Berner Sennenhond, een vriendelijke reus
De Berner Sennenhond is een grote, krachtige hond, die vooral bekend staat om zijn vriendelijke voorkomen en zijn aanhankelijkheid naar zijn gezin. Dit ras is sociaal, slim, vriendelijk en goedmoedig. Hierdoor is het relatief ongecompliceerd dit hondenras te houden, mits men voldoende plaats en tijd heeft.
Algemeen
De Berner Sennen komt oorspronkelijk uit Zwitserland en dankt zijn naam aan het kanton Bern, waar hij gefokt werd. 'Sennen' betekent 'boeren in de Alpen'. Hij werd gebruikt als veehoeder, trekdier en waakhond. De Berner Sennenhond is een groot, krachtig ras. De schofthoogte kan wel 70 cm hoog zijn, het gewicht ligt rond de 40 kg, de lichaamsbouw is goed geproportioneerd. De vacht van dit ras is dik, lang, recht en meestal glad, soms licht gekruld. De kleur van de vacht is hoofdzakelijk zwart, met een witte streep over de kop en neus. Ook is het wit op de borst, poten en punt van de staart. De poten zijn bruin, evenals bruine plekken op de borst. Boven de ogen bevinden zich tenslotte ook nog bruine plekjes. Het lange haar van de Berner vergt het nodige onderhoud. Zo moet hij meerdere malen per week geborsteld worden om dode haren te verwijderen en te voorkomen dat de vacht vervilt. Dit is een punt om rekening mee te houden bij de aanschaf van dit ras.
Karakter
Het karakter van de Berner Sennen is over het algemeen heel vriendelijk en goedmoedig. Hij is meestal heel rustig, het is niet echt een hond voor de hondensport. Hij heeft echter wel veel ruimte en beweging nodig. Naar vreemden toe is hij zeer waakzaam, voor bekenden is hij loyaal en vriendelijk. Hij blaft alleen wanneer het echt nodig is. De Berner Sennenhond is uitermate geschikt als gezinshond, omdat hij, normaal gesproken, zeer goed met kinderen overweg kan. Omdat de Berner zo gericht op mensen is, is het geen hond om de hele dag alleen gelaten te worden. Het is dan ook zeker geen geschikt ras om in een kennel te houden. Hij wordt ook wel als reddingshond ingezet, omdat hij zo krachtig en toegewijd is. De Berner is graag buiten. Hij komt oorspronkelijk uit de Zwitserse Alpen, daarom verdraagt hij koude temperaturen beter dan warmte. Wel moet men oppassen met beweging. Zoals bij veel grote hondenrassen kunnen ze gewrichtsproblemen krijgen. De Berner is sociaal naar andere honden, al kunnen ze soms wat onverdraagzaam zijn naar andere reuen. Samenleven met andere huisdieren is geen probleem.
Opvoeding
Bij de opvoeding van dit ras zullen over het algemeen geen grote problemen optreden. De Berner Sennen is een zeer ontspannen kameraad, die praktisch nooit agressief is en goed naar zijn baas luistert. Dit komt doordat het karakter van dit dier zeer goedmoedig en geduldig is, bovendien is hij zeer gericht op zijn baas. Zoals bij de meeste rassen is het belangrijk vroeg met de socialisatie te beginnen, zodat hij weet hoe hij met andere honden en allerlei dingen in het dagelijkse leven om moet gaan. Met kinderen gaat het bijna altijd goed. Dit ras is behoorlijk zelfstandig, door de taken waar hij vroeger voor werd gefokt. Dit kan soms leiden tot eigenwijs gedrag, dus consequent zijn is echter wel belangrijk, zoals eigenlijk ook weer bij ieder ras.
Ziektes
Door de weinige genetische variatie wordt dit ras veel door erfelijke afwijkingen geplaagd. Naast gewrichtsproblemen komen bij dit ras ook vaak nierziekten en kanker voor. Het is belangrijk de Berner na de maaltijd twee uur rustig aan te laten doen, in verband met het gevaar voor een maagtorsie, waar ze gevoelig voor zijn. Een maagtorsie is een maagverdraaiing en kan dodelijk zijn als er niet snel ingegrepen wordt. Het gevolg van dit alles is dat de gemiddelde leeftijd van deze honden relatief laag is in vergelijking met andere rassen. Ze worden meestal maar tussen de zeven en negen jaar oud.