Conditie paard meten: hartslag, longvolume en bloeddruk
Tegenwoordig worden steeds meer paarden getraind met behulp van hartslagmeters en andere apparatuur om de verschillende waarden van het paard te meten vóór, tijdens en na de training. Deze meetinstrumenten kunnen heel nuttig zijn om de conditieopbouw van je paard te kunnen controleren. Maar om echt gericht de conditie van je paard te kunnen trainen moet je weten wat die waarden precies betekenen en kennis van de werking van longen, hart en bloedvaten is daarbij onmisbaar.
De functie van hart, longen en bloedvaten van het paard
De belangrijkste functie van het hart, de longen en de bloedvaten is de opname en verspreiding van zuurstof. Daarnaast zorgen het hart en de bloedvaten ook voor het transport van allerlei andere (afval)stoffen. In vergelijking met mensen zijn het hart en de longen van het paard relatief heel groot. Het paard heeft dat extra volume nodig om een vlucht te kunnen volhouden totdat het roofdier het opgeeft. Wij maken gebruik van het uithoudingsvermogen van het paard voor onze eigen doeleinden, zoals bijvoorbeeld racepaarden en endurance paarden, die enorme inspanningen moeten leveren. We moeten ons ervan bewust blijven dat het hart en de longen van het paard, net zoals de spieren en het skelet, nooit bedoeld waren om langdurige (enkele uren of nog langer) inspanningen te leveren. Trainers worden zich daarom steeds meer bewust dat er nog veel te bereiken valt in het gericht trainen van de conditie en uithoudingsvermogen van paarden.
Meten is weten
Een manier waarop trainers proberen het uithoudingsvermogen van paarden te testen en gericht te trainen is door het meten van allerlei waarden. Hiervoor worden instrumenten gebruikt die hartslag, longvolume en ademhaling en bloeddruk meten. Als je hiervan gebruik wilt maken, moet je weten wat die waarden betekenen.
De waarden
Er kunnen verschillende waarden worden gemeten met betrekking tot de training van conditie en uithoudingsvermogen:
- Hartslag (HR): Het aantal hartslagen per minuut. Gemiddeld ligt die waarde tussen 25 en 40 bij een paard in rust.
- Maximale hartslag (HRMax): Het maximale aantal hartslagen per minuut dat het paard aankan. Gemiddeld zou die waarde tussen de 210 en 280 liggen.
- Slagvolume (Vs): Het volume bloed (in ml) dat bij iedere hartslag wordt rondgepompt. Bij een paard van 500 kilo is dat op rust ongeveer 900 ml en bij inspanning kan dit oplopen tot 1200 ml.
- Hartminuutvolume (Vhart/minuut of cardiac output): Het volume bloed (l) dat per minuut wordt rondgepompt. Bij een paard van 500 kilo is dat in rust 30-45 liter, bij inspanning kan dit oplopen tot 240 liter per minuut.
- Ademhalingsfrequentie: Het aantal ademhalingen van een paard per minuut. Een paard in rust haalt tussen de 12 en 20 keer adem per minuut, bij inspanning kan dit oplopen tot 180 ademhalingen per minuut (3 per seconde!).
- Ademvolume (TV): De hoeveelheid lucht die wordt in- en uitgeademd bij iedere ademhaling. Een paard van 500 kilo ademnt in rust zo'n 4 tot 7 liter lucht, bij inspanning loopt dit op tot ongeveer 10 liter.
- Ademminuutvolume (MV): Het volume lucht dat per minuut door de longen passeert. Een paard van 500 kilo kan in rust per minuut 100 liter lucht verwerken. Bij inspanning kan dit oplopen tot 1500 liter.
- Maximale zuurstofopname (VO2Max): Het maximale volume zuurstof dat een paard per minuut verbruiken kan. Gemiddeld ligt dit rond de 200 ml per kilo gewicht. Dus voor een paard van 500 kilo is dit ongeveer 100.000 ml oftewel 100 liter.
Wanneer meten
Allereerst moet je weten wat de basiswaarden van je paard zijn. Dit doe je door te meten wanneer je paard in rust is, dat wil zeggen, wanneer hij in de afgelopen 3 uur geen inspanningen heeft geleverd. Als je dit een paar weken lang iedere week een keer hebt gedaan krijg je een goed beeld van wat de normale waarden van je paard in rust zijn. Nu ga je dit proces herhalen tijdens en na inspanningen. Let goed op welke inspanningen je paard levert, de waarden kunnen per type inspanning enorm variëren. Als je hiervan een logboekje bijhoudt krijg je vanzelf een heel goed beeld van welke oefeningen veel vragen en welke minder.
Starten met conditietraining bij het paard
Nu je een goed beeld hebt van wat de basiswaarden van je paard zijn en hoe je paard reageert op inspanningen, kun je je trainingen geleidelijk gaan aanpassen om de conditie van je paard te verbeteren. Hierbij is het doel wat je voor ogen hebt van belang. Ook is het belangrijk dat je de trainingen geleidelijk opbouwt en daarbij de conditie van je paard in de gaten blijft houden. Het is daarom verstandig dat je met je dierenarts en/of trainer bespreekt wat je doelen zijn en hoe je de waarden van je paard het beste kunt gaan verbeteren, daarbij altijd rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen van het type en karakter van je paard.
De hartslagmeter
Conditietraining doe je het beste door een bepaald hartslagritme na te streven in de trainingen. Het ideale hartslagritme voor conditietraining is overigens, net zo min als voor mensen, ook voor paarden niet hetzelfde als de maximale hartslag. Het bereiken van de maximale hartslag en maximale ademhaling is een duidelijk signaal dat het paard overvraagt wordt en levert acuut gevaar op voor zijn gezondheid. Het hartslagritme wat je nastreeft ligt dus onder de maximale hartslag, en gemiddeld gezien dichter bij de hartslag in rust dan je misschien verwacht. Het wordt gedefinieerd als een percentage van de (geschatte) maximale hartslag van je paard. Tijdens de training doe je oefeningen die je paard op het gewenste hartslagritme brengen en je probeert hem daar steeds een beetje langer te houden. Gaat dit goed, dan kun je geleidelijk een hoger hartslagritme nastreven.
Hersteltijd
Een belangrijke indicator voor de voortgang van de training wordt gevormd door de hersteltijd. Dit is de tijd die het paard nodig heeft om de hartslag na inspanning terug onder de 80 slagen per minuut te brengen. Hoe sneller dit lukt, hoe beter de conditie van je paard. De hartslag van een paard met een goede conditie moet binnen 2-3 minuten beneden de 80 slagen per minuut liggen. Lukt dit niet, dan is de training te zwaar geweest. Geef je paard in dit geval extra tijd om te herstellen en wees bedacht op tekenen van blessures.
Nog een reden om basiswaarden bij het paard te meten
Naast conditietraining is het meten van de basiswaarden van je paard ook een goede manier om zijn algehele gezondheid in te gaten te houden. Onverklaarbare vesnelde ademhaling of hartslag kunnen o.a. duiden op oververhitting, koorts of koliek. Naast de bovenstaande waarden is het meten van de temperatuur en het gewicht van je paard daarbij ook van belang. Je kunt het gewicht van je paard schatten door de volgende berekening uit te voeren, maar je kunt ook speciale meetlinten of een paardenweegschaal huren/kopen voor dit doel:
((Borstomvang in cm x 4,3) + (Schofthoogte in cm x 3)) - 785 kg = Gewicht in kg
De borstomvang meet je door een meetlint vlak achter de schoft, onder de buik achter de voorbenen langs en weer omhoog bij het beginpunt te leggen. De schofthoogte meet je door vanaf de grond tot het hoogste punt van de schoft te meten.
Temperatuurmeting gaat via een eenvoudige thermometer in de anus van het paard. Wel is het slim om een touwtje aan de thermometer vast te maken en deze vast te houden of vast te klikken in de staart, voor het geval hij naar binnen floept.