Blinde bij: zweefvlieg met het uiterlijk van de honingbij
De blinde bij is een zweefvlieg en is niet blind. De blinde bij heeft de naam te danken aan het feit dat de zweefvlieg zoveel lijkt op een honingbij en aan het feit dat de zweefvlieg blind lijkt door de haren op de ogen. De blinde bij heeft net als veel andere zweefvliegen een kleur als een wesp of bij en bootst hiermee een angeldrager na, om eventuele vijanden af te schrikken (mimicry). De larven van de blinde bij hebben een lange adembuis en worden rattenstaartlarven genoemd.
De blinde bij, de honingbij en de naam van de blinde bij
De blinde bij (Eristalis tenax) is een zweefvlieg uit de familie Syrphidae (zweefvliegen) en uit het geslacht Eristalis. Het is een algemene zweefvlieg in België en Nederland en kan qua uiterlijk en gedrag gemakkelijk verward worden met de honingbij. De blinde bij heeft namelijk dezelfde kleuren en is even groot dan de honingbij. Beide soorten maken tijdens het vliegen een zoemend geluid en kunnen stilhangen in de lucht met de achterste poten naar beneden. Daarnaast heeft de blinde bij verticale haarbanden op de ogen waardoor de indruk ontstaat dat de zweefvlieg blind is. De naam van de blinde bij komt waarschijnlijk van deze twee feiten. Verschil tussen de beide soorten zijn de antennes die bij bijen langer zijn dan bij zweefvliegen en de bijen zijn angeldragers en de blinde bijen, hebben geen angel.
Kenmerken blinde bij
De blinde bij is een algemene zweefvlieg in België en Nederland. De oranjegele banden op het achterlijf zijn erg variabel. Van een geheel glimmend zwart achterlijf tot een bijna geheel oranjegeel achterlijf met zwarte banden.
Twee genetisch verschillende kleurvarianten
Er zijn twee genetische kleurvarianten mogelijk bij de zweefvlieg:
- een donkere variant bij de vrouwtjes en bij de mannetjes alleen de oranjegele kleur op het tweede segment van het achterlijf;
- een gekleurde variant met veel oranjegeel op het tweede segment bij de vrouwtjes en bij de mannetjes veel oranjegeel op het tweede én derde segment.
De oranjegele vlekken en de intensiteit op het achterlijf, zijn genetisch bepaald en worden mede bepaald door de temperaturen tijdens de ontwikkeling van het larvestadium.
Mimicry
De blinde bij bootst met het achterlijf een wesp of bij na (mimicry) zodat predatoren aarzelen om aan te vallen omdat ze bang zijn om een steek op te lopen. Blinde bijen steken echter niet.
♀ blinde bij
De kop van de blinde bij
Aan de voorkant van de kop heeft de blinde bij in het midden een verticale zwarte streep en twee witgekleurde en behaarde haarrijen ernaast. Boven de zwarte middenstreep liggen de bijna kale antenneborstels en de enkelvoudige ogen (ocelli). De blinde bij heeft een korte tong en bij de bloemen moet de nectar dan ook niet te diep liggen. De grote samengestelde facetogen, die prima kunnen zien, hebben twee verticale haarbanden (donkere haren) op de ogen.
Bloembezoeker
De blinde bij is een bloembezoeker en vliegt op bijna alle bloemtypen waar de nectar niet te diep ligt zoals de;
- guldenroede (Solidago);
- zonnehoed (Echinacea purpurea);
- oregano (Origanum vulgare).
Verschil vrouwelijke en mannelijke blinde bij
De vrouwelijke blinde bijen zien er anders uit dan de mannelijke blinde bijen. Toch zijn ze gemakkelijk te determineren. Of het een mannetje is of een vrouwtje, is namelijk te zien aan de ogen. Bij de mannetjes raken de ogen elkaar boven op de kop en bij de vrouwtjes zit er een afstandje tussen waar wit gekleurde beharing te zien is. Ook zijn bij de vrouwtjes de ogen kleiner dan bij de mannetjes.
♂ blinde bij.
De nakomelingen
De paring vindt plaats in het najaar, waarna de mannelijke blinde bijen sterven. De bevruchte vrouwtjes overwinteren en leggen in het voorjaar, 100 tot 150 eieren in een sterk verontreinigd plasje water zoals in o.a. beerputten, drijfmestkelders of mesthopen. De nakomelingen van de blinde bij ondergaan een volledige gedaanteverwisseling van ei naar larve, pop en imago (volwassen zweefvlieg). De eitjes komen na ongeveer één tot drie dagen uit als twee centimeter lange, rolvormige en grijswitgekleurde larven. De larven hebben zeven paar kruipknobbels en aan het achtereind een uitschuifbare buis van drie centimeter. De buis kan tot 15 centimeter uitgeschoven worden en de larven halen boven het oppervlaktewater adem. Wanneer de larven door het water bewegen lijken ze op kleine ratten door de kleur en de lange ‘staart’. Vandaar dat de larven rattenstaartlarven genoemd worden. De rattenstaartlarven vervellen een aantal malen en in juni verlaten ze de voedselbron en gaan ze op zoek naar een plek om te verpoppen waarna in juli, augustus de verpopping begint.
Van pop naar imago
Na twee tot drie weken komt het imago uit de pop en leeft ongeveer 2 tot 3 maanden. De blinde bij heeft in één jaar zeker twee generaties, de:
- lentegeneratie;
- zomergeneratie.
In de nazomer en herfst overwintert een deel van de Nederlandse populatie in Nederland en een deel vliegt naar het zuiden.