De Appenzeller sennenhond
De appenzeller sennenhond is een ras dat niet iedereen kent. Vandaar dit artikel over de herkomst en de eigenschappen van deze honden.
De appenzeller sennenhond komt oorspronkelijk uit Zwitserland. Ze zijn familie van de Berner sennenhonden, die vaak bekender zijn onder de mensen. De Zwitserse sennenhonden bestaan uit 4 groepen:
- De Appenzeller sennenhond
- De Berner sennenhond
- De grote Zwitserse sennenhond
- De Entlebucher sennenhond
De kenmerken:
Uiterlijk:
De Appenzeller lijkt zoals eerder al gezegd veel op zijn familie de Berner sennenhond. Het enige verschil tussen de twee rassen is dat de Appenzeller kortharig is. De 4 sennenhonden hebben eenzelfde kenmerken: de kleuren black and tan, met typische witte aftekeningen op de borst, het hoofd de poten en de staart. Vroeger in Zwitserland werden de honden voornamelijk gebruikt als vee-drijver -en hoeder en als waakhond. Het honderas is middelgroot. Reuen hebben een gemiddelde schofhoogte van 52-56 cm. En teefjes hebben een gemiddelde schofhoogte van 50-54 cm.
Karakter:
Appenzellers zijn echte werkhonden, hierdoor zullen ze graag het voortouw nemen. Ze zijn gelukkig als de baasjes veel met ze ondernemen en ze aan het werk zetten. Daarbij komt dat deze honden waaks zijn, ze willen graag hun huis en bazen beschermen.
Kortom zijn het lieve, hardwerkende en waakse honden, die niet van hele dage binnenzitten houden.
Overige eigenschappen:
- Wantrouwig tegenover vreemde mensen
- Temperamentvol
- Harde werker
- Gebonden aan het gezin
- Goed uithoudingsvermogen
Samengevat hebben deze honden een baas nodig die vaak thuis is en veel met de hond kan ondernemen, daarnaast is het belangrijk dat de baas weet hoe hij de pup moet opvoeden. Het is bekend dat deze honden een consequente baas nodig hebben, maar behalve dat kunnen ze een hele hechte band opbouwen met het gezin en dan gaan ze voor je door het vuur!