De luipaardgekko
Luipaardgekko's zijn populaire dieren. De Luipaardgekko is in toenemende mate populair als huisdier. Niet alleen in Europa trouwens, maar ook in Amerika waar hij inmiddels populairder is dan de hamster. In Nederland wordt de luipaardgekko van alle gekkosoorten het meest gekweekt. Daarom heb ik gekozen een artikel te schrijven over de Luipaardgekko.
- Latijnse naam: Eublepharis macularius
- Leefgebieden: o.a. Pakistan, Irak, Ethiopie, West-Afrika, Zuid-Oost China, Taiwan, Midden-Amerika en een stukje VS.
- Leefklimaat: Droge berggebieden, steppen en woestijnen. Een droog klimaat met droge zomers en soms in de winter een regenbui. Temperatuur vaak het gehele jaar onder de 18 graden.
- Gemiddelde leeftijd: ca. 20 jaar.
- Aantal soorten: o.a. Eublepharis macularius macularius; Euplepharis macularius montanus; Eublepharis macularius afghanius; Eublepharis angramainyu; Eublepharis turcmenicus.
De Eublepharis macularius
Gekko's ontlenen hun naam aan het Maleise woord 'Gekok' ; zok brengen namelijk een klank voort die sterk aan 'Gekko' doet denken. Er bestaan meet dan 700 soorten gekko's, iedere met zijn eigen kenmerken voor wat betreft grootte, kleur, dieet en woonomgeving. Het zijn reptielen met een ruggenggraat. De luipaardgekko stamt uit de grote familie van de Gekkonidae, en behoort daarbinnen tot de onderfamilie Eublepharinae. De geslachtsnaam Eublepharis duidt op zijn beweegbare oogleden.
Luipaardgekko's zijn o.a afkomstig uit halfdroge gebieden in Iran, Irak, Afghanistan, Pakistan en India. Het zijn geen echte woestijndieren. Zij leven vaak verscholen tegen al te grote hitte. Vandaag de dag worden luipaardgekko's in vele landen gekweekt en verhandeld. Dat mag ook, want ze zijn volgens de wetgeving in Europa vrij handelbaar.
Karakter en leefgewoonten
Een luipaard gekiko is een karaktervol diertje dat erg tam kan worden. Het is een gemakkelijk en zachtaardig dier. Hij zal, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Tokeh, niet gauw bijten en kan soms zelfs erg tam worden. Het is een diertje met een eigen karakter. Soms een beetje schuw, soms wat brutaler. Het komt wel voor dat een luipaardgekko uit de hand eet, of zelfs op de schouder komt zitten. Het zijn wel zeer kwetsbare diertjes. Luipaardgekko's zijn lichamelijk teer, raken snel gewond en lijden snel aan stress. Daarom is het beter ze zo weinig mogelijk op te pakken. Luipaardgekko's zijn schone dieren die graag graven. Mits ze goed verzorgd worden kunnen zij gemiddeld 15-20 jaar oud worden.
Luipaardgekko's zijn nachtdieren die overdag voornamelijk slapen. Zoals zoveel andere gekkosoorten, zijn luipaardgekko's groepsdieren. De ideale combinatie is 1 mannetje op 3 tot 4 vrouwtjesdieren, bij voorkeur niet onderling verwant. Zet volwassen mannetjes liever niet bij elkaar; zij vechten met elkaar. Het komt ook wel eens voor dat vrouwtjesdieren met elkaar vechten, maar dit is eerder een uitzondering dan regel. Het is niet verstandig om verschillende gekkorassen bij elkaar te plaatsen, zeker niet als ze elkaar in de natuur ook niet tegen komen.
Uiterlijk
Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes. De pootjes hebben teentjes die klauteren vergemakkelijker. Luipaardgekko's kunnen onderling sterk van kleur verschillen. Een luipaardgekko kan ca. 25 cm lang worden en weegt tussen de 60 en 100 gram. Hij heeft verticale pupillen en onderscheidt zich van andere gekkosoorten doordat hij geen hechtlamellen heeft, maar pootjes met tenen. Mannetjes en vrouwtjes zijn, als zijn ca. een half jaar oud zijn, van elkaar te onderscheiden door de brede en platte kop van de mannetjes en het tengerder postuur van de vrouwtjes. In het algemeen zjn de mannetjes, zoals bij veel diersoorten, groter dan de vrouwtjes.
De staart van de luipaardgekko is iets korter dan de kop en romp samen. Hij is groot en dik omdat hij als opslagplaats voor vocht en vet wordt gebruikt. Het uiterlijk van de luipaardgekko kenmerkt zich door de bultjes op de rug en een gladde buik. De huid voelt teer en kwetsbaar aan, bijna als fluweel. Doorgaans is de kleur van een volwassen luipaardgekko geel tot geelbruin. Er zijn diverse kleurvarieteiten; van wildkleur tot geel, lavendel en carrot (oranje). Er zijn zelfs albino gekko's (zonder vlekken).
Voeding
De luipaardgekko gedijt het beste op een goede, afwisselende voeding met voldoende kalk, vitamines en vers water. Hij eet voornamelijk insecten. De luipaardgekko is hoofdzakelijk een insecteneter die weinig om plantaardig voedsel geeft. Zo nu en dan schijnt hij een bakje met wat fijngestampt fruit wel op prijs te stellen.
Volwassen luipaardgekko's gedijen het beste als zij om de dag, maar minstens 3 keer per week te eten krijgen. Hun dieet kan bestaan uit levende krekels, wasmotten, sprinkhanen en nestmuisjes. Jonge gekko's moeten het liefst elke dag gevoerd worden. Dieren met een dunne staart moeten bij voorkeur worden bijgevoerd voordat zij in winterrust gaan.
Verwijder altijd na ongeveer een half uur de niet opgegeten voedseldieren. Jonge dieren, en soms ook oudere, kunnen ernstige stress oplopen als de nog levende krekels in hun terrarium blijven. Gekko's kunnen door de krekels aangevreten worden.
Huisvesting
De huisvesting kan varieren van simpel tot luxe, als hij maar schoon, droog en niet al te ruim is en voldoende vochtige schuilplaatsen bevat. Luipaardgekko's kunnen heel verschillend gehuisvest worden, afhankelijk van het doel waarvoor ze gehouden worden. Als huisdier worden gekko's vaak in fraai ingerichte terraria gehouden, waar de eigenaar zij creativiteit en vaan ook zijn handvaardigheid op loslaat. De inrichting van een terrarium kan luxe en duur zijn, maar noodzakelijk is het niet.
De luipaardgekko moet schoon, droog en niet al te ruim gehuisvest worden, goede voeding en vers water ontvangen en kunnen beschikken over vochtige schuilplaatsen. Voor het houden van een luipaardgekko als huisdier is een terrarium van 80x40x50 cm ideaal. Je kunt hierin 4 luipaardgekko's onderbrengen. Liever niet meer! Houdt de temperatuur s'nachts op ca. 20 graden en overdag gemiddeld op 35 graden. Gebruik hiervoor een gewone reflectorlamp of een spotje. UV verlichting is niet nodig. De lamp is alleen nodig voor de warmte. Andere manier om de warmte op peil te houden zijn gloeilampen, warmtedraden of warmtestenen.