De zevende week in het leven van een pup
In de zevende week worden de pups steeds drukker en hebben ze meer en meer aandacht nodig. Ze slapen nog wel veel, maar wanneer ze wakker zijn, willen ze spelen en gaan ze op ontdekkingstocht. De pups zitten volop in de inprentingsfase: al wat ze nu leren, zullen ze nooit vergeten. Een interessante periode dus om ze nieuwe en essentiële dingen te leren. Qua zindelijkheid gaan ze er goed op vooruit: soms kunnen ze al drie à vier uur wachten om hun behoefte te doen. Wil je de pups verkopen, dan moet je er nu wel echt werk van gaan maken.
Spelen en slapen
Op ontdekkingstocht
De zeven weken oude pups houden van spelen en van dingen ontdekken. Wanneer ze wakker worden, gaan ze op pad. Alles wordt besnuffeld, ze zetten hun tandjes overal in.
Spelen met broers en zussen
Achter hun broers en zussen lopen wordt een van hun favoriete bezigheden. Hebben ze elkaar dan eindelijk te pakken, dan wordt er op staartjes gesabbeld en een potje gestoeid. Ook touwtjetrek vinden ze reuzeleuk. Met twee of drie, elk aan een eind van een touw en trekken maar! Balletjes die rollen of stevige plastiek flessen die ze niet kunnen stukbijten zijn ook heel leuk om achter te lopen. Geef de pups liever geen oude schoenen of stukken stof om mee te spelen. Zo kweken ze slechte gewoonten, want zij maken geen onderscheid tussen oude schoenen en nieuwe!
Nog veel slaap nodig
Zeven weken oude pups moeten nog heel veel slapen. Hier moeten de baasjes soms voor zorgen. Pups zijn immers als kleine kinderen: ze geven nooit op, ze gaan maar door tot ze doodmoe neervallen. En dat is nu juist niet gezond voor de pup. Beter is het dus om ze geregeld verplichte rust te gunnen, om ze even op te sluiten in de
bench of in een aparte ruimte, waar ze tot rust kunnen komen. Een gebrek aan slaap en rust kan immers tot karakterstoornissen lijden.
Inprentingsfase
De pups zitten nu volop in de inprentingsfase. Dit wil zeggen dat alles wat ze nu meemaken en beleven, voor altijd in hun geheugen gegrift staat. Een ritje met de auto zal er voor zorgen dat ze niet bang meer zullen zijn van de wagen. Een badje nu zal er voor zorgen dat ze niet bang zullen zijn van water. Een wandeling over straat zal hen doen wennen aan geluiden van auto's en moto's. Een stevig onweer zal hen doen wennen aan donder en bliksem. Is de hond bang, dan moet je gewoon doen en hem niet gaan knuffelen of troosten, want dan versterk je zijn angst alleen maar. Het zindelijk maken van de pup zal ook ingeprent zijn. Daar mag ik mijn behoefte doen en nergens anders. Een "neen" voor een bepaalde handeling zal ook ingeprent zijn: ik mag niet bijten, ik mag niet krabben, etc. Er mag zelfs al geoefend worden met commando's als "zit" of "pootje". Verwacht nog geen wonderen, maar alle beetjes helpen. Een goede training nu is het halve werk voor later. Na acht weken zal de socialisering beginnen.
Halsband
Je kan de pup nu ook een halsbandje aandoen. Koop het zo, dat het voldoende kan meegroeien. Pups wennen er nu gemakkelijk aan en zullen niet al te veel tegenstribbelen. Zijn ze er toch niet echt gelukkig mee, laat ze dan beetje bij beetje aan de halsband wennen. Trek de halsband eerst een kwartiertje aan, daarna een halfuur en bouw zo langzamerhand op. Een halsband aan betekent ook dat de hond mee buiten mag aan de leiband. De halsband wordt dus geassocieerd met iets leuks, het gaan wandelen. Ook hier geldt: niet te lang! Meestal wordt aangenomen dat een pup 1 minuut per week in leeftijd mag wandelen. Een pup van zeven weken mag dus hooguit zeven minuten wandelen, drie maal per dag!
Zindelijkheid
De pups beginnen nu al aardig zindelijk te worden. Het nest blijft soms zelfs al proper 's nachts. Ook overdag kunnen ze zich al beter beheersen en worden de behoeften al flink op plaatsen gedaan waar het toegelaten is. Vergeet de pups niet steeds te prijzen of een kleine beloning te geven. Zo associëren ze beter het op de juiste plaats plassen en de beloning. Straffen of roepen is uit de boze. Een pup begrijpt vijf minuten later niet meer wat hij fout heeft gedaan. Ook hem met zijn neus door zijn behoefte wrijven is zinloos.
Wassen en tanden poetsen
De pup mag nu ook al eens gewassen worden. Laat een klein badje, een teil of de gootsteen vol lopen met lauw water. Zet de pup er voorzichtig in en laat hem even wennen aan het water. Breng daarna een kleine hoeveelheid speciale puppyshampoo aan. Hierin zit een speciale stof die de vacht niet uitdroogt maar wel voedt. Spoel daarna af met lauw water. Wikkel de pup in een handdoek en wrijf hem goed droog. Lang moet het badje niet duren. Meestal vindt de pup dit heerlijk! Ook met tanden poetsen mag worden gestart. Met een tandenborstel en speciale hondentandpasta kan je de tandjes voorzichtig poetsen. Zo wordt de hond gewoon aan gewriemel in zijn mond. Handig als er ooit pilletjes moeten worden gegeven of als de dierenarts de mond moet onderzoeken.
Vlooien en teken
Ook bij de pups komen deze vervelende diertjes voor: vlooien en teken!
Teken verwijderen
Teken mag je niet met de hand verwijderen, want dan blijft het kopje zitten. Ze moeten verwijderd worden met een speciale tekentang. Je steekt de tang onder het lichaam van het dier en maakt dan een draaiende beweging. Zo komt ook het kopje mee. Teken moet je altijd verwijderen, want een teek die loslaat kan daarna op de mens overspringen. De mens kan besmet worden en de ziekte van Lyme krijgen.
Vlooienplaag
Ook vlooien kunnen een echte plaag zijn. Wanneer je de pup natmaakt en er verschijnen rode vlekken in zijn vacht, dan heeft de pup vlooien. De rode vlekken ontstaan wanneer de uitwerpselen van de vlo in contact komen met water. Je kan je hondje wassen met een speciale vlooienshampoo. Daarna kan je hem ook een vloeistof in zijn nek gieten met een pipetje, zoals bijvoorbeeld Frontline of Adventix. Regelmatig kammen en borstelen helpt ook al een deel van de diertjes te verwijderen. Belangrijk is wel om ze dan dood te pletten tussen je nagels want als je ze gewoon in het gras gooit, springen ze zo terug op de hond wanneer deze voorbijkomt. Het is ook heel belangrijk om de omgeving van de hond vlooienvrij te krijgen. Stofzuig daarom goed matten en zetels, neem vloeren op met water en dweil. Was dekens en lakens op 90° en vergeet ook de dekens van de hondenmand niet! Zijn de vlooien hardnekkig, dan kan je ook een speciaal product op zetels en matten spuiten, zoals bijvoorbeeld Biokill. Het is belangrijk om hond en omgeving vlooienvrij te krijgen want de hond kan bloedarmoede krijgen wanneer ze te vaak door vlooien worden gebeten. De beten veroorzaken ook veel jeuk en door het aanhoudend gekrab kan de hond huidbeschadiging krijgen.
Afscheid nemen
Het wordt tijd om stilletjes aan afscheid te nemen van de pups. Het is belangrijk om ze op acht weken naar hun nieuwe thuis te sturen. Vroeger is niet aangeraden, omdat de pups zelfstandig moeten leren worden en omdat ze eerst nog hondenmanieren moeten leren van hun ouder(s). Later dan acht weken is ook niet goed, omdat de pup op acht weken het ontvankelijkst is om nieuwe dingen te leren. Hij zit dan in de socialiseringsfase. Het is ook belangrijk dat de pups een eigen thuis krijgen omdat ze dan voldoende aandacht krijgen. Wanneer je vijf of acht of tien pups hebt, kan je ze nooit dezelfde aandacht geven als wanneer je er eentje hebt. Je kan ze moeilijk allemaal tegelijk strelen of op je schoot nemen.