De larve van de mineermot maakt gangen in een blad
Meerdere bladeren van een tuinplant, zien er vreemd uit. Net of er allemaal gangen in het blad zitten. Of het een doolhof van gangetjes is. Kris kras lopen de licht gekleurde gangetjes door elkaar en maken dat je erdoor heen kan kijken. Het groen van het blad is weg. Wel zitten er allemaal zwarte vlekjes in het blad. De makers van de witte gangen zijn de larven van de mineermot. Ze eten daar de bladgroenkorrels (chloroplasten) weg tot ze een eveneens klein nachtvlindertje worden.
Mineerrupsen
Het zijn de rupsen van de mineermotten die deze gangetjes maken. De gangetjes worden bladmijnen genoemd. Mineermotten (Gracillariidae) zijn kleine (micro) nachtvlinders en horen bij de familie van de vlinders (Lepidoptera). Wereldwijd leven er ongeveer 1000 soorten, waarvan er zo’n 200 in Nederland. De bladmijnen kunnen wit of gelig tot bruin van kleur zijn. Niet alleen de mineermotten maken deze gangen maar ook de larven van vliegen (Diptera), bladwespen (Hymenoptera) en kevers (Coleoptera).
Levenscyclus van de mineermot
Net als bij dagvlinders, legt het vrouwtje mineermot eind april begin mei, haar eitjes op de onderkant van bladeren. Het vrouwtje gebruikt haar naaldachtige legboor om eitjes te leggen, net onder het oppervlak (epidermis) van het blad. Na tien dagen komen de larven uit en met hun speciale kaken voeden ze zich door het midden van het bladweefsel (de mesofyl laag) en maken zo de karakteristieke gangetjes, de bladmijnen. Echter er zijn ook larven die zich een weg banen door de bovenkant en onderkant (de epidermis) van een blad. De bladmijn waar de larve begint, is eerst smal maar naar gelang de larve eet en groeit wordt deze steeds breder. De mineerlarve maakt vervolgens drie larvestadia door in twee tot drie weken en gaat dan verpoppen.
De meeste larven van een mineermot verpoppen zich in de mijngangen. Maar er zijn ook mineerlarven die zich eerst uit het blad werken en verpoppen op de plant of zich een tot twee centimeter in de grond graven. De mineermot kan twee tot drie generaties in één jaar voortbrengen. De eerste generatie in april-mei, na de overwintering, de tweede generatie in juli (de veroorzaken de meeste schade) en de laatste in september-oktober. De overwintering gebeurt als pop in het bladafval en in de grond. De volwassen mineermotten zijn vaak vrolijk gekleurde en mooie microvlinders, met een goed gevormde zuigtong en lange antennes.
Het blad
De bladopbouw bestaat uit:
- cuticula het waslaagje op de bovenkant van het blad.
- bovenepidermis. De bovenkant van het blad. Epidermiscellen hebben geen bladgroenkorrels
- mesofyl. Het bladmoes met vaatbundels, bladgroenkorrels, nerven, veel ruimte tussen de cellen en veel luchtkanalen voor de aan- en afvoer van koolzuurgas en zuurstof;
- onderepidermis. Onderkant van het blad.
De rups van de mineermot zit meestal in de mesofyl laag met de bovenkant van het blad als dak. Tussen de palissadeparenchym en sponsparenchym eet de rups alles weg. Doordat de rups de binnenkant wegvreet ontstaat de bladmijn. De zwarte vlekjes zijn de bladmijn de uitwerpselen van de larve(frass).
Soorten mineermotten
Wereldwijd zijn er wel 1000 soorten mineermotten, onderverdeeld in vele families. De vrouwtjesmotten leggen eieren op voorkeursplekken en elk soort heeft zijn eigen aardigheden. De verschillende voorkeuren voor bladmineerders:
- de bladmineerders op bladeren van de waardplant voor eieren;
- de vruchtmineerder in de zaden van de esdoorn;
- de schorsmineerder en stengelmineerder onder de schors van bomen;
- de naaldmineerder in de naalden van naaldbomen;
- de zaadmineerder kruipt in zaad en eet die leeg.
De verschillende gangen (mijnen) van de larven
De verschillende gangen die de larven van de mineermot kunnen maken zijn;
- Gangmijnen. Smalle, kronkelende tot rechte lichte gangetjes. In gangmijnen ‘woont’ één mineerrups;
- Vouwmijnen. De larve maakt grote mijnen aan de onderkant van een blad en sluit dat af met veel spinsel, zodanig dat het blad kan gaan omkrullen of samen vouwt;
- Blaasmijnen. De larve eet links, rechts, boven en onder, zodat er een grote blaas ontstaat. In tegenstelling tot de gangmijnen treffen we in één blaasmijn vaak meerdere larven aan;
- Vlekmijnen. Vlekmijnen en de gewone eikenvlekmot als rups in een koker (rechts) De mineerrups maakt een soort koker (de mineermotten zijn de kokermotten) en maakt dat met spinsel vast op het blad. Ze maakt een insnede in de epidermis en vreet tot aan de andere kant het bladmoes weg, terwijl ze in de koker blijft. De uitwerpselen zijn daardoor niet in de mijn te vinden;
- Gang-blaasmijn. Deze mijn begint als een gangmijn en geeft als zichtbaar resultaat na verloop van tijd een duidelijke blaas tussen de lagen van het blad;
- Gang-vouwmijn. Larven maken eerst een gangetje dat overgaat in een blaasmijn waarin heel wat spinsel wordt afgezet waardoor de mijn een vouwmijn word;.
- Gang-blaas-uitsnede. De rups maakt eerst een smalle lange gang en daarna een blaasmijn waar ze op het einde een uitsnede maakt.
Preventief
De mineerrups laat het chlorofyl verdwijnen. De bladgroenkorrels die zorgen voor de fotosynthese in het blad. Het proces waar koolstofdioxide wordt omgezet in koolhydraten zoals glucose. Nodig voor het leven van bomen en planten. Het blad gaat zonder of met weinig bladgroenkorrels, bruin kleuren en zal vroegtijdig afvallen. Bomen, zoals de paardenkastanje worden erg verzwakt wanneer elk jaar mineerrupsen de bladeren aantasten. De welbekende bloedingsziekte heeft zo meer kans om toe te slaan en de kastanjeboom ziek te maken. Het vermoeden bestaat ook dat milieu invloeden, zoals straling de boom ernstig 'aantast'. De combinatie is nog niet duidelijk. Is het straling wat de boom zwak maakt of de zwakheid door vroegtijdig bladval? In de tomatenteelt richt de Tuta absoluta veel schade aan wanneer de tomaten geen voedingstoffen meer krijgen omdat het blad dood is. Niet alle mineerrupsen richten grote schade aan. Op planten in de tuin kan gewoon het blad eraf geknipt worden en er zal nieuw blad voor terug komen. Winterharde planten komen elk voorjaar terug. Wat zelf doen om de mineerlarven te voorkomen:
- Ruim de afgevallen bladeren op in de herfst en gooi ze niet op de eigen composthoop;
- Trek natuurlijke vijanden aan. Vogels hebben rupsen nodig voor de jonkies;
- Veel bloemen (goudsbloem en keukenkruiden) in de tuin welke insecten als bijen, zweefvliegen en kevers aantrekt;
- Regelmatig schoffelen zodat poppen op de grond uitdrogen;
- Wees de paring van de mineermotten in de lente voor. Gebruik een soortspecifiek feromoon dat mannelijke motten aantrekt en ‘vangt’, zodat er geen paring plaatsvind.
Weetje
Liggen de keuteltjes (frass) in een ‘stippellijntje’, dan is de mineerder een nachtvlinderlarve. Liggen de uitwerpselen afwisselend links, dan weer rechts, dan wijst dit op een vliegenlarve.