Spel met jonge duiven, wedvluchten


Onervaren
Een wezenlijk verschil met oude duiven is dat jonge duiven in het geheel geen ervaring hebben met het vliegen van wedstrijdvluchten en alles wat daarbij komt kijken. De duiven hebben nog geen ervaring met het naar het lokaal brengen waar de duiven worden overgeven in andere handen. In het lokaal worden ze voor het eerst in een grote reismand gezet waar vaak ook vreemde duiven inzitten. De reis in de container met de vrachtwagen en een nacht in de mand doorbrengen zijn ook nieuwe ervaringen.En ook is daar de lossing in een grote groep van duiven. In die grote groep van duiven wordt naar huis gevlogen. Maar al die duiven moeten naar hun eigen hok en de duiven zullen zich uit die groep moeten losmaken om thuis te komen. Natuurlijk, duiven zijn intelligent, ze leren snel en een beetje stress de eerste keren is helemaal geen probleem. Bovendien is de stress die ze bij deze eerste ervaringen opdoen zeker niet van het niveau dan bij een ontmoeting met een roofvogel, een ervaring die de duif toch regelmatig meemaakt. Maar die onervarenheid wil wel zeggen dat een specialist op het gebied van het jonge duivenspel hier altijd rekening mee zal houden. De jonge duif moet gewoon zo snel mogelijk veel ervaringen opdoen die hem voorbereiden op de wedvluchten. Dit varieert van in manden zetten en even laten zitten, in manden zetten met drinkwater in goten en ook een nacht te laten zitten, leren drinken in de mand, ook als de jonge duiven nog niet trekken ze toch in de mand zetten en wegbrengen binnen de straal van ongeveer een kilometer die ze normaal ook met hun rondjes trekken. Kortom, veel ervaring laten opdoen legt mede de basis voor succes met jonge duiven.

Opleren
Als de jonge duiven gaan wegtrekken moet er echt begonnen worden met opleren. Er moet enige opbouw zitten in de afstanden. De eerste keer is een afstand van drie tot vier kilometer wel mooi, als de duiven dan binnen enkele minuten over het hok vliegen en je ziet ze dan een tijd niet meer dan kunnen ze de volgende keer best naar acht tot tien kilometer. Komen ze binnen korte tijd weer over het hok om vervolgens weer uit zicht te verdwijnen dan zit het wel goed en kunnen ze de volgende keer een grotere stap maken en wel naar vijftien tot twintig kilometer.Als ze op die afstand snel terugkomen is het geen probleem naar veertig kilometer te gaan. Bij deze systematiek van opleren is het van belang goed te observeren of de duiven snel en in een groep thuiskomen. Doen ze dat niet dan moet men de duiven de volgende keer weer op dezelfde afstand worden gelost. Op grotere afstanden van bijvoorbeeld zestig kilometer, is het normaal dat niet alle duiven in een groep arriveren, zit daar bijvoorbeeld niet meer dan tien minuten tussen dan kan men best de volgende keer naar 80 kilometer. Naast een dergelijk opleerprogramma is het een goede zaak dat de duiven overal in de buurt worden meegenomen. Gaat men naar de supermarkt een of twee dorpen of wijken verderop, neem dan een mandje jonge duiven mee om daar los te laten. Hoe meer ervaring de jonge duiven opdoen, des te beter zijn ze voorbereid op de echte vluchten. Vluchten verlopen soms ook onder minder goede omstandigheden door de aanwezigheid van oostenwind die voor vooral jonge duiven moeilijk is of regenbuien waar men omheen moet, zichten die minder zijn en noem maar op. Daarom is het van belang dat jonge duiven met deze omstandigheden ook in hun leerperiode kennismaken. Zo moet men als het regent de jonge duiven voor hun dagelijkse trainingsvlucht om het hok gewoon loslaten en ook een korte trainingsvlucht bij oostenwind is prima. Ook bij windkracht 4 tot 5 op de schaal van Beaufort de duiven niet binnenhouden, maar gewoon hun dagelijkse training geven. Ook onweer, een bekende factor die het oriëntatievermogen kan verstoren, moet worden gebruikt om de duiven ervaring op te doen. Kort na een onweersbui kan men de jonge duiven als het weer is opgeklaard best voor een korte opleervlucht wegbrengen. Kortom grijp alles aan om jonge duiven in de eerste levensmaanden zoveel mogelijk ervaringen op te laten doen die ze later als wedvluchtduif ook tegen kunnen komen. Jonge duiven met veel ervaring in de aanloop naar de eerste wedvluchten liggen duidelijk voor op de minder ervaren jonge duiven die op de wedvluchten hun ‘concurrent’ zijn.
Gezondheid
De belangrijkste basis voor succesvolle wedvluchten is de gezondheid van de duiven. Niet het verstrekken van allerlei zogenaamde preventieve medicatie is hier van belang, maar juist een weg waarbij de jonge duiven zelf de kans krijgen voldoende resistentie op te bouwen om zelfstandig allerlei ziekten te kunnen weerstaan. Als de duiven uit het ei komen krijgen ze via de eidooier antistoffen tegen ziekten mee. Deze antistoffen verdwijnen en dan moet de duif zelf antistoffen tegen ziekten opbouwen. Dat vraagt vaak dat ze dus ook de ziekte hebben moeten overwinnen. Laat ze maar een paar daagjes dik zitten zonder verdere onrustbarende verschijnselen, geeft niets en is zelfs goed.En ook een beetje ‘t Geel is helemaal geen probleem, dat gaat vanzelf weer weg. Zorg er wel voor dat de jonge duiven geënt zijn tegen het paramyxovirus en tegen pokken. Verder kan men het beste niets doen aan de duiven behoudens wanneer ze echt ziek worden. Dan even naar de dierenarts en bij voorkeur naar een duivenarts. Vaak kunnen jonge duiven wat last hebben van ornithose-achtige verschijnselen. Men kan dan het beste een kuurtje geven tegen een infectie van de luchtwegen. Dit verstrekt men als de duiven vuile neusdoppen hebben, natte ogen en andere verschijnselen die op luchtweginfecties lijken. Als de duiven zover zijn dat ze langere opleervluchten of op wedvluchten vliegen moeten ze kerngezond zijn. Daarnaast is het van belang dat de duiven een gevarieerde voeding krijgen met altijd de beschikking over vers grit. Een gevarieerde vliegmengeling waar ongeveer 5% snoepvoer aan wordt toegevoegd is een prima basis. Wekelijks verstrekt men mineralen door het voer. Het voer kan men het beste bevochtigen met zonnebloem- of pindaolie en daarna de aangebrachte mineralen goed door het voer mengen. Tevens kan men wekelijks de duiven een conditiepreparaat verstrekken en dit eveneens door het met olie bevochtigde voer mengen. Op deze wijze voeren is een prima basis voor een goede gezondheid.