Alles over de kattenplas
Tot het moment dat ik mijn eerste kat kreeg, en dat is letterlijk en figuurlijk een krijgertje geweest, wist ik niet dat er zoveel over de poezen- en katerplas te vertellen was. Toch kan je veel opmaken uit de kattenplas. Wees dus alert, zeker als je kat al wat ander gedrag vertoont.
De grote plas
De kat die op de kattenbak of buiten plast moet een normale houding aannemen, meestal ietwat door de achterpotend zakkend en geconcentreerd. Immers de plas moet mooi op zijn plek vallen en zometeen weer toegedekt.
Op het moment dat dit gedrag anders is, moet je alert zijn. Uit de kattenplas valt veel op te maken.
Blaasgruis
De bekendste en meest voorkomende, waar meer katers dan poezen last van hebben, is blaasgruis. De kristallen zetten zich vast tegen de blaaswand en de urineleider en kan messcherp de wanden beschadigen. Zo ontstaat de bloed die vaak in de urine wordt gezien. Als de kristallen samenklonteren met het bloed in de urine dan kan de plasbuis verstopt raken. Met als gevolg dat de kat niet meer kan plassen.
De plas hoopt zich op in de blaas en de nieren kunnen de afvalstoffen niet meer kwijt. De kat wordt lusteloos, kan niet meer plassen en kan mogelijk zelfs gaan braken. Je moet snel handelen, want de kat kan er heel snel aan dood gaan.
Katers en poezen
Katers hebben een lange smalle plasbuis en de kans dat zij blaasgruis ontwikkelen is vele malen groter. Daarmee niet gezegd dat de poes het niet kan krijgen. Of een kat gecastreerd is maakt voor het ontwikkelen van blaasgruis niets uit.
Wat te doen?
De dierenarts consulteren, direct. Dat is primair de beste oplossing. De ene keer kan de dierenarts het oplossen met een katheter in de plasbuis te gaan (na het toedienen van een roesje) en de andere keer zal het echt operatief moeten. Daarna is het goed om de kat op speciale voeding tegen blaasgruis te zetten. Deze bevat mindere zouten en mineralen dan normale brokken (het kunnen net deze ingrediënten zijn die blaasgruis veroorzaken).
Erfelijk
Als je meer katten uit een nest hebt en een kat heeft het, is de kans aanwezig dat de andere het ook krijgen. De erfelijke factor is hier duidelijk aanwezig. Zet de dieren dan op voorhand op de speciale voeding. Dit kan veel pijn en gedoe voorkomen.
Veel drinken én plassen
Sommige mensen vinden het vervelend als de kat uit de vijver drinkt of uit het toilet (wel met schoon water uiteraard), maar strikt genomen is het niet slecht als de kat overal wat drinkt. Hoe meer de kat drinkt hoe kleiner de kans is dat de kristallen zich vast gaan zetten in de darmwand en urineleider.
En als de kat veel drinkt (zorg altijd voor vers drinkwater), zal de kat dus ook meer plassen en dus is het voor de binnenkat belangrijk dat er altijd een schone kattenbak is. De kat is schoon en zal mogelijk de plas meer ophouden als de kattenbak niet schoon is (of mogelijk naast de kattenbak zijn behoefte doen, waar ook niemand op zit te wachten). De kat die de plas ophoudt heeft vervolgens weer meer kans op blaasgruis.
Voeding
Natuurlijk is het het beste om een maaltijd voor te zetten die alle voedzame stoffen voor de kat in zich heeft. Het beste zijn de betere complete brokken, wat ook wel zo goed is voor de tanden. Natvoet mag wel, maar probeer dit te beperken en laat het mogelijk als een traktatie gezien worden. Voeding voor mensen is in ieder geval niet goed voor de kat. Los van het mogelijke teveel aan zout, kan de kat ook te dik worden. Dit is uiteraard weer funest voor de gezondheid van de kat.
Bewegen
Naast goede voeding is voldoende bewegen ook belangrijk. Natuurlijk zal de oude(re) kat niet zoveel meer rondrennen als een jonge kat. Maar probeer ook de oude(re) kat nog in beweging te houden. Een balletje, een veertje op een stokje of desnoods een oude doos waar gaten in geknipt zijn … alles wat de kat leuk kan vinden kan hem/haar in beweging houden. Behalve dat dit goed is voor de conditie van de kat, zal hij/zij mogelijk ook wat meer eetlust krijgen en zal er genoeg gedronken worden.
Zoals bij de mens vitaliteit belangrijk is, is dat bij de kat niet anders. En als de kat het niet meer zelf doet, dan helpen we het beest een handje.
Tot slot
Als de kat geen blaasgruis heeft maar wel een ongewone houding aanneemt of lusteloos is, is het sowieso niet verkeerd om naar de dierenarts te gaan. Er kan ook iets anders met de kat aan de hand zijn wat de dierenarts op kan sporen. Ben dus altijd alert op het plasgedrag van de kat.