Verzorging van de haakneusslang
De haakneusslang is de enige lichtgiftige slang die gehouden mag worden in België. Dit wil niet zeggen dat deze niet gevaarlijk is. In volgend artikel kom je meer te weten over de haakneusslang.
Waarom de haakneusslang
De haakneusslang is een ideale overstap naar gifslangen. Ten eerste is hij 'slechts' licht giftig. Men kan een dosis gif vergelijken met een flinke wespensteek. Dit betekent niet dat het niet gevaarlijk is, ook door wespensteken vallen slachtoffers. Ten tweede moet hij zijn gif inkauwen. Een cobra heeft genoeg aan een snelle beet en het gif is geïnjecteerd in je spierweefsel. Dit komt omdat het gifkanaal in de tand zelf loopt. Bij een haakneusslang loopt het gif in groeven langs de buitenkant van de tand. Hierdoor moet hij enige tijd op zijn prooi kauwen alvorens er genoeg gif in zijn prooi is gebracht. Indien men een beet van een haakneusslang krijgt zal er amper gif aanwezig zijn. De kleine hoeveelheid gif die wel aanwezig is kan makkelijk worden weggespoeld met water.
De voeding
In de natuur eet een haakneusslang vooral kikkers en kleine hagedissen. Deze hebben geen klauwen en tanden en zijn hierdoor geschikte prooien waar de haakneusslang veilig zijn gif in kan kauwen. Het aanbieden van deze prooien in gevangenschap is niet makkelijk. Een groot deel van de amfibieën zijn beschermde diersoorten en dus verboden om te voeren. Muizen is een alternatieve prooi maar deze accepteren ze vaak moeilijk. Geef in ieder geval dode muizen, het is niet prettig voor de muis om een minutenlange levensstrijd te vechten tegen het gif. Alsook de slang kan verwond raken door beten en krabben tijdens het inkauwen. Om een haakneusslang goed te laten wennen aan muizen is het handig als je een dode muis langs een kikker wrijft zodanig dat zijn geur op de muis terecht komt. De slang zal de muis sneller accepteren als voedsel en hij went eraan om later muizen te eten die enkel naar muis rieken.
Het terrarium
De haakneusslang komt voor in droge zanderige gebieden. Richt het terrarium daarom ook zo in. Voorzie een zandbodem, enkele schuilplaatsen waar hij onder kan, en maak het geheel niet te vochtig om schimmel te voorkomen. Een hotspot tussen de 30 en de 35 graden en een koele kant tot minimum 25 graden zijn wenselijk. Mocht je haakneusslang problemen krijgen met vervelling is het mogelijk om een doosje met vochtig substraat neer te zetten vlak voor de vervelperiode.
De kleur
Slangen zijn dieren om naar te kijken, niet om vast te pakken. Daarom hebben kwekers zich bezig gehouden met het kweken van verschillende kleuren.
- Wildkleur: De in het wild voorkomende variant is meestal lichtbruin- of groenachtig. Met donkerdere ovale en ronde vlekken op zijn rug en flanken.
- Albino: Bij een albino is de huid wit en zijn de vlekken geel. Ook bij slangen heeft de albino variant rode ogen.
- Anaconda: Bij deze variant is de kleur nog wel dezelfde maar alle vlekken zijn rond, waardoor deze haakneusslangen dus veel van een anaconda weg hebben.
- High orange: Het groen/bruin is hier vervangen door een oranje tot soms zelfs een sterk rode kleur.
Over de haakneusslang
- Latijnse naam: Heterodon nasicus
- Engelse naam: Hognose snake
- Lengte: Maximum 1 meter voor de vrouwtjes, mannetjes meestal rond de 60cm
- Gewicht: Voor volwassen vrouwen tot 250 gram
- Natuurlijke leefomgeving: De zuidelijke staten van Noord-Amerika, Mexico
- Vochtigheid: 20-40%
- Leeftijd: 15 jaar is al meermaals voorgekomen