Huisdieren op het spreekuur
De man of vrouw die begaan is met zijn/haar huisdier, zorgt er goed voor en dat wil zegen dat als het nodig is men de dierenarts bezoekt. Behalve de dierenarts opzoeken als er iets aan de hand is, gaat het ook bijvoorbeeld om de jaarlijkse prikjes tegen allerlei ziekten. De meeste dieren worden minimaal éénmaal per jaar ontboden bij de dierenarts en hoewel er ook genoeg dieren komen die het zich nauwelijks beseffen, zijn er ook nogal wat dieren die echt ontdaan zijn en letterlijk met de staart tussen de benen op het spreekuur verschijnen. Kan je je dier voorbereiden?
Laat je dier ontspannen
In de kooi, mand, waterbak of -zak
De vraag in hoeverre je je dier kunt voorbereiden op het spreekuur bij de dierenarts, is mede afhankelijk van het type dier. Veel dieren voelen wel aan dat als ze in een ander mandje gaan, er iets aan de hand is. Of dit nu een hamster, konijn of kat is. De kat die het mandje sowieso al weinig ziet, legt nog eenvoudiger het lijntje naar een onprettige omgeving (als je het alleen daar voor gebruikt). Daar staat tegenover, dat als de kat vaker in de kooi/mand gaat, deze zich wat meer comfortabel zal voelen in deze dan toch “veilige” haven.
Bron: Eigen hond - Annastaal Los meenemen
Het dier wat “los” meegaat is meestal de hond en mogelijk ook de papegaai. Hoewel de dieren je eigen gevoel prima aanvoelen, zijn de meeste toch blij mee te mogen, tot het moment dat de dierenkliniek in beeld komt c.q. je de deur binnenstapt. Veel dieren associëren ook dat jaarlijkse prikje als minder leuk en dus willen ze daar niet zijn. Nu hebben deze dieren geen enorm geheugen, maar ze leggen op een of andere manier wel het lijntje. Dat wil zeggen dat het van de eigenaar van het dier afhankelijk is of en zo ja, je dit proces kunt en wilt beïnvloeden.
Eigenaar van het dier
Het dier in ingespeeld op de eigenaar en dus is het van belang dat je als eigenaar zo ontspannen als mogelijk bent. Er is niets aan de hand, allemaal de gewoonste zaak van de wereld. Dit zeggen tegen het dier – zoals je soms tegen een hond of kat praat - heeft geen zin, je moet het zelf voelen, zelf ervaren en uitstralen. Een dier is primair en reageert op je.
Je houding als eigenaar kan een grote rol spelen in het proces hoe gespannen bijvoorbeeld je hond naar binnen loopt. Als je heel nonchalant in de wachtkamer gaat zitten – en dan niet gespeeld, maar echt – dan beïnvloed je onbewust toch je dier op een positieve manier. Daarmee niet gezegd dat je de angst geheel uit het dier haalt, maar ook al maak je je ergens zorgen over, laat het je dier vooral niet merken.
Afleiding
Afleiding wil ook nog wel eens de angst bij een dier wegnemen en afleiding kan je bieden met bijvoorbeeld speeltjes. Neem iets waar je dier vertrouwd mee is, met je mee en ben actief bezig met het dier. Bij sommige klinieken is ook een uitrenveldje waar je eventueel – nadat je bent aangemeld – nog even naar toe kunt gaan.
De kat in het mandje kan misschien wel een knuffel gebruiken of leg je vertrouwde hand bij het dier en aai de kat. Eventueel ook een leuk speeltje in de mand leggen of minimaal een kleedje of doek waar de bekende geur voor het dier nog aan zit. Praat normaal, zoals je anders ook tegen het dier zou praten. Niet extra leuk gaan doen en slik je eventuele zenuwen in als je met het dier bezig bent.
Bij een kat in de mand een andere kat in de mand (die ook op het spreekuur is) zetten, werkt meestal averechts. Wat je wel kunt doen is een ander dier van thuis ook in de mand zetten, ook al hoeft daar niets mee te gebeuren. Dit is voor het dier zeer vertrouwd en kan het dier rustiger maken.
Bron: Kaz, Pixabay Dier bij de dierenarts zelf
Sommige dierenartsen hebben de gave om bijna alle dieren rustig te krijgen. De uitstraling van de betreffende arts is dusdanig dat het dier niet meteen aanstalten maakt om er vandoor te gaan. Hij of zij praat tegen het dier, aait het vriendelijk en laat aan zich snuffelen. Het geeft geen garanties, maar helpt vaak wel.
Helaas heeft niet iedere dierenarts deze gave en sommige zijn ronduit bot. Het is aan de eigenaar van het dier, voor welke dierenarts hij/zij gaat. Als je het niet erg vindt, want met een beetje geluk ben je er niet zo heel vaak, pak je gewoon de dichtstbijzijnde. Alle dierenartsen houden van dieren, dus ze zullen allemaal functioneel goed met je dier omgaan.
Voorbereiden op behandeling
Het spreekt voor zich dat als je terug moet komen met het dier omdat deze bijvoorbeeld geopereerd moet worden, er ook nog praktische zaken gelden. Denk hierbij aan het nuchter houden van het dier. Medicijnen die juist wel of juist niet op voorhand gegeven moeten worden en hiervoor geldt dat je zo normaal als mogelijk moet doen.Je eventuele eigen stress werkt altijd uit op het dier.
Keuzes maken
Zoals voor de een de keuze van de huisarts belangrijk is, is dat voor de ander ook als het gaat om de dierenarts. Soms zijn ze gespecialiseerd in een bepaald ras wat voordelen kan hebben, andere hebben weer een kliniek waar je je dier zonodig ook kunt achterlaten voor het weekend of waar zelfs op zaterdag spreekuur is. Of ze zitten om de hoek en je kunt er altijd parkeren (het kan maar belangrijk voor je zijn!)
Toch kiezen veel mensen bewust voor de klik met een dierenarts. Als je als mens die klik met de dierenarts hebt, heb je er meer vertrouwen in, straal je dat uit en spreek je zaken gemakkelijker af met hem of haar. Bij het gevoel voor je huisdier is je eigen gevoel bij de man of vrouw die het dier zal behandelen, dus van doorslaggevend belang. Maak de keuze zorgvuldig, is beter voor mens én dier.