De dwergwalvis: de minst bekende walvissoort

De dwergwalvis behoort tot de allerkleinste baleinwalvissen. Tegelijkertijd is de dwergwalvis de minst bekende walvissoort. Weinig mensen hebben het dier ooit in het echt gezien. Het zeezoogdier heeft een grote kop en een lang achterlijf.

Uiterlijk

De dwergwalvis is tussen de 5,5 meter en 6,5 meter hoog en weegt tussen de 2,8 en 3,5 ton. Het mannetje is groter dan het vrouwtje. Kalven zijn tussen de 1,6 en 2,2 meter. De dwergwalvis is te herkennen aan zijn blauwgrijze kleur op de rug en flanken en de grijswitte kleur op de buik. De dwergwalvis kenmerkt zich door een gebogen kaaklijn en het ontbreken van wit op de flipper. Het dier is aanmerkelijk kleiner de zuidkaper, hoewel de soort wel een zelfde mondlijn heeft. De dwergwalvis verandert naar mate hij ouder wordt. De rug kleurt donkerder en de onderkaak zet iets uit. Ook hebben oudere dwergwalvissen vaak veel littekens van koekjessnijders. Dat zijn vissen uit de familie van de valse doornhaaien. Jonge dwergwalvissen zijn smaller gebouwd en lichter gekleurd dan hun oudere soortgenoten.

Verspreiding

De dwergwalvis laat zich bijna niet zien in gebieden waar mensen wonen. Vermoedelijk komt het dier vooral voor in baaien die niet diep zijn en moeilijk bereikbaar zijn voor boten. Deze baleinwalvissoort is dan ook nog niet veel bestudeerd. De dwergwalvis komt voor tussen 30° en 50° zuiderbreedte in water dat een temperatuur heeft van vijf tot twintig graden. De dwergwalvis is op zee gespot vanuit het zuiden van Australië, de Zuid-Atlantische Oceaan, Crozet en de Falklandeilanden. Het gebeurt ook wel eens dwergwalvissen aanspoelen. Dat is in het verleden gebeurd in het zuiden en westen van Australië, Zuid-Afrika en Tierra del Fuego. Er zijn aanwijzingen dat de dwergwalvissen niet voorkomen buiten de zogenaamde Antarctische Convergentie.

Gedrag en voeding

Doordat de dwergwalvis niet vaak is bestudeerd is het niet bekend hoe groot de exacte populatie is. De dwergwalvis is alleen gespot, maar ook in groepen met tientallen soortgenoten. Ook houdt het dier zich op in gezelschap van dolfijnen, grienden en dwergvinvissen. Het zeezoogdier beweegt zich onopvallend door het water. Het dier voedt zich met schaaldieren en rooipootkreeften. Een zwangerschap duurt bij een dwergwalvis ongeveer twaalf maanden.