De clownbotia, een mooie en grote vis
De Latijnse naam van de clownbotia is Botia macracantha en hij behoort tot de familie van de modderkruipers (Cobitidae).
- Herkomst: Indonesië, Sumatra en Borneo
- Lengte: 15-30 centimeter
- Leeftijd: 22 jaar
- Geslachtsherkenning: bij jonge dieren niet te zien, bij oudere dieren zijn de vrouwtjes iets slanker dan de mannen
Huisvesting
De clownbotia groeit heel langzaam, maar omdat hij zo min mogelijk verplaatst moet worden en uiteindelijk wel erg groot wordt, heeft hij een groter aquarium nodig, van minimaal 150 centimeter (375 liter). Lengte is bij deze vis belangrijker dan hoogte, hij heeft echt ruimte nodig. Hij houdt van behoorlijk wat stroming in het water en heeft genoeg verstopplekken nodig, anders zal hij schuw worden. Hij bevindt zich het meest in de onderste waterlaag en dan vooral op de bodem.
Sociaal
De clownbotia moet niet alleen gehouden worden, want dan zal hij zich in negatieve zin richten op de andere aquariumbewoners. Met zijn tweeën is ook geen goed idee, dan zullen ze gaan vechten. Deze vis is het best in een groep van minimaal vijf stuks te houden, dan zullen ze zich prima gedragen en zijn een lust voor het om bezig te zien. Wel moet men oppassen met te kwetsbare, rustige vissen, aangezien de clownbotia echt een druktemaker is. Hij is dan ook overdag en 's avonds actief.
Watersamenstelling
De clownbotia is een zeer gevoelige vis. Hij lijkt geen schubben te hebben, maar dit is uiteraard niet waar. Ze zijn echter wel heel klein en erg kwetsbaar. Hun huis raakt snel beschadigd (bijv. bij het overvangen naar een ander aquarium), dus daar moet men goed mee oppassen. Een goede watersamenstelling is ook erg belangrijk om deze vis gezond te houden. Het water moet geregeld ververst worden en een temperatuur tussen 25 en 29 graden hebben. Een pH waarde tussen 5 en 7,5 en een hardheid kleiner dan 15 is prima.
Voedsel
Wat betreft voedsel is deze vis makkelijk. Hij eet droog en levend voer en ook algen neemt hij voor zijn rekening.
Kweken
Over de kweek van deze vis is tot dusverre weinig bekend. In gevangenschap lukt het kweken nagenoeg niet, uitgezonderd enkele toevalsnesten.