Fietsen met je hond, een leuke activiteit voor hond en baas
Fietsen met je hond kan een leuke en gezonde bezigheid zijn. Afgezien van het feit dat het gewoon lekker is om een stuk te gaan fietsen met je hond, is het ook een gezonde vorm van bewegen voor de hond. De hond loopt in een regelmatig tempo en in een rechtlijnige beweging naast de fiets, zonder daarbij spieren en gewrichten teveel te overbelasten. Het is een goede manier om je hond - en jezelf - fit te houden. Het is wel verstandig om met een aantal zaken rekening te houden, voordat je de weg op gaat.
Niet voor alle honden
Een aantal rassen is minder of niet geschikt om mee te gaan fietsen. Denk aan kortneuzige honden, zoals buldoggen, die eerder last krijgen van kortademigheid. Kleine honden met korte poortjes, zoals een teckel, of honden met een zware lichaamsbouw, zoals een Duitse dog, hebben fysiek veel moeite om langere tijd naast de fiets te lopen. Honden op vergevorderde leeftijd of honden met gezondheidsproblemen kun je ook beter niet laten meelopen naast de fiets.
Vanaf welke leeftijd
De meningen variëren over de leeftijd waarop je met je hond kunt gaan fietsen. De overheersende mening is toch wel dat het wordt afgeraden om te gaan fietsen met een jonge hond, die nog volop in de groei is, om overbelasting van spieren en gewrichten te voorkomen. Wanneer een hond volgroeid is, verschilt per ras. Kleinere honden zijn eerder volgroeid, dan grotere honden. Gemiddeld genomen is een hond volgroeid tussen de een en anderhalf jaar. Bij twijfel, raadpleeg je dierenarts. Je kunt wel vanaf puppyleeftijd er al mee beginnen om je hond te laten wennen aan de fiets.
Wennen aan de fiets
Veel honden vinden het in het begin spannend om vlak naast een fiets te lopen, laat je hond daarom eerst wennen aan een fiets. Begin te wandelen met de fiets in je hand. Loop met de fiets aan je rechterkant en je hond rechts van je fiets. Op deze wijze loopt je hond niet aan de kant van het voorbijrazende verkeer. Oefen ook het nemen van bochten en het commando zit, bijvoorbeeld als je wacht tot het veilig is om een weg over te steken. Pas als een hond rustig en ontspannen kan meelopen naast de fiets, kun je proberen om een klein stukje te gaan fietsen.
Veilig fietsen
Je kunt natuurlijk gaan fietsen met de lijn in de hand. Alleen loop je dan kans om met de fiets te gaan slingeren, zodra je hond je opzij trekt of plotseling stil blijft staan, met mogelijk een fikse valpartij als gevolg. Het is veiliger om een metalen fietshouder, ook wel hondenfietsbeugel of springer genoemd, te gebruiken. Dit is een stang met een veer die je aan het frame onder je zadel vastmaakt. Met dit hulpmiddel heb je allebei je handen vrij om te sturen. De stang houdt de hond op een veilige afstand van pedalen en spaken en de veer vangt het trekken van de hond op, ook bij een fikse ruk. Het is aan te raden om de fietshouder al aan je fiets te bevestigen als je bezig bent met het vertrouwd maken van de fiets. De fietshouder kun je vastmaken aan de halsband van je hond, maar beter nog is het om een borsttuig aan te schaffen. Zo voorkom je dat je hond bij een ruk alleen met zijn kwetsbare nek de klap op moet vangen.
Opbouw
Om blessures te voorkomen en rustig en geleidelijk de conditie van je hond te verbeteren, begin je met kleine stukjes van een paar minuten te fietsen. Bouw dit wekelijks met een paar minuten uit. Hou het fietstempo laag. Ga niet meteen elke dag fietsen, maar las rustdagen in. Je hond hoort in een rustige draf naast je fiets mee te lopen, zeker niet in een snelle en belastende galop. Hou in de gaten, dat je je hond niet volledig uitput, in dat geval heb je teveel van je hond gevraagd.
Algemene tips
- Zie fietsen met je hond niet als vervanging van wandelen met je hond. Een hond moet voldoende tijd krijgen om lekker te snuffelen, een geurspoor te volgen of te socialiseren met andere honden. Het lopen naast de fiets biedt voor een hond weinig geestelijke uitdaging.
- Zorg ervoor dat je hond zijn behoefte heeft gedaan, voordat je begint met fietsen, zodat je niet onverwachts een noodstop hoeft te maken.
- Kies in het begin een route met zo min mogelijk prikkels, zoals druk verkeer of loslopende honden.
- Niet fietsen met temperaturen boven 20 graden. Een hond raakt gemakkelijk oververhit, hij kan zijn warmte alleen kwijt via zijn voetzolen en tong. Bij zonnig weer, controleer of het asfalt niet te heet is.
- Neem bij wat langere afstanden water mee.
- Niet fietsen binnen twee uur voor het eten en een half uur na het eten, in verband met risico op een maagtorsie.
- Controleer de voetkussentjes van je hond op beschadigingen. Als er sneeuw ligt, smeer dan de voetzooltjes in met vaseline. Wissel af met ondergronden (verhard, onverhard).
- Zorg dat je hond goed zichtbaar is als je gaat fietsen in het donker door middel van producten met reflectiestrips of verlichting.
- Als je een tijd niet hebt gefietst met je hond, hou er dan rekening mee dat de conditie weer moet worden opgebouwd.
Lees verder