Veelvoorkomende paddenstoelen in Nederland
In Nederland zijn er allerlei paddenstoelen te vinden. Paddenstoelen gedijen tijdens de herfst uitstekend omdat in deze periode de lucht het vochtigst is. Een aantal soorten komen gedurende het gehele jaar voor. Enkele bekende paddenstoelsoorten die in Nederland voorkomen zijn boleten, russula's, stuifzwammen, tonderzwammen en parasolzwammen. Zij zijn mede dankzij hun vorm, kleur en structuur van elkaar te onderscheiden. Wat zijn de uiterlijke kenmerken van deze verschillende paddenstoelen? In welke periode kun je ze aantreffen en waar groeien zij?
Paddenstoelen
Boleten
Deze paddenstoelen hebben een hoed met meestal een grove structuur. Aan de onderkant van de hoed bevinden zich buisjes (gaatjes) die verantwoordelijk zijn voor de verspreiding van sporen. Hiernaast hebben zij over het algemeen een dikke steel. Boleten zijn vanaf de lente tot aan november in de natuur te vinden. Ze hebben geen lamellen (plaatjes) om hun sporen te verspreiden maar kleine ronde buisjes. Om deze reden worden zij 'buisjespaddenstoelen' genoemd. Enkele veelvoorkomende paddenstoelsoorten die onder de boleten vallen zijn de fluweelboleet en eekhoorntjesbrood.
De fluweelboleet (Xerocomus subtomentosus)
Deze boleet heeft zijn naam verkregen door het feit dat de steel fluweelachtig is. Hij komt bij leefbomen voor (eikenbomen en beukenbomen). Fluweelboleten zijn zowel in bossen als in beplante wegbermen te vinden.
Uiterlijke kenmerken
Deze paddenstoel heeft een roodbruine kleur. De fluweelboleet kan door druk een donkerbruine kleur krijgen. De hoed van deze soort heeft een diameter van 4 à 8 centimeter.
Eekhoorntjesbrood (Boletus edulis)
Deze veelvoorkomende paddenstoel is eetbaar. In Nederland is hij van juli tot en met november in zowel loof- als dennenbossen te vinden.
Uiterlijke kenmerken
Eekhoorntjesbrood heeft een bruine kleur met wat geelachtige en roodachtige tinten. Deze paddenstoel heeft dikwijls een dikke steel en zijn hoed heeft een gladde structuur. Hij kan maximaal 30 centimeter groot worden.
Parasolzwammen
De parasolzwammen hebben hun naam gekregen vanwege de parasolachtige hoed en lange steel die zij hebben. Zij groeien op plekken in het bos waar veel licht op valt. Hierdoor zijn zij het meest aan de bosrand te vinden. Enkele van de meest voorkomende soorten zijn de grote parasolzwam en knolparasolzwam.
De grote parasolzwam (Lepiota procera)
De grote parasolzwam is één van de grootste zwammen die in Nederland voorkomt. Hij komt normaliter in natte grasgebieden voor. Deze paddenstoelensoort wordt regelmatig als ingrediënt gebruikt bij diverse gerechten. De parasolzwam is tijdens de herfst te vinden.
Uiterlijke kenmerken
Deze paddenstoel heeft een wit- en bruinachtige kleur en kan een diameter van maar liefst 30 centimeter bereiken. De hoed is deels bolvormig zodat deze het uiterlijk heeft van een parasol. Net als bij de meeste paddenstoelen zijn de kleinere varianten die net ontstaan zijn meer bolvormig. De steel kan een hoogte van maximaal 40 centimeter bereiken.
De knolparasolzwam (Chlorophyllum rhacodes)
De knolparasolzwam is aan het begin van de herfst in naaldbossen te vinden. Hiernaast komt hij in gemengde bossen voor waar de bodem voedingsrijk is vanwege de aanwezigheid van humus. Tevens komt hij in parken en tuinen voor.
Uiterlijke kenmerken
De hoed van deze paddenstoel heeft een zeer grove structuur. Jonge exemplaren hebben een bolvormige hoed terwijl oudere paddenstoelen een plattere hoed hebben.
Russula's
Er bestaan veel verschillende soorten Russula's. De diverse russulasoorten hebben ieder hun eigen unieke kleur. De lamellen van deze soort zijn aangehecht en er zijn geen tussenlamellen. De plaatjes lopen door tot de rand van de hoed zodat de hoed er rafelig uitziet. Russula's zijn vaker in loofbossen dan in naaldbossen te vinden en komen op veel plekken in Nederland voor. Enkele exemplaren die tot het geslacht russula's behoren zijn de regenboogrussula en de zwartpurperen russula.
De regenboogrussula (Russula cyanoxantha)
Deze paddenstoelsoort groeit bij naald- en loofbomen en is eetbaar. Meestal is hij tijdens de herfst te vinden. In sommige gevallen groeit hij in de zomer.
Uiterlijke kenmerken
De regenboogrussula heeft een hoed die een blauw/grijs/groene kleur heeft. In sommige gevallen is de hoed compleet groenachtig. De hoed van het organisme kan 5 tot 15 centimeter breed worden. Zijn sporen hebben een witte of dooiergeel-achtige kleur.
De zwartpurperen russula (Russula atropurpurea)
Deze paddenstoel komt voor in zowel naaldbossen als in loofbossen. Hier groeit hij in symbiose met bomen die zijn bladeren aan het verliezen zijn. In het algemeen groeit hij tijdens de herfst.
Uiterlijke kenmerken
De zwartpurperen russula heeft een hoed met felle paars/donkerblauwe en roze tinten. Het midden van zijn hoed is meestal donkerder getint dan de zijkanten. Zijn steel is geheel wit.
Stuifzwammen
Deze paddenstoelen zien eruit als bolletjes. Dit komt omdat zij geen steel hebben. Wanneer de sporen gereed zijn barst deze paddenstoel open. Enkele veelvoorkomende soorten stuifzwammen zijn de parelstuifzwam en de reuzenbovist.
De parelstuifzwam (Lycoperdon perlatum)
Parelstuifzwammen kunnen zowel bij loofbomen als bij naaldbomen voorkomen. Hier groeit hij op plaatsen waar veel zand en humus aanwezig is.
Uiterlijke kenmerken
Deze paddenstoel heeft een peer of bolvormige uiterlijk. Hij kan maximaal 8 centimeter hoog worden. Zijn hoed lijkt allerlei wratjes te bevatten.
De reuzenbovist (Calvatia gigantea / Langermannia gigantea)
Een reuzenbovist kan maar liefst biljoenen sporen bevatten. Hij komt tijdens de nazomer in onder andere bossen en bermen voor.
Uiterlijke kenmerken
De reuzenbovist kan een diameter van ongeveer 50 tot 70 centimeter bereiken. Hij heeft de vorm van een grote witte bol.
Tonderzwammen
De tonderzwam wordt ook wel 'tondelzwam' genoemd. Dit komt omdat men van deze zwam tondel kan verkrijgen. Tondel is licht ontvlambaar materiaal dat je kunt gebruiken om vuur op te wekken. Het organisme groeit aan boomstronken en takken die afgebroken zijn. Zij hechten zich meestal gehecht aan dood berkenhout. Enkele voorbeelden van bekende tonderzwammen zijn het gewoon elfenbankje en echte tonderzwam.
Het gewoon elfenbankje (Trametes versicolor)
Deze paddenstoel kun je het gehele jaar treffen. Deze paddenstoelen komen in grote groepen aan één zijde van een tak of boomstronk voor. Elfenbanken helpen bij de vertering van oude bladeren die van bomen gevallen zijn. Hij gebruikt namelijk de voedingsstoffen om te kunnen groeien.
Uiterlijke kenmerken
De 'hoed' van een elfenbank kan 2 tot 8 centimeter groot worden en heeft een dikte van maximaal 2 millimeter. Omdat deze paddenstoelen een platte gedaante hebben worden zij elfenbanken genoemd. Elfenbankjes hebben een witte rand, terwijl de binnenkant meerdere pigmenten kan bevatten. De binnenkant kan namelijk onder andere grijs, blauw, zwartachtig of okergeel van kleur zijn. Deze kleuren zijn vaak in bepaalde streepjespatronen te zien.
De echte tonderzwam (Fomes fomentarius / Polyporus fomentarius)
Deze veelvoorkomende paddenstoelensoort groeit op verzwakte of dode bomen. Hij is doorgaans aan de stam van een berken- of beukenboom te vinden. Soms komt de echte tonderzwam op populieren en lindes voor. Talloze insectensoorten gebruiken deze paddenstoel om eitjes in te leggen.
Uiterlijke kenmerken
De echte tonderzwam is zeer stevig en heeft de zelfde textuur als hout. Dit komt omdat hij allerlei groeven bevat en dezelfde kleur als hout heeft.