Wat voor aquariumvissen kennen we?

Er bestaan enorm veel soorten vissen en allemaal leven ze op hun eigen manier. Het is dan ook belangrijk vissen bij elkaar te zoeken, die in een aquarium samen kunnen leven. In dit artikel worden de verschillende soorten vissen besproken.

Scholenvissen

Scholenvissen zijn vissen, die in de natuur in grote groepen leven, soms met wel duizenden bij elkaar. Het gaat dan om kleine visjes, die zich alleen niet goed zouden kunnen verdedigen tegen vijanden. Samen, in een groep, lijkt het of er een grote vis zwemt, ze blijven dan ook instinctief bij elkaar. Hoe groter de school is, des te veiliger de vis zich zal voelen en hoe meer kleur hij zal laten zien. Omdat zo’n grote school een erg mooi gezicht is, is de scholenvis erg populair in het aquarium.

Solitaire vissen

Er zijn vissen, die vanwege hun onverdraagzaamheid ten opzichte van hun soortgenoten het beste alleen kunnen leven, de solitair levende vissen. In de vrije natuur hebben ze genoeg ruimte om bij elkaar uit de buurt te blijven en tijdens de paartijd zullen ze elkaar weer opzoeken. In een aquarium hebben ze die mogelijkheid echter niet en er kunnen dan zulke hevig gevechten ontstaan, dat er uiteindelijk een vis zal overlijden. Deze vissen laten overigens andere vissoorten meestal wel met rust, ze passen dan ook wel goed in een gezelschapsaquarium.

Vissen die in paren leven

Vissen, die veel paarsgewijs leven, zijn de cichliden. De jongen van deze vissen blijven bij elkaar zwemmen als een schooltje, die aangevuld wordt door andere jonge dieren en naarmate ze ouder worden, zullen ze paartjes gaan vormen. Zo'n paartje zal zich dan af gaan zonderen, een nest maken en eieren leggen. Als de jongen zijn uitgekomen, zullen ze die verzorgen tot de kleintjes oud genoeg zijn om voor zichzelf te zorgen.

Territoriumvissen

Tot deze vissen behoren vooral de cichliden en de paartjes vormende vissen. Ze nemen een bepaalde plek in het aquarium in beslag, waar geen ander vissen meer mogen komen, en dat al helemaal niet wanneer ze jongen hebben. Vissen van een andere soort willen ze nog wel eens in de omgeving dulden, maar van hun eigen soort zijn ze niet gediend. Als zulke vissen dus in een aquarium worden gehouden, moeten er voldoende schuilmogelijkheden zijn. Wanneer het aquarium groot genoeg is, kunnen er meerdere territoriumvissen in één bak gehouden worden.

Oppervlaktevissen

Oppervlaktevissen bevinden zich het grootste deel van de tijd aan het wateroppervlak of in de bovenste waterlagen. Deze vissen zijn makkelijk te herkennen doordat de opening van de bek aan de bovenkant van het lichaam zit. Dit dient om makkelijk voer op te kunnen nemen. Ook hebben deze dieren vaak maar een kleine rugvin, zodat die niet boven het wateroppervlak uitsteekt, wat prooidieren kan waarschuwen. De oppervlaktevis leeft in de vrije natuur van kleine insecten en hun larven. Zowel scholenvissen als solitair levende vissen kunnen oppervlaktevissen zijn.

Vissen in de middelste waterlaag

Veel scholenvissen (neontetra's, kardinaaltetra's, ruitvlekzalmen) behoren tot de bewoners van de middelste waterlagen. Deze vissen nemen hun voedsel slechts op in de middelste laag, je zult ze zelden of nooit op de bodem vinden, aan de oppervlakte willen ze nog wel eens komen. Deze groep vissen zwemt heel snel en zijn erg levendig.

Op de bodem

Deze groep vissen heeft een lichaamsbouw die heel anders is dat de oppervlaktevis. De bek zit bij deze vissen aan de onderkant van het lichaam, zodat ze makkelijk van de bodem kunnen eten. Ze hebben een behoorlijke rugvin en vaak een plat lichaam. Het moge duidelijk zijn dat ze zich meestal op de bodem bevinden.
De bodembewoners eten alles op wat op de bodem valt. Wat de overige vissen laten liggen wordt door hen gevonden en opgegeten, ze onderhouden wat dat betreft het aquarium prima. Ze zijn vaak rustig, vooral overdag, in de schemering kunnen ze actiever worden. Ze leven solitair of in scholen.

Vissen die overal leven

Vissen die tot deze groep behoren zijn de eierlevendbarende tandkarpers, waaronder de guppy, de zwaarddrager, veel barbeelsoorten en ander karperachtigen. Ze halen hun voedsel overal vandaan en zijn heel drukke diertjes. Ze leven in een kleine groep of in een school. Doordat ze zo onrustig zijn, zijn ze vaak niet zulk goed gezelschap voor rustige vissen.