De paardenkastanjemineermot - hoe de schade te beperken
De paardenkastanjemineermot is sinds het begin van de eenentwintigste eeuw een opkomende plaag in paardenkastanjes. De rupsen vreten zich een gang door het blad. Als zich veel rupsen in het blad bevinden, kunnen de gevormde mijngangen elkaar overlappen. Hierdoor kan een groot deel van het blad, of zelfs het gehele blad, bruin verkleuren en vroegtijdig afvallen. Bij ernstige aantasting kunnen de bomen minder reserves opbouwen, waardoor ze het jaar erop minder blad krijgen en gevoeliger worden voor ziekten. Wat kun je zelf doen om aantasting te voorkomen?
Inhoudsopgave
Oorsprong van de paardenkastanjemineermot
De paardenkastanjemineermot,
Cameraria ohridella, (Orde: Lepidoptera; Familie: Gracillariidae) was voor het eerst waargenomen in Macedonië in 1985. Aanvankelijk werd gedacht dat het een Noord-Amerikaanse soort was, later dacht men dat het insect uit Azië kwam, maar onderzoek uit 2011 toonde aan dat het wel degelijk een Europese soort is, die hier al sinds 1879 voorkomt. Hij heeft zich na 1985 snel over Europa verspreid en werd in 1998 voor het eerst in Nederland gevonden, waar hij sindsdien algemeen is aan te treffen.
Een larve in een opengemaakte mijngang
Overlappende mijngangen
Uiterlijke kenmerken van de paardenkastanjemineermot
De paardenkastanjemineermot is een oranje-bruin motje van slechts 5 mm lengte. De mannetjes zijn goede vliegers, maar de vrouwtjes vliegen slecht; zij verplaatsen zich fladderend en huppelend over de boomstam. De geelgroene, volgroeide rupsen zijn ongeveer 3 mm lang en hebben opvallende, diep ingesneden segmenten. Ze verpoppen zich in het blad, in een ronde, van zijde gesponnen cocon, die vaak duidelijk zichtbaar is.
Biologie
De motten overwinteren als pop in de afgevallen bladeren. De eerste motten komen in april tevoorschijn. De vrouwtjes leggen twintig tot dertig eieren op de bovenzijde van het blad van de paardenkastanje. Na ongeveer tien dagen komen de rupsen uit en vreten zich direct een weg het blad in, waarna ze zich door het bindweefsel vreten en al doende mijngangen vormen. Wanneer ze volgroeid zijn, verpoppen ze in het blad.
Er komen drie generaties per jaar voor. De tweede generatie rupsen treedt op in juli en deze veroorzaakt de meeste schade. De laatste generatie ontstaat in september. De poppen die dan ontstaan, vallen met de herfstbladeren naar beneden en overwinteren tot de volgende april.
Schade
Soorten die schade ondervinden van de paardenkastanjemineermot
De paardenkastanje,
Aesculus hippocastanum en ook de herfstpaardenkastanje,
A. parviflora hebben het meest te lijden van deze plaagsoort, maar bij zeer ernstige aantasting kunnen ook mijngangen worden aangetroffen in bladeren van de gewone esdoorn,
Acer pseudoplatanus en de Noorse esdoorn,
A. Platanoides.
Mijngangen
Een enkele mijngang is niet schadelijk, maar als er erg veel gangen komen dan worden de bladeren bruin en vallen ze vroegtijdig af. Veel vroegtijdige bladval is schadelijk voor de boom, omdat hij daardoor tijdens de zomer minder reserves kan opbouwen. Hierdoor zal deze boom het volgende jaar minder blad krijgen, wat zijn conditie vermindert en hem vatbaarder maakt voor ziekten.
Natuurlijke vijanden
Helaas zijn er geen natuurlijke vijanden van deze soort bekend, waardoor biologische bestrijding vooralsnog niet mogelijk is.
Behandeling
Lijmband
Omdat de vrouwelijke mineermotten huppelend en fladderend tegen de boomstam omhoog kruipen als ze uit de pop tevoorschijn zijn gekomen, kun je een lijmband om de boom aanbrengen, het liefst zo hoog mogelijk maar natuurlijk onder de onderste tak, om te voorkomen dat ze de bladeren bereiken. De vrouwtjes 'roepen' mannetjes door middel van een geurstof, of feromoon, dat zij aan de lucht afgeven. Een gunstig neveneffect van de lijmband is dat de in de lijm gevangen vrouwtjes doorgaan met feromoon afgeven, zodat ook mannetjes in de lijm terecht komen.
Feromoonval
Om mannetjes weg te vangen is een feromoonval ontworpen, die in de kruin van de boom moet worden opgehangen. Het feromoon zit in een pil die elke zes weken vervangen moet worden. Het wordt aangeraden de val begin april op te hangen en dan iedere zes weken een nieuwe feromoonpil aan te brengen. Onderin de val zit zeepwater waarin de motten verdrinken.
Bladeren verwijderen
Verwijder in de herfst de afgevallen, aangetaste bladeren en zorg ervoor dat ze goed gecomposteerd worden, om de overwinterende poppen te vernietigen.