mijn kijk op

Positieflijst of huisdierlijst, een mislukt project?

Positieflijst of huisdierlijst, een mislukt project? De politiek werkt al vele jaren aan de zogenaamde positieflijsten, door het ministerie van Economische Zaken sinds kort ook wel huisdierlijst genoemd. Als een gehouden dier, gezelschapsdier of hobbydier, niet op de lijst komt dan mag dit dier niet meer houden worden. Tot op heden is er nog steeds geen lijst die op grond van geldende wetgeving langer dan een paar maanden de toets van de kritiek heeft kunnen doorstaan. De WUR (Wageningen University & Research centre) heeft al een reeks van jaren onderzoek gedaan naar zoogdieren, die al dan niet op de lijst zouden mogen komen, in een aantal rapporten die zwaar onder vuur hebben gelegen. Toch besloot het ministerie om op grond van deze rapporten een zeer groot aantal soorten zoogdieren te gaan verbieden. De bedoeling was dat de zoogdierenlijst op 1 januari 2014 van kracht zou worden, maar in een commissievergadering van 2 december 2013 kondigde toenmalig staatssecretaris Dijksma aan dat de invoering werd uitgesteld naar 1 juli 2014.

Wat vooraf ging

Geen inspraak of samenspraak over positieflijst

Bij het opstellen van de zogenaamde positieflijsten is gekozen om allereerst de gehouden zoogdieren te gaan beoordelen, daarna zou het onderzoek volgen naar vogels, reptielen, amfibieën, vissen en andere soorten. De sector van de dierhouderij werd door de overheid met het ingezette beleid om tot een positieflijst te komen volledig buiten spel gezet. De opdracht aan de WUR werd op 23 juni 2009 verstrekt, de sector mocht eerst in juni 2011 kennis nemen van de als voldongen gepresenteerde methode. Inspraak en ook geen samenspraak van de houderijsector met honderdduizenden leden was er in het geheel niet geweest. Toen op de rapporten kritiek kwam heeft men slechts op enkele onderdelen een aanpassing gemaakt.

Doorzonwoning en gehouden dieren

Men ging er oorspronkelijk van uit dat bij het al dan niet kunnen houden van dieren, de dieren gehuisvest zouden zijn in een doorzonwoning met een klein tuintje. Deze beperking zou wel heel erg veel zoogdieren kunnen verbieden die in parkjes of grote tuinen worden gehouden, denk bijvoorbeeld maar aan de Wallaby, een redelijk veel gehouden kleine kangoeroe, wasberen, alpaca's maar ook aan mensen die bijvoorbeeld konijnen fokken. Toenmalig staatssecretaris Bleker gaf in een brief aan het Platform Verantwoord Huisdierenbezit (PVH), die ageerde tegen het voornemen van de positieflijst, aan dat de normgeving van de doorzonwoning zou vervallen. Toch werd ook met het vervallen van de doorzonwoning het er niet veel beter op. Alle andere fundamentele kritiekpunten werden namelijk genegeerd. Het ministerie en de WUR koerste duidelijk af op het beperken van zoveel mogelijk soorten en daarbij zocht men de grenzen op en ging daar ook overheen. Dat bleek in het verdere proces een vlotte voortgang niet te bevorderen.

De systematiek van de WUR bij de positieflijst

Geen onderzoek aan gehouden dier

De WUR verzamelde oneliners uit wetenschappelijke literatuur over in het wild levende dieren die ook voor een belangrijk deel gehouden worden door de mensen. De WUR stelt in een van de rapporten dat voor een goede beoordeling eigenlijk alleen maar uitspraken kunnen worden gedaan door onderzoek aan het gehouden dier. Een respectabel standpunt. Het is dan wel opmerkelijk dat men deze weg niet kiest en zonder enig onderzoek aan het gehouden dier, de dierhouders die deze dieren houden en de literatuur die in deze kringen wordt geschreven in het geheel niet wil betrekken bij het onderzoek. Het kan ook zijn dat het ministerie niet voor deze aanpak koos omdat dan hun doelstelling om zoveel mogelijk dieren te verbieden niet gehaald zou worden. Dat de politiek dergelijke onderzoek kan sturen is geen geheim, zo bleek uit een rappoort van de Onderzoeksraad voor Veiligheid gepubliceerd in maart 2018. Geen onderzoek dus aan het gehouden dier.

oneliners zijn het uitgangspunt bij de huisdierenlijst

Gekozen werd voor literatuuronderzoek. Een onderzoeker op de WUR krijgt gemiddeld vier uur de tijd om uit wetenschappelijke literatuur oneliners te verzamelen en mag zich daarna een ‘expert’ noemen voor deze diersoort! Met de verzamelde informatie van vier uur, beoordelen dan andere wetenschappers weer of een dier gehouden zou kunnen worden of niet. Dat deze andere wetenschappers ook een eigen persoonlijke en geen wetenschappelijke opvatting kunnen hebben of je dieren wel of niet zou moeten houden wordt wel gezien door de WUR, maar daar wordt geen consequentie aan verbonden. Kortom, geen onderzoek aan het gehouden dier waarbij volgens de WUR alleen maar betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan, nauwelijks tijd om gegevens te verzamelen en een beoordeling waarbij persoonlijke opvattingen een rol kunnen spelen en als consequentie dat bij onvoldoende informatie het dier het voordeel van de twijfel moet worden gegeven en dus verboden moeten worden. Het was bijna voorspelbaar dat de methode niet houdbaar zou blijken te zijn omdat het in strijd was met het Andibelarrest uitgesproken door het Europese Hof. Als de overheid een dier wenst te verbieden dan ligt de bewijslast bij de overheid. Bij onvoldoende kennis kan men geen dier verbieden, maar moet onderzoek worden gedaan aan het gehouden dier. Uiteindelijk werd ook door het ministerie van Economische Zaken ingezien dat deze weg een doodlopende zou zijn en zonder tussenkomst van een rechter besloot men het over een andere boeg te gaan gooien.

Aanpassing onderzoeksmethode om te komen tot een positieflijst

De PEC en PAC

De onderzoeksmethode werd aangepast en werden ‘deskundigen’ vanuit de stakeholders betrokken bij de beoordeling van de dieren. Het Platform Verantwoord Huisdierenbezit en Dibevo (brancheorganisatie dierenspeciaalzaken) leverden ieder een deskundige aan en Dierenbescherming, Stichting Aap en de Dierencoalitie leverden hun deskundigen aan. Zij werden lid van de ‘Positieflijst Expert Commissie’ (PEC). Hun bevindingen werden voorgelegd aan een onafhankelijke commissie, de ‘Positieflijst Advies Commissie’ (PAC) die de staatssecretaris een plaatsingsadvies zou geven op basis van de gegevens die de PEC aanleverden. Toen bleek dat met deze methode er erg veel dieren gewoon gehouden konden worden zinde dat de antidierhouderij niet. In de zomer van 2016 had men een besloten overleg met de dossierhouder op het ministerie. De belangenbehartigers van de hobby- en huisdierhouders, Dibevo en het PVH, werden buiten dit (geheim) overleg gehouden. Het overleg resulteerde in een stringentere toepassing van het zogenaamde voorzorgbeginsel, was er geen of weinig wetenschappelijke literatuur over een bepaalde diersoort aanwezig dan diende het voorzorgbeginsel te worden toegepast en mocht een diersoort verboden worden.

Eenzijdige verandering van de spelregels[

Dit was in strijd met het ‘Andibelarrest’ van het Europese Hof die in deze gevallen een onderzoekplicht legt bij de overheid die een dergelijk dier wenst te verbieden. Maar, zo betoogde de dossierhouder op het ministerie die zijn opleiding bij stichting AAP had doorlopen, alles was juridisch door de landsadvocaat getoetst en deze zou de voorgestelde methode helemaal als juridisch juist onderschrijven. Toen het Platform Verantwoord Huisdierenbezit met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur om dit advies vroeg bleek dit advies er helemaal niet te zijn. De landsadvocaat zou een mondeling advies te hebben gegeven, zo was het verweer! Een zwaar middel in de strijd werpen zoals een toetsing door de landsadvocaat terwijl dat advies er niet is, is geen fair play, oftewel een overtreding van een ongeschreven regel van behoorlijk bestuur. Ook de PAC gaf bij de nieuwe opzet geen plaatsingsadvies meer, het was de staatssecretaris die alleen en natuurlijk op advies van de dossierhouder op het ministerie een besluit neemt over de lijst.

Is welzijn van dieren wel het doel van het ministerie?

Het ministerie denderde door op de nieuwe methodiek en dat resulteerde in een nieuwe conceptlijst die vele dieren zou gaan verbieden. Dit besluit werd in 2017 inderdaad genomen en maar liefst 153 zoogdiersoorten werden verboden, van deze soorten was er in de voorgaande jaren slechts één inbeslagname geweest. Dit is toch een duidelijke indicatie dat er met het houden van deze dieren niet veel mis is. Voor honden, die helemaal niet getoetst worden voor de huisdierenlijst, is een werkgroep Hulp Inbeslaggenomen Honden vanwege bijtincidenten actief in Nederland en dat is met minimaal 150.000 hondenbeten per jaar niet echt verwonderlijk, dat zijn namelijk bijna 3000 incidenten iedere week! Ook verwaarlozing en mishandeling van honden is een zaak die volgens de Hondenbescherming regelmatig voorkomt. Volgens deze organisatie blijkt dat veel hondenhouders onvoldoende in staat zijn om verantwoord met hun dier om te gaan. Het komt dan ook regelmatig voor dat inspecteurs honden uit hun benarde situatie van verwaarlozing en mishandeling worden gehaald. Honden houden mag zonder enige beperking, daar wil het ministerie niet naar kijken want deze zijn bij voorbaat uitgezonderd voor een beoordeling van de positieflijst of huisdierenlijst. Wel 153 andere soorten verbieden waarvan de afgelopen jaren slechts eenmaal bij een soort één inbeslagname is geweest. Dat het welzijn van dieren en het gevaar voor de mens voor de politiek en het ministerie helemaal geen onderwerp lijkt te zijn laat zich echt niet duidelijker schetsen. Het lijkt als doel te hebben exoten te verbieden, welzijn van dieren en gevaar voor mensen wordt daaraan gewoon aan ondergeschikt gemaakt. Merkwaardig is dat ook Stichting AAP, Dierenbescherming en de Dierencoalitie zich in deze opstelling kunnen vinden en deze beleidslijn ondersteunen.

Dierwelzijn, zoönosen en gevaar voor de mens

Niet bij alle dieren het welzijn borgen

Wat allemaal begon als een bijdrage aan dierwelzijn, lijkt inmiddels te eindigen in het verbieden van diersoorten die veelal op een uitstekende wijze gehouden worden, terwijl de soorten met welzijnsproblemen gewoon gehouden mogen worden. Als het immers om dierenwelzijn zou gaan is het op zijn minst wonderlijk dat dieren bij wie het welzijn niet onbetwist is, gewoon buiten de wet zijn geplaatst en niet beoordeeld worden. Op de eerste plaats komt dat omdat de landbouwhuisdieren die als huisdieren worden gehouden, waaronder ook onder meer het konijn en de geit, buiten de beoordeling van de positieflijst kwamen te vallen. Het konijn is mogelijk het huisdier waar de meeste welzijnsproblemen mee zijn. En daar zijn vervolgens ook nog de hond en de kat, huisdieren waar tal van welzijnsproblemen mee zijn zoals verwaarlozing, onvoldoende beweging, het afstaan van vele honden en katten aan asielen en het laten verwilderen van katten. Deze groep van dieren die verreweg de grootste groep van gehouden dieren vormen, zijn dieren die zijn uitgezonderd voor een beoordeling op de positieflijst! Dit wekt meer dan de indruk dat het de overheid en vooral de politieke partijen die aangedrongen hebben op de positieflijst niet daadwerkelijk gaat over het welzijn van de gehouden dieren. De politieke partijen hebben overigens nooit aangegeven dat deze uitgezonderde dieren niet beoordeeld behoefden te worden. Dit is een gevolg van de systematiek van de dossierhouder op het ministerie met goede connecties met Stichting AAP, Dierenbescherming en de Dierencoalitie. Als de meest gehouden huisdieren als hond en kat als referentiedieren voor de gehouden dieren gebruikt zouden zijn bij de zoogdieren en men had deze dieren niet willen verbieden dan waren slechts enkele zoogdiersoorten verboden waaronder de leeuw en tijger en een enkele soort die zeer specifieke eisen stelt waaraan niet voldaan kan worden in de dierhouderij.

Zoönosen

Het voorkomen van zoönosen bij dieren is eveneens een reden om een dier niet op de positieflijst te plaatsen. Een zoönose is een infectieziekte bij dieren die op de mens kan worden overgedragen. Iedereen kent waarschijnlijk wel de Q-koorts die in Nederland veel mensen ernstig ziek heeft gemaakt vooral door overdracht van geiten. Zeker zo’n 100.000 mensen zijn besmet geraakt waarvan er ten minste 74 overleden. Maar ja, een geit is een landbouwhuisdier en die wordt niet beoordeeld voor een positieflijst. Ook niet anders ligt dat voor de hond en de kat. Deze zijn ook niet beoordeeld voor de positieflijst. Deze dieren zouden gedomesticeerd zijn en zouden bij het leven met de mens geen welzijnsproblemen ondervinden. Hoewel men hier alles op af kan dingen, ligt dat zeker bij zoönosen nog niet zo eenvoudig. In het schriftelijk overleg van september 2013, herinnert de Partij voor de Dieren de toenmalige staatssecretaris Dijksma er aan dat haar voorganger (Bleker) heeft toegezegd “bij de positieflijst het principe te hanteren dat bij twijfel een dier niet op de lijst komt.” En dan komt de vraag van de Partij voor de Dieren: “Is de staatssecretaris bereid het houden van dieren, waarbij er een risico op zoönosen aanwezig is, helemaal te verbieden?”
Op 2 december 2013 is de staatssecretaris daar bij het overleg niet echt op ingegaan. Misschien dat de staatssecretaris de impact van deze vraag doorzag. De hond, en zeker de kat, dragen vele zoönosen met zich mee die risicovol zijn voor de mens. Zou de staatssecretaris de Partij voor de Dieren volgen in hun opvatting dan zou dat onherroepelijk leiden tot een verbod op het houden van honden en katten. De staatssecretaris zou dan de ‘gebeten hond’ zijn en de Partij voor de Dieren zou een kroon op hun werk kunnen bijschrijven namelijk het verbieden van vele huisdieren. Zover is het nog net niet gekomen. Maar de strijd is nog niet gestreden. De Partij voor de Dieren zal niet rusten voor er een verbod is op alle gehouden dieren. Op zichzelf vormen de hond en kat waar het over zoönosen van de huisdieren gaat zonder meer het grootste risico en als je al huisdieren of hobbydieren zou willen verbieden omdat ze zoönosen zouden overbrengen, dan staan de kat, hond en geit zonder meer op het hoogste op het lijstje. Dat we al eeuwen lang huis- en hobbydieren hebben, ook dieren die een zoönose kunnen overbrengen, is niet van belang. Dieren houden voor je plezier gaat volgens sommige dieractivisten ten koste van het dier. De voordelen van het dier in een gehouden situatie wenst men niet in te zien en die zijn echt toch wel talrijk, zoals het krijgen van beschutting tegen extreme klimaatomstandigheden, de structurele zekerheid van het krijgen van voedsel, de medische verzorging en natuurlijk ook de emotionele relatie tussen de houder en het dier. Goed voor het dier en zeker ook voor de mens die daar gezondheidsvoordelen uit weet te putten, zowel fysiek als mentaal.

Risico’s voor de mens

Een derde reden om dieren niet op de huisdieren te plaatsen is het risico die dieren kunnen zijn voor de mens. Ook hier is het opmerkelijk dat de hond geen onderdeel vormt van onderzoek. In Nederland zullen ongeveer 1.500.000 tot 1.600.000 honden verblijven. Het aantal meldingen van bijtincidenten ligt jaarlijks zo rond de 150.000 waarbij bedacht moet worden dat dit aantal zeker hoger zal liggen omdat vele incidenten niet gemeld zullen worden omdat ze binnenhuis plaatsvinden of familieleden, vrienden of kennissen treffen die daar geen melding van maken. Jaarlijks is er wel een dodelijk slachtoffer te betreuren. Kinderen zijn vaak het slachtoffer. Van de overleden slachtoffers is 20% jonger dan 5 jaar. Bovendien worden kinderen vaak in het gezicht gebeten en dat leidt niet zelden tot een blijvende verminking en psychische schade. Deze feiten zijn helemaal niet een pleidooi om honden te verbieden, maar willen slechts onderstrepen dat het de overheid niet gaat om een huisdierenlijst te krijgen waar het welzijn van het dier, het zoönose gevaar of het gevaar voor de mens voorop staat, maar alleen maar een resultaat is de anti-dierhouderijlobby die zoveel mogelijk dieren willen verbieden. Dat daarbij de meest gangbare huisdieren worden ontzien is slechts ingegeven om het maatschappelijk draagvlak voor een zodanig klein mogelijke huisdierenlijst niet in gevaar te brengen. Geiten en katten met vele gevaarlijk zoönosen, konijnen die op een onverantwoorde wijze worden gehouden en honden die toch een reëel gevaar vormen voor mensen en andere honden blijven buiten de radar. Zou men bijvoorbeeld de hond, kat en geit als referentiedieren gebruiken bij het opstellen van een huisdierenlijst, dan zouden bijna alle huis- en hobbydieren die nu in Nederland zijn, gewoon gehouden mogen worden. Het blijft merkwaardig dat de anti-dierhouderij, die sterk is in de politieke lobby, zich niet het lot aan wenst te trekken van het welzijn van het konijn, de gehouden landbouwhuisdieren, de gevaren van zoönosen bij katten en geiten de vele slachtoffers van hondenbeten. Bekend is dat men zeer hecht aan een positieflijst voor alle dieren, maar omdat te bereiken brengt men nu toch wel erg grote offers.

Kamerleden de huisdierenlijst en het welzijn van dieren

Over het wetenschappelijk gehalte welke de basis vormt of dieren al dan niet gehouden mogen worden maakt de politiek zich niet al te druk. Er ligt een rapport van een wetenschappelijk instituut en de kritiek komt van de houders van dieren die zich bedreigt voelen. Een bedreigde groep die kritiek geeft is niet echt opzienbarend in het politieke landschap. Maar deze kritiek kwam toch wel in een ander daglicht te staan. Toen de kritiek die in de sector leefde door het Platform Verantwoord Huisdierenbezit aan professor Spruijt, een gezaghebbende gedragsbioloog, werd voorgelegd, bleek hij de kritiek niet alleen te onderschrijven, maar deed daar zelfs nog een schepje bovenop. Bijna gelijktijdig mengden zich ook een groep van Belgische en Nederlandse erkende dierenarts-specialisten van bijzondere diersoorten, via een brief aan toenmalig staatssecretaris Dijksma, zich ook in de discussie. Deze groep was vlijmscherp in de kritiek op de ontwikkelde methode. Zowel de kritiek van deze groep als die van Spruyt zijn onder de aandacht gebracht van de betrokken Kamerleden, maar die hebben daar waarschijnlijk niet echt nauwkeurig naar gekeken. In het overleg over de positieflijsten met de staatssecretaris op 2 december 2013 werd er door een enkeling voorzichtig wel een opmerking gemaakt dat er kritiek was op de methode, maar de methode werd niet aan de kaak gesteld. Wel werd er opgemerkt dat het een goede zaak zou zijn als er een peer-review ter beschikking zou komen, dit is een toetsing door vakgenoten of de rapportage wel aan bepaalde kwaliteitseisen voldoet. Dat peer-review lag er feitelijk al door enkele zeer bekwame wetenschappers maar daar werd aan voorbijgegaan. Een aan de door de staatssecretaris gesuggereerd peer-review is er overigens nooit gekomen. De Kamerleden zijn hier ook nooit meer op teruggekomen.

Beroep

Het Platform Verantwoord Huisdieren stelde na de vaststelling van de laatste lijst (2017) beroep in bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) nadat het ministerie de ingebrachte bezwaren van het Platform Verantwoord Huisdierenbezit ongegrond had verklaard. Het College vernietigde na een uitgebreide motivering het besluit en herroept het besluit van het ministerie. Daarmee haalt het CBb een stevige streep door de Positieflijst zoogdieren. Maar ook na deze vernietiging trekt het ministerie daar voorlopig geen conclusie uit. Het besluit van de staatssecretaris bleef nog geruime tijd als geldende wetgeving gewoon op de site van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland staan waarmee het ministerie de uitspraak van het CBb volledig leek te negeren en daarmee de rechtsonzekerheid in stand hield van de houders van dieren die door het ministerie als niet meer langer te houden zijn beoordeeld. In een fatsoenlijke rechtstaat, zoals Nederland toch veelal is, zou iets dergelijks niet mogen voorkomen. Ook hier lijkt dat de dossierhouder op het ministerie zijn verlies langdurig heeft moeten verwerken. Dat is echter weinig professioneel ten opzichte van de vele houders van dieren wier dieren ten onrechte door het besluit van de staatssecretaris verboden werden en na de uitspraak van het CBb, maar geen duidelijkheid kregen of ze hun dieren nu wel of niet mochten houden.

Positieflijst symboolpolitiek

Goedbeschouwd zijn de positieflijsten toch een vorm van symboolpolitiek. Het doel van de politiek was oorspronkelijk het verbeteren van het welzijn van dieren. De uitwerking van deze doelstelling ligt dan bij het ministerie. En dan zien we dat daar de dieren met de grootste welzijnsbedreigingen, landbouwdieren die als hobbydier worden gehouden en de hond en kat, gemakshalve maar boven de wet worden gezet om niet alleen economische redenen waar het over de landbouwdieren gaat maar ook om electorale redenen waar het bijvoorbeeld over de hond en kat en het konijn gaat. Dit was zeker nooit de bedoeling van de leden van de Tweede Kamer. Die wensten vooral het welzijn van gehouden dieren immers te borgen. Het zou een goede zaak zijn als de Kamer de vele jaren dat het ministerie niet in staat blijkt te zijn om tot een lijst te komen welke daadwerkelijk een bijdrage levert aan dierenwelzijn, het over een andere boeg zou moeten gaan gooien. Misschien dat men toch maar eens naar het idee van het Platform Verantwoord Huisdierenbezit moet kijken die bindende houderijvoorschriften wenst en wie daaraan niet voldoet of kan voldoen een betreffende diersoort ook niet mag houden. .

Weer de fout in met de volgende positieflijst?

Weer meer van hetzelde?

Op zichzelf genomen is het besluit van het CBb goed nieuws voor het welzijn van de dieren en ook een kans voor de politiek om de steven definitief te wenden. Maar daar lijkt het voorlopig nog niet op. Staatssecretaris van Dam kwam weer met een (de zoveelste) aanpassing van de methode. Er komt eind 2017 een commissie van (inter)nationale deskundigen die het probleem moeten gaan oplossen. Het ziet er niet naar uit dat deze commissie ook daadwerkelijk onderzoek gaat doen naar de gehouden zoogdieren in de praktijk gehouden situaties en ook de landbouwhuisdieren blijven buiten schot, behoudens het konijn waardoor een uitspraak van de CBb in en rechtsgeding aangespannen door het PVH, houderijvoorwaarden aan moeten weer worden gesteld. Daar kan het ministerie nier meer onderuit. Ook de hond en kat zullen ook nu weer niet beoordeeld gaan worden. Het mag toch niet van belang of een dier nu een exoot is of niet, het gaat erom of een gehouden dier zonder welzijnszijnsproblemen gehouden kan worden. Exoten verbieden die op een zeer verantwoorde wijze gehouden worden terwijl de groep van huisdieren waar de meeste problemen mee zijn zelfs nog niet een beoordeeld worden en boven de wet worden gesteld heeft niets meer te maken met het borgen van dierenwelzijn. Als de internationale commissie die aan het werk zal gaan geen onderzoek aan de gehouden dieren zal gaan doen en op grond van hun bevindingen zal adviseren bepaalde dieren niet op de positieflijst te plaatsen dan is het nu al voorspelbaar dat de rechter weer een streep zal halen door deze uitkomsten. De bewijslast voor het verbieden van dieren ligt volgens het Andibelarrest immers bij de overheid die door onderzoek aan het gehouden dier op goede gronden met deze conclusie moet komen.

Beslotenheid en onduidelijkheid

De (internationale?) commissie is inmiddels aan het werk. Het ministerie heeft besloten de sector van gehouden dieren niet meer bij het proces te betrekken. Wat en hoe de commissie doet is niet duidelijk evenmin of men zelf de onderzoeksvragen heeft mogen formuleren of dat men een duidelijke instructie van het ministerie heeft gekregen over de onderzoeksvraag en de werkwijze. Ook niet duidelijk is of in de groep ook een invloedrijke ambtenaar aanwezig is zoals de ambtelijke portefeuillehouder. Het is ook niet bekend of de commissie van de juridische randvoorwaarden op de hoogte is gebracht. Ja, er is zelfs niet bekend gemaakt welke personen deel uitmaken van de commissie. Als de commissie gereed is met haar werk zal er een internetconsultatie worden gehouden. Tot die tijd is het wachten op welke wijze dit alles wordt voorgezet, want het is na alle debacles niet te verwachten dat de eindstreep van dit proces gehaald zal worden als er niet gekozen wordt voor houderijvoorschriften voor alle dieren die gehouden worden.

Op zoek naar voorlichting

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Als men op zoek gaan wat er nu feitelijk speelt moet men naar de site van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Volgens het RVO zal deze commissie de minister adviseren 'over een juiste beoordelingsmethode'. Hieruit zou je kunnen concluderen dat er dan vervolgens op basis van de methode onderzoek gaat plaatsvinden, maar dat blijkt dan toch niet te kloppen. Want zo schrijft het RVO in het zelfde bericht dat op basis van dit advies en na een externe consultatieronde de commissie aan de minister een advies zal uitbrengen over de zoogdiersoorten. Daarna zou de minister een voorgenomen besluit nemen waarin in staat welke zoogdiersoorten wel of niet op de huisdierlijst komen.

Besluit halverwege 2018

Het besluit zou te verwachten zijn halverwege 2018. Met alle respect voor het RVO, het lijkt onmogelijk dat een externe commissie met leden die een gewone werkkring hebben in staat is zo snel een methode te ontwikkelen waar de WUR twee jaar nodig had om een niet deugdelijke methode te presenteren. Als dan de commissie ook nog eens in staat zou zijn om binnen enkele weken een externe consultatieronde te organiseren en commentaren te verwerken om daarna het concept advies zoogdierenlijst te overleggen aan de minister, lijkt feitelijk onmogelijk. Meer waarschijnlijk is dat de commissie werk van de Positieflijst Expert Commissie als basis heeft genomen voor een advies aan de minister en dit vrij zal geven voor een externe consultatie. Daarna zal er een advies aan de minister moeten volgen. Dit lijkt op dit moment de gekozen weg die is ingeslagen.

Mislukt project?

'Binnenkort' krijgen we duidelijkheid hoe het precies zit. Dat binnenkort is relatief in dit dossier. Halverwege 2018 zal niet haalbaar blijken te zijn, misschien een half of een heel jaar later. En zelfs dan is het mogelijk dat er na de externe consultatie weer een heel andere weg wordt ingeslagen omdat de consultatie zal opleveren dat het juridisch niet houdbaar blijkt te zijn. Mocht men toch besluiten de lijst vast te stellen zullen er zeker juridische stappen volgen vanwege het feit dat er geen onderzoek gehouden is aan het gehouden dier en andere gebreken in de onderzoeksmethode. Het is ook niet onwaarschijnlijk dat het project helemaal wordt afgeblazen. Inmiddels is het voorjaar 2019 en het is nog steeds wachten op het voorgenomen besluit van de minister.
© 2013 - 2024 Linus, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Exoten trekken Nederland binnenExoten trekken Nederland binnenNederland heeft een groot aantal inheemse planten en dieren, maar er komen steeds meer soorten bij die hier eigenlijk ni…
Positieflijst 2015 laat nog vragen openmijn kijk opPositieflijst 2015 laat nog vragen openDe op 28 januari 2015 verschenen kamerbrief over de positieflijst zoogdieren van staatssecretaris Dijksma laat nog veel…
Positieflijst zoogdieren roept vele vragen opnieuws uitgelichtPositieflijst zoogdieren roept vele vragen opOp 19 juni 2013 verscheen de positieflijst voor zoogdieren. Alleen nog de dieren die op deze lijst staan mogen nog gehou…
Positieflijsten dieren symboolwetgevingmijn kijk opPositieflijsten dieren symboolwetgevingEen verbod om dieren te houden die gevaarlijk zijn voor de mens, die ernstige ziekten kunnen overbrengen of een dier hou…

Eigenaardigheden van de Perzische katEigenaardigheden van de Perzische katDe Perzische kat is een populaire kat, misschien wel de populairste, en dit heeft behalve met de zeer fraaie lange zijde…
Amivedi registreert vermiste en gevonden huisdierenAmivedi registreert vermiste en gevonden huisdierenStichting Amivedi is een landelijke organisatie die vermiste en gevonden huisdieren registreert. Via Amivedi worden jaar…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Ton Ebben
  • Onderzoeksraad voor Veiligheid, Onafhankelijk onderzoek in het publiek belang, maart 2018
  • Systematek voor het opstellen van de positieflijst voor zoogdieren, WUR rapport 345, 2010, B. Ipema, et all.
  • Advisering voor vervolg Positieflijst Zoogdieren, WUR rapport 408, 2011, B. Ipema, et al
  • www.rda.nl
  • http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ez
  • Kamerstuk 31 389, nr. 130, 9 september 2013
  • http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CBB:2017:70
  • Brief van staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken van 22 juni 2017 aan de Tweede Kamer
  • https://nos.nl/artikel/2108223-veel-meer-doden-door-q-koorts-dan-gedacht.html
  • ‘Hondenbeten aan de Kaak gesteld’ Raad voor de Dierenaangelegenheden, 21 februari 2017
  • http://www.minderhondenbeten.nl/
  • http://www.gebetenhond.nl/page=site.bijtincidenten
  • Brief d.d. 29 oktober 2013 van Belgisch/Nederlandse Europees erkende dierenarts-specialisten in de geneeskunde van bijzondere dieren, dr. Tom Hellebuyck et all.
  • Brief van 11 oktober 2013 van Prof. Spruijt
  • http://www.huisdieren.nu/wp-content/uploads/2013/01/Kamerbrief-Reactie-uitspraak-CBb-positieflijst.pdf
  • https://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/dieren/huisdieren-houden-en-fokken/huisdierenlijst
  • Bijna een compleet dossier over de positieflijst is te vinden op www.huisdieren.nu
Linus (121 artikelen)
Laatste update: 23-02-2019
Rubriek: Dier en Natuur
Subrubriek: Huisdieren
Bronnen en referenties: 18
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.
Artikelen met het label 'Mijn kijk op…' bevatten naast objectieve informatie ook een persoonlijke mening en/of ervaring.