Kattenvoeding: een inleiding
De kat is een veelvoorkomend huisdier. Om de kat in een goede gezondheid te houden is het belangrijk dat de kat kattenvoeding krijgt. De meeste huiskatten zijn namelijk onvoldoende in staat zelf voor hun voedsel te zorgen. In dit artikel lees je over de geschiedenis van de kattenvoeding, de behoefte van de kat en het voeren van vers vlees en vis aan de kat.
Geschiedenis van de kattenvoeding
Iedere morgen en avond zetten we een bakje
kattenvoer voor de kat neer. Het bakje water schoonmaken en het water verversen, en klaar! Voor de meeste kattenbezitters is dit een dagelijks terugkerend ritueel. Toch is het nog helemaal niet zo lang vanzelfsprekend dat wij onze katten voeren met speciaal kattenvoer.
De kat is jarenlang een zelfvoorzienend dier geweest. Ondanks dat de kat al zo'n 7000 jaar samen met de mens leeft, is het eerste kattenvoer pas rond 1900 ontstaan. Voor die tijd hield de kat zichzelf in leven met het jagen op muizen en andere kleine prooien. Rond 1900 ontstonden de eerste zogenaamde
commerciële kattenvoeders. Dit kattenvoer is echter compleet niet te vergelijken met ons huidige kattenvoer. Doorgaans voerde men de kat in deze periode met slachtafval van slagerijen.
Rond 1925 kwam het
kattenbrood op de markt. Dit kattenbrood betrof een mengsel van bouillon met gemalen vlees en deeg. Dit mengsel werd gebakken en kon wat langer bewaard worden dan het ruwe slachtafval. In de jaren '70 en '80 van de vorige eeuw kwam er steeds meer vraag naar kattenvoeding met een betrouwbare samenstelling. De fabrikanten van kattenvoer begonnen in deze periode groepen katten te houden welke zij onderwerpen aan diverse onderzoeken naar de behoefte van de kat. Deze onderzoeken zijn momenteel nog steeds gaande, hoewel je wel kunt stellen dat er eigenlijk geen slechte kattenvoeding verkocht wordt, omdat men zich aan bepaalde richtlijnen te houden heeft.
De behoefte van de kat
De kat is een dier dat veel behoefte heeft aan dierlijk vet en dierlijke eiwitten. Deze stoffen zijn met name terug te vinden in vis, gevogelte en vlees. Fabrikanten van
premium kattenvoer weten dit en zorgen ervoor dat het droog- en blikvoer deze ingrediënten bevat. Dit premiumvoer is echter dikwijls aan de dure kant.
Dierlijke eiwitten zijn namelijk behoorlijk duur, veel duurder dan plantaardige grondstoffen. Daarnaast is hoogwaardig dierlijk vlees vele malen duren dan restafval. Het is daarom vrijwel onmogelijk om met voldoende hoogwaardige dierlijke vetten en eiwitten goedkope diervoeding te maken.
Eten wat de pot schaft?
Sommige mensen gaan er van uit dat dieren in het wild enkel
prooidieren eet en dus gevoerd hoort te worden met enkel vlees of vis. Dit is echter een misvatting. Wanneer een kat een prooidier gevangen heeft, eet het niet enkel het zachte vlees op, maar ook stukjes bot, darmen, huid etcetera. Puur vlees of vis voeren is dus veel te eenzijdig en kan problemen met de gezondheid van de kat veroorzaken.
Orgaanvlees kan gevaarlijk zijn voor de kat.
Orgaanvlees bevat namelijk grote hoeveelheden vitamines. Lever bevat bijvoorbeeld veel vitamine A, een vitamine die de kat niet kan uitscheiden. Wanneer de kat te veel vitamine A binnenkrijgt kan het problemen krijgen met de huid en de ogen. Bij zwangere poezen kan een te veel aan vitamine A voor afwijkingen aan de ongeboren kittens zorgen.
Je kan de kat wel
eendagskuikens voeren, dit zijn kuikens die direct nadat zij uit het ei gekomen zijn gedood en ingevroren worden. Deze eendagskuikens bieden de kat namelijk vrijwel alles wat hij nodig heeft, al blijft afwisseling in het voer erg belangrijk.