De gezondheid van een paard beoordelen
Bij het beoordelen van de gezondheid van een paard is observatie een van onze belangrijkste hulpmiddelen. Systematisch en nauwkeurig de conditie van je paard in de gaten houden is de enige manier waarop geleidelijke veranderingen ten goede of ten kwade tijdig opgemerkt kunnen worden. Maar hoe kun je je paard het beste observeren? En waar moet je precies op letten?
Observeren van paarden
Met het observeren van paarden kunnen geleidelijke veranderingen worden opgemerkt. Observeren werkt het beste door het regelmatig en systematisch te doen. Maak foto's en video-opnamen van je paard in stilstand en in beweging, bij voorkeur vanuit alle hoeken en in alle gangen, rechtuit en op de volte, op harde en op zachte ondergrond. Je kunt ook een logboek bijhouden waarin je de voortgang van de training, het dieet en de eetlust, maar ook het gedrag van je paard opschrijft. Zo kun je veranderingen in zijn conditie, manier van bewegen en gedrag direct opmerken, de oorzaak sneller ontdekken en tijdig ingrijpen als dat nodig is.
Waar moet je op letten?
Het is beter te vragen waar je niet op moet letten, want het antwoord zou veel korter zijn: nergens. Alles wat je paard laat zien, in zijn beweging, zijn conditie en zijn gedrag, is relevant. Zeker in de eerste fase, waarin je de basiswaarden aan het bepalen bent. Dat is de fase waarin je je paard observeert om te ontdekken wat 'normaal' is voor hem, of in ieder geval wat zijn huidige conditie is. Wanneer je daar een helder beeld van hebt, kun je je op mogelijke problemen gaan richten en tijdens de behandeling je observaties meer focussen op veranderingen in dat gebied. Daarbij mag je echter niet de andere aandachtsgebieden uit het oog verliezen, anders mis je wellicht belangrijke informatie.
De basiswaarden
De basiswaarden zijn de conditie en het gedrag dat het paard laat zien op het moment waarop je met je observaties begint. Om de observaties overzichtelijk te houden, kun je deze in drie verschillende categorieën verdelen:
- Uiterlijk
- Beweging
- Gedrag
Deze categorieën kunnen vervolgens op hun beurt ook weer onderverdeeld worden in subcategorieën:
Uiterlijk
- Oren, ogen, neus en mond
- Huid
- Conditie (d.w.z. bespiering en gewicht)
- Andere opvallende zaken
Beweging
- De basisgangen
- Stelling en buiging en rechte lijn
- Harde en zachte ondergrond
Gedrag
- Op stal
- In de wei/vrij bewegend
- Met andere paarden
- Met mensen
- Tijdens het verzorgen, inclusief dierenarts en hoefsmid
- Tijdens het opzadelen/aanspannen
- Tijdens het werk
- Rondom voer en tijdens eten
- Op vreemde locaties of in onverwachte omstandigheden
Aanwijzingen voor problemen
Door regelmatig observaties te doen in deze gebieden leer je je paard heel snel goed kennen en kun je veranderingen sneller opmerken. Maar hoe weet je nu of er een probleem is in één van deze categorieën?
Het uiterlijk
Er zijn een aantal zaken waarop je kunt letten bij het observeren van het uiterlijk van je paard. Zo moeten de oren, ogen, neus en mond van je paard schoon zijn. Slijmvliezen mogen niet rood zijn of bloeden. Het oog moet zacht glanzen en neusuitvloeisel moet doorzichtig en waterig zijn. Tranende ogen, vuil in de oren of bloed of dikke, gelig of groen uitvloeisel uit de neus wijzen op problemen. Ook opgezette of rode slijmvliezen of tandvlees kunnen wijzen op infecties.
De huid is een goede indicatie van de algehele gezondheid van een paard. Een gezond paard heeft een zachte, gladde en aangenaam warme huid met een duidelijke glans. Afwijkingen hiervan kunnen op problemen wijzen. Let op zeer warme plekken, zwellingen, beschadigingen van de huid en de vacht of opmerkelijke haargroei. Een doffe vacht of haar dat uitvalt zijn ook redenen voor extra waakzaamheid.
De conditie van een paard heeft betrekking op zijn algehele gewicht en de verhouding tussen bespiering en vetweefsel. Eén bekende manier om de conditie van het paard te controleren is door te letten op de ribben. Bij een paard met een gezond gewicht zijn de ribben op de flanken niet zichtbaar maar wel voelbaar. Spieren horen niet keihard te zijn, maar meer aan te voelen als stevige pudding. Ze horen dan ook niet als slap elastiek te flubberen. Let er ook op dat de bespiering aan beide zijden van het paard, tussen de voor en achterhand en tussen de onderkant en bovenkant van de nek in balans is.
Je kunt ook het gewicht van je paard laten meten, of het zelf schatten door middel van de volgende berekening:
- ((Borstomvang in cm x 4,3) + (Schofthoogte in cm x 3)) - 785 kg = Gewicht in kg.
De borstomvang meet je door een meetlint van de punt van de schoft achter de voorbenen langs (op de plek waar normaal de singel loopt) en weer omhoog te laten lopen. De schofthoogte meet je van de grond tot de punt van de schoft.
Dit paard is te mager. Let op de ingevallen achterhand, uitstekende ribben en magere nek. /
Bron: Andrevruas, Wikimedia Commons (CC BY-3.0) Dit paard heeft overgewicht. Let op de vetbulten op zijn flanken, borst, nek en achterhand. /
Bron: Confuslefu, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Beweging
Bij het beoordelen van de beweging van het paard willen we zien dat het paard ontspannen en met ruime passen loopt. Spieren horen 'mee te deinen' met de beweging. Tekenen van spanning zijn het hoog houden van de nek, wegdrukken van de rug, stijve en korte passen. Wanneer een paard plotseling anders gaat bewegen, is het zaak er een dierenarts bij te halen. Het is van belang heel goed op te letten. Paarden zijn prooidieren en daarom lopen ze vaak gewoon door ook als ze geblesseerd zijn, tenslotte willen ze niet dat roofdieren hun zwakte opmerken, alleen opmerkzame eigenaren zullen desondanks zien dat hun manier van bewegen verandert.
Dit paard beweegt ontspannen. Let op de lage nek en ontspannen kaak, de bolle rug en ruime passen. /
Bron: Ceiling, Wikimedia Commons (CC BY-2.0)
Gedrag
Gedrag is ook een hele goede indicatie van de gezondheid van je paard. Paarden communiceren continu, maar de enige manier waarop ze met ons kunnen communiceren is door middel van hun gedrag en veranderingen daarin. Het is daarom van groot belang dat eigenaren van paarden het karakter en gedrag van hun paard zeer goed leren kennen. Daardoor kunnen afwijkingen snel worden opgemerkt. Paarden vertonen gedrag nooit 'zomaar'. Er is altijd een reden voor een bepaald gedrag en het is onze taak erachter te komen wat die reden is. In hoofdlijnen zijn er drie oorzaken waardoor het gedrag van een paard veranderen kan:
- Fysieke oorzaken: Pijn/ongemak/ziekte
- Omgevingsfactoren: Ongeschikt management (eenzame opsluiting, ongeschikt voer, stressvolle omgeving, te weinig of te intensief werk etc)
- Omgang: Onkundige omgang door verzorgers/ruiters (verkeerde reacties op gedrag zoals angst belonen of bestraffen, paard leiding over laten nemen, signalen van spanning bij het paard niet herkennen en/of negeren)
Het gedrag dat een paard laat zien hangt voor een groot deel af van het karakter van het paard en de oorzaak en ernst van het probleem. Sommige paarden worden extreem angstig, anderen trekken zich terug in hun schulp en komen lusteloos over, weer andere paarden worden juist extreem agressief. Bij iedere indicatie van dit soort gedrag moet een eigenaar alert zijn en op zoek gaan naar de oorzaak, te beginnen bij het bovenstaande lijstje met hoofdoorzaken. Daarna is het zaak te proberen de oorzaak weg te nemen en ook daarbij weer de veranderingen goed bij te houden.