Reuselse Moeren: op pad tussen Arendonk en Reusel
De Reuselse Moeren is een mooi wandelgebied van 152 ha op de grens tussen België en Nederland. Je vindt er een uitgestippelde wandelroute en een vogelkijkhut. Van hieruit kan je rustig een aantal interessante vogels spotten, zoals de blauwborst en de roodborsttapuit. Naast vogels zijn er ook heel wat vlinders, planten en bomen te ontdekken. Het natuurgebied de Reuselse Moeren, ook wel het Goor genoemd, maakt deel uit van grenspark Taxandria. Het is eigendom van Staatsbosbeheer, dat er alles aan doet om het hoogveengebied te doen groeien en bloeien.
Ligging
Je vindt de Reuselse Moeren in een uithoek van Nederland, meer bepaald in zuidoost Brabant. In België kan je het natuurgebied binnen via Arendonk, aan de Moerenstraat 85A (nabij het bedrijf Ravago). Het natuurgebied ligt tussen het Nederlandse Reusel en het Belgische Arendonk en Postel.
Ontstaan
De Reuselse Moeren: hoogveengebied
De Reuselse Moeren zijn een grotendeels afgegraven hoogveengebied. De gewonnen turf werd gebruikt als brandstof, onder andere om de huizen te verwarmen in de periode die ook wel
de Kleine IJstijd wordt genoemd. Later werd de turf gebruikt als brandstof voor brouwerijen en andere industrieën en in de paardenstallen. Na het afgraven van de gronden werd het gebied gebruikt als landbouwgrond en op de lager gelegen gebieden ontstonden veenplassen. Het hoogveenreservaat De Reuselse Moeren is een van de weinige veengebieden die Nederland nog kent. Daarom is Saatsbosbeheer er erg zuinig op. Bedoeling is om het bestaande hoogveen te behouden en het nog verder te laten aangroeien. Hiervoor zijn stuwen aangelegd, die goed te zien zijn in de Vaartloop. Vroeger werd deze waterloop gegraven ter afwatering van het veen. Nu moeten de stuwen er voor zorgen dat het gebied vochtig blijft. Het water wordt vastgehouden en zo wordt het waterpeil niet te laag. Ook werden er draaihekken geplaatst, zodanig dat men niet met motors, fietsen of auto's in het gebied kan.
Het dorp Reusel
Het dorp Reusel, gelegen in het Nederlandse Brabant, is een van de acht Zaligheden. Zo noemt men de acht dorpen die eindigen met het achtervoegsel -sel. De andere zeven zijn Duizel, Eersel, Hulsel, Knegsel, Netersel, Steensel en Wintelre. Duizel werd vroeger Duijsel geschreven en Wintelre vindt men ook terug onder de naam Wintersel. Reusel komt van het woord ros wat oud-Nederlands is voor moeras en sale of cele wat plaats betekent. Reusel betekent dus moerassige plaats. En van het woord sale waarop de acht dorpen eindigen komt dus ook het woord Zaligheden. Op de grens tussen België en Nederland liep tijdens de Eerste Wereldoorlog
de Doode Draad, die aan heel wat mensen die de grens probeerden over te gaan het leven kostte. Hiervan werd een replica gemaakt en deze kan je bezichtigen in Reusel, op de grens met België.
Wandelingen door de Reuselse Moeren
Staatsbosbeheer heeft in het gebied een mooie wandeling uitgestippeld, in twee delen: de Kleine en de Grote Cirkel. De Kleine Cirkel is een lusvormige wandeling, die je dus overal kan beginnen. De Grote Cirkel is nog een klein extraatje, maar deze is niet lusvormig. De wandeling is grotendeels bewegwijzerd door middel van gele paaltjes.
De kleine cirkel
Wandel je de kleine cirkel, dan kom je voorbij de vogelkijkhut en volg je een tijdje het betonnen fietspad naast de Vaartloop dat naar België leidt. Je kan de wandeling beginnen aan het zandpad bij de Posteldijk. Klap het hekje open en je komt zo het natuurgebied binnen. Hier bots je al meteen op een paar runderen die het terrein mooi kaal grazen en onderhouden. Door weilanden, heide en bossen kom je bij de adelaarsvarens. In de winter liggen deze plat, in de zomer kunnen ze wel tot twee meter hoog worden. Even verderop kom je dan bij het fietspad dat naar België leidt en dat naast de Vaartloop loopt. Heb je geluk, dan zie je hier eendjes zwemmen tussen de bomen in de beek groeien en soms waggelen ze ook gewoon over het fietspad, dat dan ook bezaaid is met eendenpoep. Het grasveld er naast lijkt wel op de Russische toendra. Geniet bij de vogelkijkhut van de veenplassen waarop menig vogel welig rondfladdert en ronddobbert. Daarna keer je terug naar het beginpunt.
De Januskop op de Kleine Cirkel
Onderweg kom je dan ook de Januskop van kunstenares Ellen van Kroonenburg tegen. De ene kant is een sierlijk vrouwengezicht waarbij de kin door een hand wordt ondersteund. De vrouw kijkt uit naar het Belgische deel van de waterkering. De andere kant is een tamelijk ruige mannenkop, compleet met baard en al. Deze kijkt uit op de Nederlandse kant van de waterkering. Onder het vrouwengezicht staat geschreven; 'Mijn Buurman, die dwaas, plast noord naar de Maas. Ik kan het met hem niet zo vinden, misschien dat we ooit, je weet het maar nooit, ons toch in het echt nog verbinden.' Onder het mannengezicht vind je de tekst: 'Van de vrouw hierachter, valt te vermelden dat ze watert op Nete en Schelde, ik zie haar heel graag maar steeds blijft de vraag, of mijn avances tot nu toe telden.' Een Januskop is een oeroud symbool voor tegenstellingen en overgangen en komt van de Romeinse god Janus die de god van de tegenstellingen is. Naast de link met de waterscheiding, is er ook de link naar de Nederlands-Belgische scheiding. De Januskop staat hier dus ook voor de tweeledigheid: Nederland en België zijn twee aparte landen maar hebben toch stiekem de wens om ooit weer herenigd te worden.
De grote cirkel
Wat hebben de kleine en de grote cirkel met Parijs te maken? Wel, in het begin van de negentiende eeuw ging een ambtenaar op reis naar Parijs. Hij raakte er danig onder de indruk van het lijnenspel bij de Arc de Triomphe en bij de Champs Elysées. Toen er een weinig later in en rond Reusel wegen en bossen moesten worden aangelegd, besloten deze ambtenaar en de toenmalige Burgemeester Willekens het Parijse lijnenspel over te brengen naar hun streek. Met behulp van een stuk touw werden er cirkels getrokken waarin er bomen werden geplant. De kleine cirkel moest de Place de L'etoile nabootsen en bevatte zo'n 2000 bomen en de grote cirkel was gebaseerd op de Place de la Concorde en omvatte zo'n 4000 bomen. Althans, zo wordt al jaren in de streek verteld. En het zou dus daarom zijn dat de bomen rond Reusels in cirkels groeien. De laan werd trouwens vernoemd naar Burgemeester Willekens en vormde tijdens de Tweede Wereldoorlog een fantastisch oriëntatiepunt voor de piloten. De wandeling langs de grote cirkel is veel korter dan die van de kleine cirkel en vormt geen lus. Onderweg op dit stuk zie je een grote kei liggen van wel 1240 kilo. De kei is afkomstig uit de Ardennen en moet hier door een voorloper van de Maas zijn achtergelaten. Deze kei staat voor Reusel. Even verderop liggen nog zeven andere keien. Deze keien liggen allemaal in de richting van de andere zeven dorpen die eindigen op -sel. Samen vormen ze dus de acht Zaligheden.
Beste periode om te wandelen
Deze wandelingen kunnen natuurlijk in alle seizoenen worden gedaan maar wanneer je veel wil zien, kan je ze het beste in voor- en najaar doen. Naast het geschiedkundige aspect kan je dan ook genieten van de trekvogels die aankomen of vertrekken en uitrusten op de veenplassen. Ook staat dan de heide in bloei en kan je genieten van de zoete geur en de prachtige gloed van de gagel. Vlinders en insecten tieren dan ook welig. In de herfst kan je dan weer genieten van heel wat paddenstoelen.
Flora
Veen
Aangezien de Reuselse Moeren een verdroogd hoogveengebied is, is het logisch dat je hier heel wat verdroogde veenresten tegenkomt. Ook het minuscule veenmos tiert hier welig.
Heide en bossen
Daarnaast kom je ook door de vochtige heide met de lavendelhei die mooi purper kleurt in het najaar en door het droog naaldbos dat dateert van de periode tussen 1910 en 1940. Deze bomen werden geplant omdat men ze nodig had om er stutten van de maken voor de mijnen. Verder ook veel berken.
Gagel
De gagelstruweel is een struik die graag op zure, vochtige grond groeit en die gebruikt wordt in bier. Je vindt het hier terug in het plaatselijke bier de Gageleer. Wanneer de gagel in het voorjaar in bloei staat, kan je genieten van zijn roze gloed wanneer de zon opkomt of ondergaat. Wanneer de gagel in volle bloei staat ruik je zijn zoeterige geur.
Overige bloemen en planten
Doorheen de verschillende landschappen kom je ook nog de kleine veenbes, de gevlekte orchis, de bruine snavelbies, beenbreek, klokjesgentianen en kleine zonnedauwen tegen. Wie goed rondkijkt, zal dus altijd wel een beetje kleur in het bruinachtige veen kunnen ontdekken.
Paddenstoelen
In de herfst kom je heel wat paddenstoelen tegen. Op boomstammen kan je de gele druppelzwam zien, die gele plekken maakt op boomstammen en die je misschien al eens verward hebt met mos. De roodporiehoutzwam kom je vooral op wilgen tegen en de gele trilzwam die wel een rokje lijkt rond de boomstammen. Ook op de grond vind je heel wat soorten paddenstoelen. Zo onder andere de vliegenzwam en stuifzwammen.
Fauna
Vogels
Door de vele veenplassen is het gebied van de Reuselse Moeren een waar paradijs voor heel wat vogels en dan vooral voor de watervogels. Vanuit de vogelkijkhut, die in de streek ook wel eens "de Kiekkaaste" wordt genoemd, kan je hen rustig gadeslaan. Zo zie je hier de roerdomp, de kuifeend, de wintertaling, de slobeend, de krakeend, de geoorde fuut, de dodaard en de waterral. De eenden zie je ook wel eens wanneer ze rustig het betonnen fietspad aan de Belgische grens oversteken, van de Vaartloop naar de tegenoverliggende weilanden. Best opletten geblazen dus wanneer je hier met de fiets op pad bent. Verder ontwaar je op de veenplassen geregeld verschillende soorten reigers: de blauwe reiger, de zilverreiger en de witte reiger. Ook de sprinkhaanrietzanger kom je hier wel eens tegen. In de omliggende bossen kan je met wat geluk een blauwborst spotten, een grasmus of een zwarte specht, een kuifmees, een roodborsttapuit, een goudhaantje of een wulp.
Amfibieën en insecten
Qua amfibieën leven hier de gladde slang en de heikikker. Door het vele water heb je natuurlijk heel wat vervelende muggen in het gebied maar ook prachtige libellen.
Vlinders
Een gentiaanblauwtje, een groentje, een kommavlinder en bont dikkopje zijn vlinders die je hier kan zien rondfladderen.
Waar moet je aan denken wanneer je gaat wandelen in de Reuselse Moeren
Afhankelijk van welke wandeling je doet, is je wandeling tussen vijf of een kleine twintig kilometer lang. Aangezien het om veengebied gaat, kan het hier best vochtig of zelfs nat zijn. Trek dus zeker stevige, waterdichte wandelschoenen of laarzen aan. Honden mogen mee mits aangelijnd. Het natuurgebied is vrij toegankelijk. Wel moet je het nodige respect tonen voor de unieke fauna en flora. In heidegebied kan het best warm worden in de zomer. Neem dus zeker drinken mee. Ook een verrekijker om naar de vogels te kijken en een fototoestel of GSM mogen zeker niet ontbreken!