De versiertrucs van zangvogels in de natuur
Na de winter maken de zangvogels zich op voor hun voortplanting. Dat betekent dat er veel wordt gezongen, maar ook dat er heel veel bijzondere versierstrucs uit de kast worden gehaald. Tevens verdedigen de zangvogels hun territorium met veel verve.
Een goed nest
Zangvogels zijn kieskeurig als het gaat om het opbrengen van hun jongen. Zo moet de omgeving zich lenen voor het maken van een goed nest. Verder moet er
- Genoeg voedsel zijn
- Het moet er veilig zijn
Zingen of wegjagen
De vogels hebben vanzelfsprekend vooral hun stem ter beschikking om te zorgen voor een veilige omgeving. Is dat niet genoeg, dan worden indringers gewoon verjaagd. Bij de merel doet het mannetje dat. Bij het winterkoninkje gaat het er nog heftiger aan toe: daar gaan vrouwtje en mannetje samen in de aanval. Maar ook paren van dezelfde soort kan de winterkoning niet waarderen. Komt zo’n paar het territorium binnen van het andere paar dan breekt er een soort zangoorlog uit. Het paar dat verliest wordt het territorium uitgeschreeuwd.
Vrouwtje nafluiten
Vogels lijken op mannen. Althans sommige soorten. Een ringmussenman bijvoorbeeld fluit een rondzwervend vrouwtje na. Daarmee geeft hij aan dat hij beschikbaar is en alleen. Het winterkoninkje doet het heel anders: die doet een echogezang met een eventuele partner. Daarbij zingt de ene en antwoordt de andere. Overigens is dat dan ook direct een manier om te kijken of de twee bij elkaar passen. Want voor zo’n duet is het nodig dat de beide op elkaar zijn afgestemd.
De vink versiert met een ballade
Het mannetje van de vink versiert met een ballade. Het geluid dat de vink voortbrengt is heel precies opgebouwd. Dit gezang wordt overigens de vinkenslag genoemd. De vink is altijd bezig om zijn gezang te perfectioneren. Dit heeft tot doel om het vrouwtje te verleiden, want hoe beter zijn gezang hoe groter de kans is dat een vrouwtje hem wil.
De pimpelmees biedt rupsen aan
Naast gezang heeft het mannetje van de pimpelmees nog een ander ijzer in het vuur: hij biedt een heerlijke sappige rups aan.
Verenkleed
Om te komen tot een verbintenis tussen vogels is ook het uiterlijk van belang. De roodborstvrouw kijkt bijvoorbeeld naar de borst van haar potentiële partner. Want hoe groter de rode vlek, hoe ouder het mannetje is. In dit geval is dat een pre, want een oudere pimpelmees heeft bewezen dat hij goed is in overleven. Bij de pimpelmees is de blauwe kruin de manier om aan de vrouw te komen. Hoe feller de kleur, hoe gezonder het dier is en hoe meer kans op nageslacht.
Baltsen
De huismussenman doet het weer anders. Zijn baltsdans is van groot belang. Hij hupt als het ware omhoog richting zijn potentiële partner en tjilpt daarbij dat het een lieve lust is. Is het vrouwtje niet onder de indruk van hem dan dreigt ze, schreeuwt ze en pikt ze naar hem. Voor andere mannetjes het teken om het dan maar met het vrouwtje te proberen, want ze wil hem overduidelijk niet. Dat kan er in resulteren dat er wel 10 mannetjes om een vrouwtje heen dansen, die haar allemaal willen.
Een nest maken
Is er eenmaal een paar gevormd, dan is het tijd om een nest te bouwen. Vogels hebben zo hun eigen technieken; jonge vogels zonder ervaring verliezen nog wel eens wat materiaal dat nodig is voor het nest. Ervaren bouwers nemen direct alles ineens mee. Het nest van de winterkoning is subliem. Overigens bouwt hij er meer van mos, bladeren en grassen. Maar zij nest heeft ook een zijingang en op het nest staat ook nog eens een koepel. Zijn vrouwtje mag uit die verschillende nesten kiezen en daar wordt dan ook gebroed. De leegstaande nesten staan er overigens ook niet voor niets: de winterkoningman probeert daar ook nog vrouwtjes in te krijgen.
Voortplantingsorganen passen zich aan
Met de voortplantingsorganen van de vogels is het heel anders gesteld dan bij menen. Terwijl de dieren hun nest bouwen verandert er van alles in hun lijf. Dit wordt veroorzaakt door de zon. Doordat die feller is en door de vogelschedel heen dringt, activeren de hersenen de groei van de geslachtsorganen die in de winter zijn verschrompeld. De testikels van het mannetje worden wel driehonderd keer zo groot. De eierstok van het vrouwtje wordt wel vijftienhonderd keer groter dan in de winter.
Paren
De vogels paren na de nestbouw veel en vaak. En het liefst op plaatsen waar iedereen het kan zien. De dakgoot of midden op straat zijn dan ook aangewezen plekken. Tijdens deze paring komen de zaadcellen via de cloaca in het onderste deel van de eileider van het vrouwtje terecht. De zaadcellen gaan direct af op een vruchtbare eicel of ze worden opgeslagen als er nog geen eicel beschikbaar is. Na de bevruchting ontwikkelt het vogelembryo zich. Een ei wordt pas gelegd als het ongeboren jong voldoende beschermd is door de eischaal en er voldoende eten in het ei ligt opgeslagen (dooierproviand). Zodra het ei is gelegd, gaat het zaad dat is opgeslagen op zoek naar een volgende eicel om dat te bevruchten. Pas als alle eieren in het nest liggen, start het uitbroeden. Ongeveer twee weken daarna breken de jongen uit. Bij de pimpelmees is het overigens een zware bevalling. Het vrouwtje van de Pimpelmees legt haar gewicht in eieren.
Voeden van de jongen
Het voeden van de jongen gebeurt meestal door beide ouders. Bij de pimpelmees gaat dat weer wat anders dan bij de andere soorten. Hoe minder blauw haar voorhoofd is, hoe onaantrekkelijker ze is voor het mannetje. Toch resulteert dat erin dat hij dan juist meer rupsen zoekt voor zijn nageslacht. Het pimpelmeesvrouwtje is daarnaast ook nog eens totaal niet trouw. Ze gaat regelmatig met andere mannetjes, maar als haar man dat ontdekt wil hij niet dat haar eieren in hun nest wordt gelegd.
Na het uitkomen
Na twee weken vliegen de jongen meestal uit. De ouders verzorgen hen dan nog wel twee tot drie weken, totdat ze zelfstandig zijn.