Vissoorten: De snoekbaars
Een roofvis die in veel van de Europese wateren voorkomt. Een roofvis met weinig natuurlijke vijanden welke iets weg heeft van zowel de baars als de snoek. De snoekbaars beschikt over de stekels en donkere strepen van de baars, maar de lichaamsbouw van een snoek. Een vissoort welke door zowel de beroepsvissers als de sportvissers bevist wordt op de Nederlandse wateren.
- Wetenschappelijke naam: Sander lucioperca
- Nederlandse naam: Snoekbaars
- Familie: Percidae (echte baarzen)
De snoekbaars
Snoekbaarzen zijn roofvissen die in veel wateren van Europa voorkomen. De snoekbaars behoort tot de familie echte baarzen. Er zijn weinig concurrenten of natuurlijke vijanden te vinden in Nederlandse wateren. Alleen jonge snoekbaarzen kennen voornamelijk een aantal natuurlijke vijanden. Zo kunnen ze gegeten worden door soortgenoten als baars, snoek, roofblei, maar ook de aalscholver. Door de teruglopende vangsten van vooral aal gaan steeds meer beroepsvissers op snoekbaars vissen. De vissoort is dan ook een culinair geprezen vissoort waarvan de kiloprijs relatief hoog is. Ook door sportvissers wordt er veel op de Nederlandse wateren op snoekbaars gevist.
Kenmerken
Het lichaam van de snoekbaars voelt ruw aan net als het schubbenkleed van een baars. Ook heeft de snoekbaars twee rugvinnen waarvan de voorste stekels bevat. Het enige verschil hiertussen met de baars is dat de snoekbaars geen zwarte vlek in de rugvin met stekels heeft, de baars heeft dit wel. De lichaamsbouw daarentegen lijkt op dat van een snoek, een slank langgerekt lijf. De kop is afgeplat, lang en spits. De bek van de snoekbaars loopt door tot achter de ogen. De bek beschikt over een groot aantal kleine zeer scherpe tanden. In het midden van deze zeer scherpe kleinere tanden zijn een aantal grotere vangtanden aanwezig welke ervoor dienen om de prooi vast te kunnen grijpen. Opvallend aan de snoekbaars zijn de oplichtende ogen. De ogen zorgen ervoor dat de snoekbaars veel licht kan opvangen in donker water, en hierdoor de snoekbaars zonder problemen in relatief donkere wateren kan overleven. De buikzijde van de snoekbaars is zilverkleurig van kleur. De rug is donkerder en nijgt meer naar grijs/bruin. Vanaf de rugzijde tot de flank bevinden zich een aantal donkere verticale strepen of vlekken welke verspreid zijn over de gehele lengte van de snoekbaars.
Overige kenmerken
- Maximale lengte: 130 cm
- Maximale leeftijd:16 jaar
Voedsel
De snoekbaars is een roofvis en heeft voorkeur voor vooral kleinere vis, maar kan tevens ook dood aas eten. Volwassen snoekbaarzen kunnen prooivissen eten welke tot ongeveer 45% van zijn eigen lengte bedragen. Voornamelijk gaat het hierbij om voorn en brasem.
Jonge snoekbaarzen
Tot een lengte van 2 cm eet de snoekbaars voornamelijk zoöplankton. Tot een lengte van ongeveer 8 cm eet de snoekbaars ongewervelde dieren. Hierna schakelt de snoekbaars over op prooivissen. De groei van snoekbaarzen welke overschakelen op prooivissen is aanzienlijk sneller dan van snoekbaarzen welke nog ongewervelde dieren blijven eten bij een lengte van 8 cm. Vanaf 10 cm schakelt de snoekbaars volledig over op alleen nog vis als voedsel.
Verspreiding en leefgebied
De snoekbaars komt voor een veel verschillende watertypen. Voornamelijk is de snoekbaars te vinden in troebel water, maar kan tevens ook in heldere en diepere wateren zoals afgravingen voorkomen. Ze kunnen overleven in wateren met een diepte van minder dan één meter tot meer dan 25 meter diepte.
De snoekbaars is vaak terug te vinden nabij de bodem, in de buurt van obstakels zoals steile hellingen of richels welke op de bodem aanwezig zijn. De vissoort heeft een voorkeur voor een harde bodem. Ook kan de snoekbaars zich bevinden in ondiepere gedeeltes van het water waar veel waterplanten aanwezig zijn, reden hiervoor is dat hier vaak kleine prooivis aanwezig is welke een belangrijke voedselbron vormen. Snoekbaarzen komen voor in Oost-, Midden-, West- en Noord-Europa.
Voortplanting
Snoekbaarzen paaien in paren vanaf april tot en met mei. Vanaf maart is de snoekbaars echter al onderweg om een geschikte paaiplaats te vinden in de ondiepere gedeeltes van de wateren waar deze voorkomt. De meeste paaien vinden plaats wanneer de watertemperatuur tussen de 12 en 18 graden is.
De paaiplaatsen zijn meestal ondiepere oeverzones welke een diepte hebben van minder dan één meter diepte. De mannelijke snoekbaarzen bewaken het nest agressief totdat de eitjes uitkomen. Snoekbaars is geslachtsrijp bij een lengte van ongeveer 35 tot 45 cm.