De rui bij een hond
De verharing, oftewel de rui bij honden, kent verschillende typen verharing. Het is belangrijk bij de behandeling van de vacht om te weten welk type verharing een hond heeft.
Blokrui
Dit is de meest voorkomende rui bij honden. Tweemaal per jaar verharen in korte tijd alle hondenharen. De follikels (haarzakjes) doorlopen gelijktijdig de haargroeicyclus. Dit houdt in dat de hond gedurende tweemaal per jaar een korte tijd in de rui is, waarvan deze ruiperiode ongeveer 3-6 weken duurt. In deze periode worden alle haren vervangen. Tussen deze twee periodes van haar is er een rustfase, waarin er geen rui plaatsvindt. Bij het scheren of knippen van het haar buiten de blokrui-periode om, zal het haar maar heel moeilijk opnieuw aangroeien, omdat de follikels zich in de rustfase bevinden. Het haar dat opnieuw aangroeit, is van slechte kwaliteit. Het haar mist een opperhuid en is daardoor doffer, valer, dunner en wolliger.
Bandrui
De bandrui komt bij honden zeer weinig voor. Deze soort rui is wel bekend van konijnen. Bij de bandrui is er sprake van een bandsgewijze verharing. Alle follikels van een band verkeren in dezelfde groeifase. De follikels van een andere band verkeert weer in een ander stadium van de groeifase. Op deze manier ontstaat er een rui waarvan telkens een ander deel van de vacht in de actieve fase is. Bij het scheren of knippen van deze vacht ontstaan er daardoor soms rare plekken in de vacht, waarvan de ene band mooi aangroeit en de andere band veel dunner en doffer is. Door regelmatig scheren of knippen zal men bereiken dat met de tijd iedere band in zijn rustfase word geknipt of geschoren, en daardoor uiteindelijk alle haren een dunnere en wolligere uiterlijk krijgen. Op deze manier ontstaat er voor het menselijk oog weer één geheel in de vacht.
Mozaïekrui
Deze soort rui word tegenwoordig veel vaker bij honden gezien, en brengt de mensen soms tot wanhoop. Het ontstaan van de mozaïekrui is vaak te danken aan de hoge temperaturen die er in huis heersen, in combinatie met andere voeding. Ook ontstaat mozaïekrui vaak na een vroegtijdige activering van de follikels in een blokrui of bandrui, waardoor het ritme ontregelt word en er een continue en onregelmatige rui ontstaat. Deze rui kenmerkt zich doordat kleine groepjes follikels of enkele follikels elk hun eigen haargroeicyclus hebben. Hierdoor ontstaat er een onregelmatige en voortdurende rui. De mozäïekrui is ook bekend bij mensen: bij deze vallen de haren ook verspreid over het hoofd uit en niet met bosjes tegelijk. Bij het knippen of scheren van een hond met mozaïekrui gebeurt er niet veel: de follikels zijn altijd in staat om in de actieve fase te komen en zullen daardoor zonder problemen aangroeien. Wel vertonen de haren na het knippen of scheren, net als bij de andere soorten rui, een extra ontwikkeling van het haarmerg. Hierdoor worden de haren zachter en minder van kleur.
Meerdere soorten rui
Soms zijn er ook meerdere soorten rui binnen één vacht te herkennen. Het is dan mogelijk dat de romp van de hond zich in mozaïekrui bevindt, terwijl de poten juist een blokrui vertonen.
Trimsalon
Voor een hondentrimster is het belangrijk om te weten welk type rui de hond heeft. Helaas word er door veel trimsalons niet nauwkeurig naar de rui gekeken en hierdoor word de eigenaar van de hond niet voldoende geïnformeerd over de gevolgen van de behandeling. In principe kunt u ervan uitgaan dat uw hond na de eerste keer knippen of scheren een andere vacht gaat ontwikkelen. Deze vacht zal minder steviger zijn en ook de kleur verliest wat van zijn glans. Indien uw hond tot nu toe maar tweemaal per jaar verhaarde, is het nu mogelijk dat er een voortdurende rui ontstaat, waardoor u het hele jaar door losse haren in huis terug zult vinden. De eerste reactie die bij de meeste mensen opkomt, is om het haar opnieuw af te knippen of te scheren, omdat korter haar minder opvalt tijdens de rui.
Echter is het ook mogelijk om met geduld de blokrui, die zich kenmerkt door een verharing van slechts tweemaal per jaar, weer terug te krijgen. Hierdoor zal het haar enige tijd met rust gelaten moeten worden. Van knippen of scheren is dan geen sprake meer, net zo min als te ruw borstelen waardoor de haren afbreken. Het kan soms tot enkele jaren duren voordat de oorspronkelijke blokrui weer terug is. Daarom is het beter om van te voren te bedenken of scheren of afknippen van de haren wel gewenst is. Of laat dit doen tijdens de ruiperiode, zodat de follikels zich in hun actieve fase bevinden en de kans krijgen om de haren opnieuw aan te laten groeien. Let op, een hond die geboren is met een mozaïekrui, zal op geen enkele manier door middels van knippen, scheren, voeding of shampoos een blokrui gaan vertonen. Deze rui is genetisch bepaald en niet te beïnvloeden.