De ooievaar in Nederland
De ooievaar: het symbool van de geboorte. Ooit verdwenen uit Nederland, maar ze is terug van weggeweest! Wat deed Vogelbescherming Nederland hieraan en wat kun jij doen voor de ooievaar?
De ooievaar in Nederland
De ooievaar (Ciconia ciconia) komt voor van Europa tot Zuid-Afrika. Nederland ligt aan de noordwestelijke kant van het verspreidingsgebied. Volgens de eerste telling in Nederland in 1910 waren er ongeveer 500 bewoonde ooievaarsnesten. Toen werd er al gesproken van een afname. Begin jaren '60 broedden er nog enkele tientallen paren in Nederland. In de jaren '70 waren het minder dan 10 broedparen en in 1991 was er voor het eerst geen enkel 'wild' broedpaar in ons land. Na het herintroductie programma waren er in 2007 in Nederland weer ruim 600 paren. Inmiddels is dat alweer opgelopen tot maar liefst 900 broedvogels!
Waarom is de ooievaar uit Nederland vertrokken?
De afname komt voornamelijk door de wijzigingen in de landbouw. Bijvoorbeeld door drainage van wetlands. Dit begint in de negentiende eeuw. Beetje bij beetje verdwenen ze uit west Europa. De laatste zijn gezien in:
- België in 1895
- Zweden in 1955
- Zwitserland in 1950
- Nederland in 1991
In 1969 is in Nederland begonnen met een herintroductie programma voor de ooievaar. In dat jaar heeft Vogelbescherming Nederland ooievaarsdorp 'Het Liesveld' gestart. Daar werden ooievaars gevangen gehouden. Als deze broedparen succes hadden werden ze uitgezet in één van de twaalf buitenstations. De jongen van deze broedparen kregen de volledige vrijheid. Het doel hiervan was om er voor te zorgen dat er een vaste populatie ooievaars in ons land zou zich zou 'thuis voelen'. Bijna alle jongen trekken in de nazomer naar het zuiden. Het ooievaarsproject is (gelukkig) een succes!
Kenmerken
Deze grote vogel is onmiskenbaar. Een ooievaar kan wel 110 cm groot worden en wegen 2,3 tot 4,4 kg. Ze heeft grote zwart-witte vleugels met een vleugelspanwijdte van maar liefst 195 tot 215 cm! De rest van het lijf is ook wit. Behalve de snavel en lange poten: die zijn rood. Beide geslachten zien er hetzelfde uit.
Ooievaars zijn trekvogels en ook groepsvogels. Ze kunnen lange afstanden afleggen. Je kunt ze herkennen aan het klepperen van de snavel. Ooievaars zijn hele sociale dieren (met weinig vogels heeft de mens zo'n sterke band als met de ooievaar), maar ze hebben ook tijd voor zichzelf nodig. Denk bijvoorbeeld aan de jongen.
Broeden en voedsel
Een ooievaar is vanaf zijn/haar derde levensjaar geslachtsrijp. Als ze gaan paren, gaan ze met hun snavels klepperen. Ooievaars zijn nesttrouw. Daardoor blijven deze paren lang bij elkaar. Ooievaars leggen gemiddeld 3 tot 5 eieren. Deze worden 33 dagen bebroed. Als het eerste of tweede ei er is, beginnen ze al met broeden. Hierdoor komen de jongen uit met tussen periodes van 1 of 2 dagen.
Ze eten voornamelijk: wormen, kikkers, insecten, muizen en mollen, maar ook soms kleine vogels.
Wat kun jij betekenen voor de ooievaar?
Heb je de mogelijkheid, maak dan een speciaal nest voor ze. Wanneer je dit wilt doen, moet je rekening houden met het volgende:
- Komen er ooievaars in jouw buurt voor en/of hebben ze hier wel eens gebroed? En is daar voldoende voedsel voor de ooievaar?
- Is het mogelijk een nest te bouwen op een hooggelegen plek?
- Denk aan je buren! Vinden zij dit wel goed? Beter overleg je eerst met ze. Een bewoond ooievaarsnest geeft eigenlijk altijd overlast. Denk hierbij aan het klepperen van de snavel en de uitwerpselen. De uitwerpselen blijven beperkt tot ongeveer 1.50 meter rond het nest.
- Mag je het nest wel maken? In sommige gemeentes heb je een vergunning of minstens meldingsplicht nodig. Soms heb je zelfs een vergunning van Rijkswaterstaat nodig, als je het nest in de buurt van een rivier is. Ook als dit op eigen terrein is.
- Ga je het nest maken? Doe dit bij voorkeur in de winter, want in februari keren de ooievaars al terug!
Zelf een ooievaarsnest maken
Heb je besloten het nest te gaan bouwen, dan kun je het nest maken op een hoge paal, hoog gebouw of soms zelfs in een boom (als deze daarvoor geschikt is!). Zo maak je een nest voor de ooievaar:
- Zorg voor een geschikte (hoge) plek en denk aan de vrije aanvliegruimte. Zorg dat er niet te veel obstakels zijn. Houd een maximale hoogte aan van 8 meter. Zorg er ook voor dat er geen mensen in de buurt van het nest kunnen komen.
- Begin allereerst met een nestplatform. Deze moet ongeveer 130 cm doorsnede hebben. Deze mag niet helemaal dicht zijn, i.v.m. de afwatering van regenwater.
- Voorkom rotten door de kop af te dekken met een plaatje lood.
- Plaats rondom de omtrek van het nest opstaande pennen. Deze zijn nodig om er wilgen doorheen te vlechten, waardoor het nestmateriaal niet kan wegwaaien.
- Op het platform leg je een dunne bodemlaag van takken of gemaaide heide. De rest moet de ooievaar zelf opbouwen. Dit is goed voor paarbinding.
- Controleer het nest in de winter het nest om de 'koek' uit de nestkom te verwijderen. Als je dit niet doet kan door de braakballen het nest vervilten, waardoor regenwater erin blijft staan.
- Wil je het nest op een schoorsteen plaatsen? Schakel dan een deskundige in om het nest te bevestigen.
Lees verder