De bijzondere levenswijze van de ooievaar
De meeste ooievaars zijn trekvogels. De witte ooievaar die in Nederland voorkomt is hier een voorbeeld van. Het is een diersoort die in het verleden ernstig bedreigd was. De vogels hebben namelijk een strikte voorkeur voor een bepaalde leefgebied. Het liefst broeden zij bijvoorbeeld in een omgeving die niet te dichtbegroeid is. Hiernaast moet er voldoende voedsel in de omgeving te vinden zijn. Omdat hij kleine dieren gemakkelijk kan opslokken heeft hij een zeer divers dieet. Waar migreren de vogels naar toe wanneer de winter aanbreekt? Waarom staan ze meestal op één poot wanneer ze stilstaan?
De ooievaar
Het leefgebied van de ooievaar
De Latijnse benaming voor de (witte) ooievaar is de "Ciconia ciconia". De ooievaar komt grotendeels in Europa, Azië en Afrika voor. Een kleine populatie bevindt zich in het midden-oosten. De dieren overbruggen enorme afstanden gedurende hun leven. Hierbij maakt hij handig gebruik van de warme windstromen. Hij heeft de voorkeur voor open uitgestrekte gebieden. Hiernaast nestelen ze zich graag in een omgeving waar er voedsel in overvloed is. Hierdoor zijn er in natuur- en landelijke gebieden een verhoogde hoeveelheid van deze dieren te vinden. Hij komt echter minder voor op plekken waar het dichtbegroeid is. Hij heeft de voorkeur voor een omgeving waar er voldoende rivieren en sloten te vinden zijn en waar het gras niet te lang is. Dit zorgt ervoor dat het jagen voor hem wat gemakkelijker is. Wanneer hij in het water staat zorgt hij ervoor dat één poot ingetrokken is. Dit doet hij om zijn eigen lichaamstemperatuur warm te houden.
Bron: Blickpixel, Pixabay Ooievaars in Nederland
In de jaren zestig was de ooievaar in Nederland haast uitgestorven. De vogel stond voor tientallen jaren op de lijst van bedreigde diersoorten. Dankzij een initiatief in 1969 om de soort te redden is de ooievaar hier nog steeds in het wild te bezichtigen. Exemplaren die voorkwamen in dierentuinen werden namelijk effectief in het wild losgelaten. In 2004 heeft men vanwege deze herintroductie de vogel kunnen schrappen van de Nederlandse Rode Lijst met bedreigde vogelsoorten. Deze lijst is vastgesteld door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De lijst bevat slechts Nederlandse broedvogels. Dit betekent dat vogels die slechts tijdelijk in de winter of zomer in Nederland te vinden zijn hier niet vermeld staan. Omdat ooievaars in Nederland broeden hebben ze op deze lijst kunnen staan.
Migratie
De witte ooievaar is een ooievaar die migreert. Wanneer het broedseizoen is afgelopen migreren de vogels grotendeels naar Afrika. Hier overwinteren de vogels zodat ze de kou kunnen vermijden. Ooievaars die zich in Azië bevinden zijn geneigd om te migreren naar de landen die zich ten zuiden van hun broedplaats bevinden. Deze soorten vliegen normaal gesproken niet richting Afrika.
Het dieet van de ooievaar
De ooievaar is een carnivoor. Dit betekent dat hij slechts vlees eet. Ondanks dat hij alleen vlees eet, heeft deze vogel een uitgebreid dieet. Hij eet namelijk onder andere:
- Amfibieën
- Insecten
- Reptielen
- Slakken
- Vis
- (Kleine) vogels
- (Kleine) zoogdieren
Het meeste voedsel vindt hij in het gras of in ondiep water. Dankzij zijn lange poten heeft hij de mogelijkheid om in het water te staan. In totaal heeft de ooievaar een lengte van ongeveer een meter. De vogel kan zich goed stilhouden en plotseling zijn snavel gebruiken om een prooidier te vangen. Vervolgens slokt hij zijn prooi in één keer op. Meestal gaat hij op zoek naar moerasachtige gebieden. In moerasachtige gebieden zijn namelijk een hoop amfibieën en insecten te vinden.
Het nageslacht
Een ooievaarspaar blijft het gehele broedseizoen bij elkaar. Het volgende broedseizoen kunnen de ooievaars echter op zoek gaan naar een andere partner. Het vrouwtje legt per broedseizoen zo'n vier eieren. Het duurt ruim een maand voordat de eieren uit beginnen te komen. Het mannetje en vrouwtje nemen beide de broedtaak op zich. Wanneer de ooievaar terugvliegt naar zijn nest maakt hij een langzame cirkelvormige daling om vervolgens in zijn nest terecht te komen. Tijdens zo'n vlucht maakt hij gebruik van de warme en koude luchtstromen om voorzichtig te kunnen landen in het ooievaarsnest.
De nest van de ooievaar
De ooievaar bouwt zijn nest in bomen of op hoge gebouwen. De nesten die de vogels maken worden soms een aantal jaren achter elkaar gebruikt. Dit is mogelijk omdat het stevige en grote nesten zijn die niet eenvoudig kapot gaan. Er bestaan in Nederland kunstmatige ooievaarsnesten die ervoor moeten zorgen dat de populatie in stand blijft. Deze nesten zijn hoog geplaatst waardoor de ooievaars in alle rust en veiligheid kunnen broeden. Het nageslacht verlaat na zo'n twee maanden het nest. De jongen krijgen nog één of maximaal enkele weken voedsel van hun ouders. Hierna moeten de jonge vogels geheel voor hunzelf te zorgen.