Chartreux (Karthuizer)
De Karthuizer, of, traditioneel genoemd, de Chartreux, vindt zijn oorsprong vermoedelijk in de kloosters van de monniken van Karthuizer in het gebied genaamd Chartreuse in Frankrijk. Het zijn zachtaardige gemoedelijke katten die hun wortels mogelijk al vinden in de 11e eeuw. Een ras met een geschiedenis dus.
Karakter
Karthuizers zijn vriendelijke zachtaardige katten, ze zijn makkelijk in de omgang en over het algemeen bescheiden aanwezig. Ze zijn niet luidruchtig en als ze hun stem eens laten horen zal je slechts een vriendelijke zachte mauw horen wat best kenmerkend is voor dit ras. Ze zijn makkelijk met honden en zeker met kinderen daar deze katten eerder de rust op zullen zoeken dan een haal geven als waarschuwing. De katten zijn speels en actief, maar niet in het bijzonder. Ze kunnen prima alleen zijn al wordt er wel aangeraden de katten met zijn tweeen te houden.
Uiterlijk
De Karthuizer lijkt in veel opzichten erg op de
Britse Korthaar en wordt dan ook vaak met dit ras verward. De Karthuizer heeft, net zoals de Britse Korthaar een gedrongen lichaam, echter zijn er wel menig andere verschillen. Bijvoorbeeld: De Karthuizer heeft langere poten, de kop is wat puntiger zoals je bij de doorsneekat vindt en de oren zijn boven op het hoofd geplaatst. De ogen zijn rond, neusbrug recht, breed en land en met name de katers hebben brede 'katerwangen'. Een zachte uitstaande vacht is een vereiste, hun ondervacht is ietwat wollig. Deze kat wordt alleen gezien in de blauwe kleur. Dit mag varieren van lichtblauw tot donkerblauw. Men geeft de voorkeur aan lichtblauw. De neus, achterkant van de oren en snorhaarkussentjes zienen zilverachtig van kleur te zijn en de ogen mogen van goudgeel tot koper naar amberkleurig zijn. Een groene zweem is niet toegestaan.
Geschiedenis
De oorsprong van de Karthuizer is onbekend, wel wordt er in het jaar 1600 al meldingen gedaan van blauwkleurige katten die zowel in Frankrijk als Rome voorkwamen. Het meest aannemelijke verhaal over het ontstaan van de Karthuizer suggereert dat monniken in het verleden een aantal katten mee hebben genomen naar het afgelegen Chartreuse, een gebied in een bergzaam deel in Frankrijk waar in de 11e eeuw de Karthuizer Monniken zich vestigden. Men vermoedt dat, aangezien de katten ver van ander bewoond gebied woonden, zich niet konden mengen met andere kattenrassen en daardoor zou een heel specifiek blauw ras zich ontwikkeld hebben, die onderling veel op elkaar leken door inteelt. In het verleden werd in Frankrijk de Karthuizer nog gekruist met de blauwe Britse Korthaar. Dit is echter niet meer toegestaan.
Verzorging
De verzorging van de Karthuizer is simpel, gebruik één keer per week een varkensharen borstel en help de kat tijdens de verhaarperiode door zijn of haar vacht door middel van een rubberen borsteltje.