Hoe voorkom je dat je hond ziek wordt

We houden allemaal van onze hond en willen hem het beste geven. Een goede verzorging houdt dan ook niet op bij de juiste opvoeding en een goede training. Een ziekte of afwijking is nooit volledig uit te sluiten, maar gelukkig kun je er zelf wel het nodige aan doen om de kans hierop aanzienlijk te verkleinen. Het is verstandig om minimaal één keer per jaar met je hond naar de dierenarts te gaan. Tijdens dit bezoek kan de dierenarts je hond zijn jaarlijkse vaccinatie en een algehele gezondheidscontrole geven. Daarnaast kan het - voor de wat oudere hond (7 jaar en ouder) - raadzaam zijn om één keer per jaar een bloedonderzoek te laten uitvoeren. Een bloedonderzoek kan verborgen gezondheidsproblemen naar boven brengen, waardoor de kans op genezing of stabiliseren van een ziekte (bv. van de nieren) groter is.

Regelmatige gezondheidscheck

Je kunt ook zelf je hond regelmatig op een aantal belangrijke aspecten controleren. Zo kun je in de gaten houden of je hond gezond is.

Vacht en huid

De vacht en huid moeten gezond en schoon zijn. Controleer op kale plekken, huidschilfers of plotseling veel haaruitval. De huid moet droog, soepel en niet vet aanvoelen. Door de hond te aaien ontdek je ook snel eventuele onregelmatigheden (bv. wondjes, bultjes).

Beweging

Wanneer je je hond uitlaat, kijk dan even hoe hij zich beweegt. Een spierontsteking, gewrichtsproblemen of buikklachten kunnen zorgen voor een afwijkende manier van bewegen.

Oren

Controleer regelmatig de binnenkant van het oor. Deze dient reukloos en schoon te zijn. Een bruinige uitscheiding of korstjes kunnen wijzen op oormijt. Een stinkend oor, felrood oor, of een zwarte of groene uitscheiding kunnen wijzen op een oorontsteking.

Ogen

De ogen van een hond moeten schoon en helder zijn. Het oog mag niet blijvend tranen en er mag geen etterige uitscheiding uit het oog komen.

Neus

Een droge of natte neus zegt niet zoveel over de gezondheid van je hond. De neus mag niet gebarsten zijn en er mag geen uitscheiding uit komen.

Mond

De lippen en het tandvlees moeten er roze uitzien. Dit betekent dat ze goed doorbloed zijn. Zeer bleek tandvlees kan wijzen op een slechte doorbloeding (bloedarmoede) en felrood tandvlees is een indicatie voor een ontsteking. Wanneer je met je vinger op het tandvlees boven de hoektand drukt, ontstaat een bleke vlek. Deze moet binnen 2 seconden weer zijn weggetrokken. Is dat niet het geval, dan kan er iets mis zijn met de bloedsomloop. Het gebit moet schoon zijn, zonder al te veel aanslag. Een slechte adem kan een indicatie zijn voor een ontsteking.

Lichaamstemperatuur

De lichaamstemperatuur van je hond dient in rust tussen de 38 en 39° c liggen. Je kunt de temperatuur opnemen met een speciale dierenthermometer.

Hartslag

De hartslag van je hond dient in rust tussen de 60 en 150 slagen per minuut te liggen. Grote honden hebben een lagere hartslag dan kleinere honden. Je kunt de hartslag opnemen bij de ader die loopt in de dij, tussen de heup en de knie. De hartslag moet regelmatig zijn.

Ademhaling

Je hond dient in rust zo'n 10 tot 30 maal per minuut adem te halen. Wanneer de hond zonder veel activiteit zeer snel ademt kan dat wijzen op hartklachten maar ook, afhankelijk van de situatie, op pijn of heftige stress.

Urine en ontlasting

Je hond dient regelmatig en zonder moeite te plassen en te poepen. Plast hij ineens veel vaker of minder vaak, dan kan er iets aan de hand zijn. Dit geldt ook als hij ineens veel moeite lijkt te hebben met plassen of poepen of juist diarree heeft. De urine mag ook geen bloed bevatten. De ontlasting van je hond mag geen bloed, wormen of vreemde voorwerpen bevatten.

Gewicht

Houdt het gewicht van je hond in de gaten. Overgewicht kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Maar ook wanneer je hond ineens (veel) afvalt, kan dit wijzen op een ziekte.

Gezonde voeding

Ook een gezonde, uitgebalanceerde voeding én goede voedingswijze draagt uiteraard bij aan de gezondheid van je hond. Een paar tips:

• Het voedsel mag niet te warm of te koud zijn. Het beste is je hond voedsel op kamertemperatuur te geven.
• Het resterende voedsel kun je het beste na ongeveer een half uur verwijderen. Bedorven voedsel geeft diarree en trekt vliegen aan.
• Geopende blikken kun je beter niet langer dan twee dagen in de koekast bewaren.
• Na elke maaltijd dien je de voerbak van je hond uit te wassen met heet water om bacterievorming te voorkomen.
• Je hond moet altijd fris drinkwater tot zijn beschikking hebben.
• Je hond dient rustig en ongestoord te kunnen eten en drinken.
• Sterk gekruid voedsel kan de nieren van je hond aantasten.
• Zoetigheden tasten de tanden van je hond aan en zorgen voor overgewicht. Overgewicht remt de normale ontwikkeling van de botten van de jonge hond en kan op latere leeftijd tot veel problemen (o.a. hartproblemen) lijden.
• Sommige etenswaren voor mensen zijn giftig voor honden! Voorbeelden hiervan zijn: chocolade, cola, koffie, thee, uien, amandelen, abrikozen, avocado's, paddestoelen, nootmuskaat, perziken, rabarber, spinazie, aardappel en tomaten (en de spruiten en bladeren van de laaste twee).

Voorkomen en bestrijden van parasieten

Parasieten zijn levende organismen die andere levende organismen (een gastheer) nodig hebben om te overleven. Parasieten leven in of op een gastheer, bijvoorbeeld een kat, hond of mens. Enkele bekende parasieten waar een hond veel last van kan hebben zijn: vlooien, (maagdarm)wormen, teken en mijten. Door de omgeving van de hond goed schoon te houden en hem regelmatig (uit voorzorg) te ontvlooien en ontwormen, kun je een ernstige vlooien- of wormenbesmetting meestal voor zijn.
De beste manier om besmetting met teken te voorkomen, is het vermijden van contact met hoog struikgewas en hoog gras. Vooral in de zomerperiode. Daarnaast is het verstandig om na de wandeling je hond te controleren op teken en een eventueel aangetroffen teek direct te verwijderen. Net als tegen vlooien en wormen, bestaan er ook (preventieve) middelen tegen teken.
Tegen mijten kun je je hond moeilijker beschermen. Hierbij is vooral een goede hygiëne van belang. Heeft je hond een mijteninfectie, dan moet hij door de dierenarts behandeld worden.

Vaccineren

Gelukkig zijn veel ziekten bij de hond tegenwoordig te voorkomen door ze hiertegen te vaccineren. Een aantal van deze ziekten kan zelfs dodelijk zijn wanneer de hond hiertegen niet is ingeënt. Met een simpele prik kun je dus heel veel narigheid voorkomen voor je huisdier, jezelf en de huisdieren van anderen, want vaak zijn de ziekten ook nog uiterst besmettelijk.
Het is van belang dat je je houdt aan het entschema van de dierenarts. Alleen op die manier kan een vaccinatie zijn werk doen.

Afweercellen aanmaken

Wanneer een hond wordt ingeënt, wordt een heel klein beetje van het virus of de bacterie waartegen geënt wordt in het lichaam gespoten. Het lichaam herkent dit niet en maak afweercellen en –stoffen. Deze beschermen de hond tegen ernstiger gevolgen van een besmetting met het virus of de bacterie. Om te zorgen dat de hond goed beschermd blijft, worden ze doorgaans jaarlijks geënt, zodat de hoeveelheid afweercellen en afweerstoffen op peil blijft. Het lichaam blijft dan immuun tegen deze aandoening.

Vaccineren gebeurt heel simpel via een injectie (onder de huid) of een druppelmethode (b.v. in de neus). Vaccineren is volstrekt pijnloos. De vaccinaties werken het beste bij gezonde dieren zonder wormen. Ontwormen is dus heel belangrijk, liefst enkele weken voor vaccinatie. Het afweersysteem heeft dan alle gelegenheid om afweerstoffen op te bouwen.

De eerste vaccinaties moeten gegeven worden als de pup ongeveer 6 weken oud is. Tot die tijd zijn pups beschermd tegen ziekte, omdat ze afweerstoffen van hun moeder gekregen hebben.

Vaccineren niet verplicht, wel verstandig

Onder 'normale' omstandigheden ben je niet verplicht om je hond te laten vaccineren; je doet dit vooral uit liefde voor je dier en om andermans dieren niet in gevaar te brengen. Wanneer je hond echter naar een pension gaat, zal dit pension een vaccinatie tegen Hondenziekte, Parvo en Kennelhoest eisen. Ga je met je hond naar het buitenland, dan ben je zelfs wettelijk verplicht je hond te laten inenten tegen Rabiës (Hondsdolheid). Dit moet één maand voor vertrek gebeuren en je krijgt daar een officieel certificaat van. Deze maatregel werd getroffen om niet alleen je dier en jezelf te beschermen, maar ook om de verspreiding van de ziekte tegen te gaan.

De belangrijkste vaccinaties in Nederland zijn tegen:

• Hondenziekte
• Parvo
• Rabiës (Hondsdolheid)
• Ziekte van Weil
• HCC (Leverziekte)
• Kennelhoest
• Para-influenza