Je hond buiten houden? Maak dan een goede buitenkennel!
Veel mensen houden hun hond buiten, in een kennel of een hok. Voor de hond in kwestie kan dit een vloek of een zegen zijn; dit is vooral afhankelijk van het soort ras, de leeftijd en de vacht (kort- of langharig, dik of dun). Een grotere hond die veel beweging nodig heeft, kan dat in een kennel bijvoorbeeld beter krijgen dan in de huiskamer van een klein appartement. Een hond die veel buiten is, is bovendien beter bestand tegen slechte invloeden dan een hond die altijd voor kachel ligt.
Het buiten houden van je hond is dus niet per definitie slechter dan wanneer je besluit om je hond in huis te laten wonen. Naast het feit of je hond geschikt is om in een kennel te verblijven, is het vooral ook van belang hoe je als eigenaar met je hond omgaat. Het hebben van een kennel ontslaat je namelijk niet van de verplichting om regelmatig met je hond te gaan wandelen, hem nieuwe plekken te laten verkennen, met hem te spelen of te werken en hem voldoende aandacht en liefde te geven. Een hond is immers een heel sociaal roedeldier.
Zorg voor een vorst- en tochtvrij nachthok
Een goede kennel moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo zal het er in de zomer voldoende koel moeten zijn en in de winter voldoende warm en tochtvrij. De plaats van de kennel is ook belangrijk. Je kunt de kennel het beste met één kant tegen een muur plaatsen. Het liefst zo dat de open zijde op het zuidwesten of het zuidoosten ligt, zodat er veel licht in de kennel valt. Naast een ruime ren, moet een kennel bovendien ook altijd een nachthok hebben.
Het nachthok kan het beste volledig vrij van de grond staan (op poten) op een ondergrond van beton of tegels. Zo blijft de grond onder het hok droog en is er enige ventilatie onder het hok door. De afmetingen van het nachthok zijn natuurlijk afhankelijk van de grootte van de hond. Het slaapgedeelte moet in elk geval minimaal zo lang en zo breed zijn als de hond zelf. Zorg ervoor dat je hond in het slaapgedeelte nooit op de tocht ligt en dat het er warm genoeg is. Dit kan door het maken van een zijgang naast het slaapgedeelte en door een jutezak voor de opening van de slaapruimte naar de gang te hangen. Let er ook op dat je het nachthok goed schoon kunt maken. Wanneer je de zijkant of het dak van het hok bijvoorbeeld open kunt maken, kun je gemakkelijk bij de binnenkant van het nachthok komen.
Materiaal nachthok
Hout van minimaal 2 cm dik is het meest geschikte materiaal om een nachthok van te maken. Gemetselde hokken zijn erg koud en vochtig en voldoen daarom slecht. De binnenzijde van het hok kan eventueel betimmerd worden met platen uit één stuk van bijvoorbeeld grenen, gips of triplex. Hierdoor worden de naden afgedicht, kunnen er geen bacteriën in de kieren kruipen en kan de binnenkant van het hok beter schoongemaakt worden. Wanneer je hond ook bij vorst in het hok moet slapen, moet het hele nachthok dubbelwandig te zijn.
Het dak van het nachthok moet schuin aflopen, zodat er geen water op kan blijven staan. Als dakbedekking kun je golfplaten of hout dat is afgewerkt met asfaltpapier of bitumen gebruiken. Golfplaten hebben als voordeel dat ze de zon goed weerkaatsen, waardoor het in de zomer in het hok redelijk koel blijft. Door de luchtgaten, waar de golfplaten over de wanden van het hok liggen, is bovendien een goede ventilatie mogelijk. In de winter mogen deze gaten echter niet open blijven, omdat het dan veel te koud wordt in het hok. Asfalt en bitumen hebben als groot nadeel dat het in het hok erg warm kan worden op een zonnige zomerdag. Om de levensduur van het hout te verlengen, kun je de binnenkant van het hok het beste tweemaal verven met een goede houtverf.
Bodembedekking nachthok
De bodem van het nachthok kun je met een aantal materialen bedekken: stro, houtkrullen, dekens of synthetische (plastic) matten. Ieder van deze materialen heeft voor- en nadelen. Stro moet droog zijn, niet plakkerig en er mag geen schimmel in zitten. Beschimmeld stro stuift als je het uitstrooit en is ongeschikt als bodembedekking. De sporen van de schimmel kunnen namelijk ademhalingsmoeilijkheden bij je hond veroorzaken. Het stro moet dus fris en schoon zijn en heeft dan als voordeel dat het een ideale zachte bodembedekker is. Een nadeel van stro is echter dat het in de zomer een broeinest voor vlooien kan zijn. Houtkrullen zijn ook goed, maar vaak wat lastiger te krijgen en duur. Het voordeel van houtkrullen is wel dat ze heel goed vocht opnemen.
Dekens zijn op zich prima te gebruiken, maar worden snel vies en kunnen vol vlooien komen te zitten. Je moet ze dan regelmatig wassen of weggooien. Ook blijven de dekens meestal niet lang mooi uitgespreid in het hok liggen, maar komen al snel op een hoop in de hoek van het hok terecht. Wat dat betreft zijn synthetische matten beter. Deze zijn makkelijk te wassen, goed te behandelen tegen vlooien en ze blijven goed op hun plaats liggen. Het nadeel van deze matten is echter dat ze nogal prijzig zijn en dat je hond er aan kan gaan knagen.
Door ook in de gang naast de eigenlijke slaapruimte stro of houtkrullen te leggen, houd je het slaapgedeelte droger. De hond droogt dan namelijk voor een groot gedeelte zijn natte poten op het stro of de houtkrullen in de gang. Met een opstaande rand bij de ingang van het nachthok voorkom je dat al het stro of de houtkrullen naar buiten vallen.
Zorg voor een ruime en veilige buitenkennel
Naast het nachthok moet de kennel een ren hebben waar de hond in de buitenlucht kan lopen. Wanneer je de ruimte hebt, omraster hiervoor dan een flink stuk van de tuin. Heb je deze luxe niet, dan kan een kleinere ren natuurlijk ook. Je kunt het beste een vierkante ren maken. In een lange, smalle ren zal je hond anders voortdurend langs het gaas heen en weer blijven lopen. De achterkant van de ren moet bij voorkeur dicht zijn. Plaats hem dus als het kan met de achterkant tegen de schuur of een muur. De hond heeft zo minder last van de wind.
Voor de wanden van de buitenren kun je gaas of betonmatten gebruiken. Betonmatten zijn stevig en kunnen worden vastgelast aan de ijzeren staande en liggende balken (aan de bovenkant) van de ren. De balken kun je het beste vastzetten in beton. Je krijgt zo een hechte constructie. Gebruik je liever gaas, zorg er dan voor dat dit minimaal 50 cm de grond in gaat, zodat je gravende hond geen mogelijkheid heeft om te ontsnappen.
Afmetingen buitenren
De hoogte van de ren is natuurlijk afhankelijk van de grootte van de hond die erin leeft, maar moet toch wel tussen de 1,75 m en 1,90 m liggen. Door het gaas bovenaan wat naar binnen te buigen, voorkom je dat je hond uit de ren kan klimmen. Ook de afmetingen van de ren zijn natuurlijk afhankelijk van het soort hond dat je hebt. Het absolute minimum is een ren van drie vierkante meter groot, waarbij de korte zijde niet korter mag zijn dan één meter. Deze afmetingen gelden voor een buitenren voor één hond. Voor elke hond erbij moet de ren 50% groter zijn. Hoe meer tijd de hond in de ren moet doorbrengen, des te ruimer zal de ren moeten zijn!
Honden zijn meesters in het uitbreken. Zorg daarom voor een degelijke, stevige buitenren. Anders zal je viervoeter regelmatig op stap zijn.
Bodembedekking buitenren
Wanneer je maar een kleine buitenren voor je hond kunt maken, is het heel belangrijk dat je deze goed schoonmaakt. Verwijder de ontlasting van je hond minimaal twee keer per dag en spuit de bodem regelmatig af. Dit kan alleen maar als de bodem bestaat uit beton of tegels. Zand en grind zijn ongeschikt, omdat de ondergrond dan niet schoon te houden is. Tegels moeten goed vastliggen, omdat je hond ze anders kan uitgraven. De vloer moet licht schuin liggen om water en urine te laten weglopen.
Bij een grote buitenren is een bodembedekker niet persé nodig. Je hond kan zich dan uitleven door flink te graven en rond te rennen. Omdat een hond toch vaak langs het gaas zal lopen, is het verstandig om daar één of twee rijen tegels te leggen. Doe je dat niet, dan slijt de bodem ter plekke erg uit en heeft je hond weer een mooie gelegenheid om te proberen onder het gaas door te graven.
De buitenren moet zo worden geplaatst dat je hond ook nog wat kan zien. Een hond is een sociaal dier, dat oorspronkelijk altijd in groepsverband leeft. Wanneer hij dan ook alleen in een kennel zit, met uitzicht op bijvoorbeeld een blinde muur, begint hij zich te vervelen, zal hij vereenzamen én zich gaan misdragen. Wanneer de ren zo is geplaatst dat je hond regelmatig mensen of dieren voorbij ziet komen, zal dat veel minder het geval zijn. Heel belangrijk blijft echter dat je je realiseert dat het hebben van een kennel, hoe groot of luxe ook, niet betekent dat je geen of weinig tijd aan je hond hoeft te besteden. Regelmatig wandelen, nieuwe indrukken laten opdoen, spelen en voldoende aandacht en liefde blijven altijd een vereiste!