Bevalling van de hond
Veel eigenaren van honden zouden graag eens een nestje fokken. Het is erg spannend en bijzonder om dit samen met uw hond een keer mee te maken. In dit artikel kunt u enige informatie vinden over de bevalling van de hond.
De dekking
Een teef wordt gemiddel 2 keer per jaar loops. Tijdens de loopsheid is de teef maar enkele dagen vruchtbaar. Het is dus belangrijk zo goed mogelijk te weten wanneer de teef vruchtbaar is. Het meest betrouwbaar is een bloedtest bij de dierenarts op de 7e-8e dag van de loopsheid. Met deze test wordt het progesteron gehalte in het bloed van de teef bepaald. Meestal is een teefje dekrijp tussen de 9e en 12e dag van de loopsheid. Meteen bij het begin van de loopsheid raken reuen geinteresseerd in de teef. De teef kan dat nog niet waarderen. Ze jaagt de reu, die haar het hof probeert te maken, weg.
Op ongeveer de 9e dag van de loopsheid zal zij de reu niet meer wegjagen. Ze laat de reu nu gewillig snuffelen en er kan een paringsritueel ontstaan. De honden rennen achter elkaar aan en de teef daagt de reu uit, om vervolgens haar achterste naar hem toe te draaien. Vaak rent de teef nog een aantal keren weg, om haar spel opnieuw te beginnen. Uiteindelijk zal zij blijven staan en kan de reu haar dekken. De honden zullen in de meeste gevallen aan elkaar blijven vastzitten. Dit wordt ook wel koppelen of hangen genoemd. Dit is niet absoluut noodzakelijk voor een succesvolle dekking. De reu en de teef kunnen wel tot 45 minuten aan elkaar gekoppeld blijven. Stel de honden eventueel op hun gemak en wacht rustig af totdat ze vanzelf loskomen. Het is raadzaam de teef na twee dagen nogmaals te laten dekken. Dit vergroot de kans op bevruchting. Vaker dan twee keer dekken of meer tijd tussen de dekkingen is dan weer af te raden, omdat de teef dan op verschillende tijdstippen bevrucht kan worden en zij pups van verschillende leeftijden kan krijgen.
De zwangerschap
De dracht van de teef duurt gemiddeld 62 dagen, maar dit kan ook een paar dagen meer of minder zijn. Over het algemeen duurt een dracht met veel pups minder lang en een dracht met een paar pups langer dan 62 dagen. Bij een dracht van minder dan 59 dagen of meer dan 67 dagen is het raadzaam om met de dierenarts te overleggen. Bij een vroeggeboorte kunnen de pups in moeilijkheden komen en als de bevalling te lang op zich laat wachten kunnen moeder en pups gevaar lopen. De dierenarts kan u vertellen of een keizersnede nodig is, of dat er nog wat langer gewacht kan worden.
De werpkist
Het is goed de teef enkele weken voor de bevalling te laten wennen aan de werpkist. Deze kist moet zo groot zijn dat de teef er makkelijk in past en lang uit kan gaan liggen. Aan de voorkant is de kist laag genoeg, zodat de teef er eenvoudig in en uit kan, maar hoog genoeg om de pups in de kist te houden. Bij de wat oudere pups kan dit moeilijk worden, dus is het een optie om een dunnere plaat te maken die aan de voorkant kan worden ingeschoven. Veel teven geven de voorkeur aan een overdekte werpkist.Dit vergroot het gevoel van bescherming en is voor de teef natuurlijker. Het is natuurlijk vanzelfsprekend dat deze overdekking er gemakkelijk afgehaald kan worden. Verder is het belangrijk dat de kist op een rustige, tochtvrije en niet te koude plek komt te staan.
De bevalling
De geboorte is in te delen in drie fasen:
- voorbereidingsfase
- ontsluitingsfase
- uitdrijvingsfase
voorbereidingsfase:
De aankomende moeder bereid zich voor op de komst van haar pups. De drang om een hol te graven is bij veel teefjes nog aanwezig. Dit kan zich uiten in krabben en graven in de werpkist. Als de teef de kans krijgt, kan zij zelfs echt een hol gaan graven (bijv. in de tuin). De teef kan afwisselend onrustig en normaal gedrag laten zien. Meestal likt zij veelvuldig de vulva.
ontsluitingsfase
Tijdens deze fase krijgt de teef weeen. De lichaamstemperatuur daalt dan vaak 1 tot 2 graden. De eetlust van de hond zal een stuk minder zijn en de teef zal vaker naar buiten willen. De teef plast en ontlast steeds kleine beetjes, waarbij de ontlasting wat dunner kan zijn.
uitdrijvingsfase
De uitdrijvingsfase begint als de teef gaat persen. Ze houdt haar staart omhoog en ze houdt haar adem steeds even in.
Tussendoor zal zij weer beginnen te hijgen. Het persen kan erg lang duren. Voor de eerste pup kan dit wel een paar uur zijn.
Wordt de geboorteblaas zichtbaar, of de pup zelf, dan mag het nog maximaal een uur duren. De volgende pups zullen waarschijnlijk sneller geboren worden als de eerste pup. De teef neemt vaak tussen de geboortes van de pups door een pauze. Dit kunnen korte pauzes zijn, maar moeder kan ook rustig een paar uur gaan liggen slapen.
Na de geboorte
Moeder bijt de vliezen stuk en likt haar pup schoon. Dit stimuleert de ademhaling.Bijt de teef de vliezen niet zelf door, dan moet zij hierbij geholpen worden. De navelstreng breekt over het algemeen vanzelf op de juiste plaats af. Als dit niet gebeurt kan er voorzichtig geholpen worden. Als de navel blijft bloeden moet deze op 1-2 centimeter van het buikje worden afgebonden. Likt zij de pup niet schoon en droog, dan is ook hier hulp gewenst. De pups kunnen dan drooggewreven worden met een schone handdoek. Moeder en pup kunnen het beste zoveel mogelijk met rust gelaten worden, zodat de bevalling zo natuurlijk mogelijk kan verlopen. De pups zullen zo snel ze geboren zijn, op zoek gaan naar een tepel. Door te drinken stimuleert de pup het toeschieten van de melk en de voortgang van de bevalling. De nageboorten zullen meestal na elke pup geboren worden.Soms zullen de nageboorten niet eens gezien worden, omdat de teef ze meteen zal opeten. Men doet er goed aan er voor te zorgen dat de teef niet teveel nageboorten eet, ze kan hier namelijk misselijk van worden en diarree krijgen.