Rasbeschrijving van de bengaal
Dit artikel bevat de verkorte versie van de algemene rasbeschrijving van de raskat de bengaal, overgenomen van mijn bengalen cattery site Ifness. Een algemene rasbeschrijving wil zeggen waar de raskat in het algemeen aan zal voldoen. Elke kat is anders natuurlijk, maar een globaal beeld geeft het wel.
Land van herkomst: Verenigde Staten
Korte geschiedenis van het ras
De Bengaal is in de Verenigde Staten rond het jaar 1950 ontstaan uit kruisingen tussen wilde Bengaalse tijgerkatten (Felis bengalensis, Asian Leopard Cat) en gedomesticeerde katten, waaronder huiskatten, maar ook raskatten als de Siamees en de Burmees. De eerste kruisingen betroffen geen poging een nieuw ras te creëeren, maar hadden te maken met een wetenschappelijk onderzoek naar kattenleukemie. In latere jaren begonnen enkele fokkers met het doelbewust inkruisen van de Bengaalse tijgerkat om zo een ras te creëeren met het dramatische vlekkenpatroon van de wilde voorvader. Inmiddels is het percentage wild-kattenbloed ongeveer 10 procent. De huidige Bengaal is een vrij betrouwbare kat.
Rasbeschrijving
- Kop: wigvormig, klein in verhouding tot het lichaam, iets langer dan breed. De neusrug is lang en breed met een lichte welving waar de neusrug overgaat in het schedeldak. Zeer gewenst zijn geprononceerde snorhaarkussentjes.
- Ogen: groot en amandelvormig tot rond.
- Oren: tamelijk klein, iets naar voren gericht, breed aangezet.
- Lichaam: vrij lang, gespierd en goed ontwikkeld met zware botten. De achterpoten zijn iets langer dan de voorpoten en de voeten zijn relatief groot en rond.
- Staart: gemiddelde lengte, voelt stevig aan en heeft een afgeronde punt.
- Vacht: opvallend dik, kort tot medium, ligt glad aan en is ongewoon zacht en zijdeachtig.
- Kleur: van lichtgeel tot warmbruin, seal lynx, seal sepia, seal mink.
- Patronen: gevlekt (spotted) of gemarmerd (marble).
Karakter
Bengalen zijn nieuwsgierige, actieve katten die veel ruimte nodig hebben en graag vanuit de hoogte alles in de gaten willen houden. Ondanks dat ze van gezelschap houden, zijn de meesten geen schoot- of knuffelkatten. Ze kunnen eigenzinnig zijn en vertonen nog regelmatig trekken die sterk doen denken aan hun wilde voorvaderen. Ze beschikken normaal gesproken over een groot sociaal vermogen en worden zeer slim en vindingrijk bevonden. Ze kunnen het prima vinden met andere katten en zijn het best op hun plaats met katten die ook actief zijn. Met honden kunnen ze het vaak ook prima vinden. Een Bengaal kan moeilijk alleen, zonder dierengezelschap, gehouden worden. Een bijzondere eigenschap is dat ze dol op water zijn. Ze zijn dan ook regelmatig in de badkamer of zelfs onder de douche te vinden. Het zijn geen gemakkelijke katten om te houden, maar ben je eenmaal om dan wil je waarschijnlijk nooit meer anders!
Verzorging
De Bengaal heeft relatief weinig vachtverzorging nodig. Het is zelfs af te raden de dieren te vaak te kammen of borstelen.