Kustduinen en overstromingsgevaar
'Nederland leeft met water'. Dat is het motto van het nieuwe Nederlandse waterbeleid. We moeten leven met het water, door het de ruimte te geven, anders neemt het over een paar jaar zelf de ruimte. Maar welke weg was ervoor nodig om tot overstromingsgevaar te komen. De weg begon in de ijstijd, waardoor er duinen ontstonden, hierna werden er polders gecreërd en vervolgens kwam er water overlast. Hieronder wordt hier uitgebreider op ingegaan.
Hoe zijn de kustduinen ontstaan?
Er zijn vier elementen nodig om een kustduin te vormen, namelijk een oplopende zeebodem (zodat er branding plaatsvindt), zand, aanlandige wind en begroeiing die het zand vasthoudt. Het ontstaan van duinen gaat ver terug in de tijd, namelijk tijdens de ijstijd. Na de ijstijd werd het warmer (de temperatuur steeg). Het ijs smolt snel en de zeespiegel steeg net zo snel mee. Toen de temperatuur weer iets daalde, steeg de zeespiegel minder snel. En schoof de kustlijn weer zeewaarts. Zo ontstonden er evenwijdig aan de kust een aantal lage duinrijen (oude duinen). Door de stormen die de het kustgebied teisterde werden er nieuwe duinrijen gevormd meer oostwaarts (jonge duinen). De eerst grenzende duinrij aan het strand heet een zeereep.
Mensen vestigden zich op de hogere gebieden, dus op de oude duinen. In de Middeleeuwen werden bossen in het duingebied gekapt. En verdween de rest van de vegetatie (bebossing, enz.). Doordat de wind over het zand waaide, ontstonden er stuifgebieden met duinkoppen en natte duinvalleien. Oude duinen werden geschikt als bouwzand. En afgevlakte duinen werden geschikt voor de teelt van bloembollen.
In de jonge duinen zit zoetgrondwater. Na 1950 daalde het zoete grondwater. Mensen zorgde dat het rivierwater naar de duinen liep, het rivierwater werd dan gezuiverd door het zand. Vervolgens werd het opgepompt en was het drinkwater.
Polders
Polders zijn door dijken omgeven stukken land, waarin de waterstand kunstmatig kan worden geregeld.
Er zijn 3 soorten polders:
- zeepolders; ontstaan door indijking van vroegere kwelders.
- veenpolders; laagveen-gebieden die vanaf de 10e eeuw zijn ontgonnen (door er sloten te graven). Door de hoge grondwaterstand worden deze gebruikt als grasland.
- droogmakerijen; plassen of stukken van de zee drooggemalen. Dat werd gedaan door bijvoorbeeld veen weg te halen om te gebruiken als brandstof.
Ruim kwart van Nederland ligt onder Nieuw Amsterdam Peil (NAP). Tegen het einde deze eeuw zal dat gebied gegroeid zijn en zal dus een groter deel van Nederland onder NAP niveau komen te liggen. Dit heeft 3 redenen:
zeespiegelstijging; stijging door smelten van ijs. Doordat warmer zeewater meer volume heeft dan kouder zeewater.
bodemdaling; laag Nederland bestaat uit veen en klei. Deze gebieden worden ontwaterd om te gebruiken bij landbouw. veen klinkt in(inklinken) bij daling van zeespiegel. Als water uit veen wordt gepompt zakt het in. Combinatie zeespiegelstijging en bodemdaling is relatieve zeespiegelstijging. bedijking; dijken om het land te beschermen. Gevolg hiervan is dat het land niet overstroomt en dus ook niet meer door sedimentatie wordt opgehoogd.
Water kan de ruimte worden gegeven op 2 manieren:
- kustbeheer; als bij een smalle duinkust de zee een stuk duin wordt weggescheurd moet de schade zo snel mogelijk hersteld worden. Dit kan door zand uit de zee voor of op het strand te spuiten. Bij brede duinrijen kan de natuur zijn werk doen. polderbeheer; na een hoosbui moet het water op tijd geloosd worden. Door het oppompen van water trekken we onszelf verder naar beneden door inklinking. In toekomst kunnen sommige landbouwbedrijven de functie van retentiegebied krijgen. Bij overstrominggebieden wordt het water dan tijdelijk vastgehouden.
Overstromingsgevaar
De dreiging van overstroming neemt toe, dit komt door 2 ontwikkelingen:
- Er zijn bochten in de rivieren, de dijken worden verhoogd en in de landbouw zorgen boeren dat bij neerslag het afgevoerd wordt. Het water wordt opgespaard in de rivieren.
- Rivieren hebben weinig ruimte. Huizen zijn gebouwd tot dicht bij de rivier. Dat is bij hoogwater vragen om moeilijkheden
Buitendijks land is het gebied langs de rivier of de zee dat niet beschermd wordt door dijken. Binnendijks land is het gebied langs de rivier of de zee dat beschermd wordt door dijken. De rivier kan zijn water alleen kwijt in buitendijks land. Anders loopt het water alleen maar hoger. In binnendijks land kan een doorbraak van de dijk ontstaan door het hoge water. Rivieren de ruimte geven moet de oplossing zijn. Vasthouden, bergen en afvoeren.
Dus Nederland moet leren leven met water, door het de ruimte te geven in de landbouw en in steden.