hebben een witte stuitvlek.
Voortplanting
De blauwe kiekendief begint in Nederland met broeden in ofwel eind mei ofwel begin april. Voordat de eieren gelegd worden veroverd het mannetje een territorium. Hier maakt hij acrobatische vluchten om zo een vrouwtje te lokken. De baltsvluchten van het mannetje houden onder ander in het vrijwel recht omlaag vallen vanaf dertig meter hoogte, vervolgens weer vrijwel recht omhoog vliegen en zich weer laten vallen. Het nest, ook wel horst genoemd, wordt op de grond gemaakt, meestal verscholen tussen struiken. Het vrouwtje doet het meeste aan de nestbouw. De eieren zijn dofwit, soms met roodbruine vlekken. Het zijn er vier tot zes per nest en ze zijn 52 millimeter op hun langst met 31 gram. Het broeden duurt gemiddeld 31 dagen. Na nog eens 38 dagen vliegen de jongen uit.
Een jagende blauwe kiekendief /
Bron: Jmalik, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Voedsel
De blauwe kiekendief eet bij voorkeur kleine zoogdieren, voornamelijk muizen. ’s Zomers eten zij ook jonge vogels. Verder eten zij volwassen zangvogels en andere kleine dieren.
De blauwe kiekendief jaagt vanaf vlak boven de vegetatie. Zo af en toe laat hij zich in de vegetatie neervallen. Hij komt dan weer tevoorschijn met een prooi tussen zijn klauwen.
Verspreiding
De blauwe kiekendief komt voor in West- en Midden Europa. Hij komt ook voor in Noord en Oost Europa, door Rusland tot aan de Grote Oceaan. Ook in Noord-Afrika en Noord-Azië is hij te vinden, afhankelijk van het seizoen. De aantallen blauwe kiekendief komt in Nederland niet veel voor. In de winter komen er vanuit het noorden een aantal bij, die in het voorjaar weer naar het noorden vliegen.
Habitat
De blauwe kiekendief komt voor in heidevelden, open moerassen, op vlakten en in duingebieden. ’s Winters zijn ze ook boven akkers en weilanden te vinden. De dieren die hier komen om te overwinteren, kiezen een gemeenschappelijke slaapplaats. Hierop zijn vele blauwe kiekendieven te vinden.
Bedreigd?
Internationaal is de blauwe kiekendief geen bedreigde soort, maar in Nederland neemt het aantal sterk af sinds 1993. Daarom staat hij aangegeven als gevoelig op de Nederlands rode lijst.