De vuurneon, een scholenvisje
De Latijnse naam van de vuurneon is Hemigrammus erythrozonus en hij behoort tot de familie van de karperzalmen (Characidae). Het is een visje wat in bijna alle aquaria voorkomt en opvalt door zijn neonachtige oplichtende streep op de flanken.
Vuurneon
- Herkomst: Guyana en Paraguay
- Leeftijd: 5 jaar
- Lengte: 4 centimeter
- Geslachtsherkenning: vrouwtjes zijn gevulder en de man heeft witte punten aan de vinnen
Huisvesting:
De vuurneon kan al gehouden worden in een aquarium van 60 centimeter (54-63 liter). De vuurneon heeft een oplichtende oranje streep op zijn flanken, die het best uitkomt als het water niet te licht is. Dit kan bereikt worden door een donkere bodembedekking en veel planten. De vuurneon houdt zich overwegend inde middelste waterlaag op.
Sociaal
De vuurneon is een vreedzaam visje. Hij is sociaal naar soortgenoten en naar andere aquariumbewoners. Het is een scholenvis, dus hij moet in een groep van minimaal vijf exemplaren gehouden worden. Beter is echter minimaal twaalf stuks. Dan voelt dit visje zich veel prettiger, wat we weer terug zullen zien in de kleur. Het is geen druk visje, hoewel hij wel graag en veel zwemt.
Watersamenstelling
De vuurneon stelt niet veel eisen aan het water, maar een watertemperatuur tussen 24 en 28 graden, bij een pH waarde van 5,5 en 7,5 en hardheid <10 is ideaal. Regelmatig verversen stellen ze wel erg op prijs.
Voedsel
Dit visje eet alles. Zowel droogvoer, als plantaardig en levend voer worden zonder probleem opgenomen. Wel heeft hij een voorkeur voor rode muggenlarven.
Kweken
De vuurneon plant zich voort in de school, of apart als paartje. Men kan dus een paartje of de hele school in een kweekbak plaatsen. Het water in de kweekbak moet zacht zijn (1-4), met veel drijfgroen, planten en Javamos en het water moet over turf gefilterd worden. De temperatuur moet langzaam naar 29 graden gebracht worden. Het vrouwtje zal dan ongeveer 300-400 eieren leggen, waar ze zo'n anderhalf uur over doet. Na het leggen moeten de ouderdieren verwijderd worden, omdat ze anders de eieren op zullen eten. Na 24 uur komen de eieren uit. Wanneer men het water vaak ververst en de jongen goed voert (met artemia) zullen ze zeer snel groeien. Na zeven tot acht maanden hebben ze dan al hun lengte van vier centimeter bereikt.