Vogels in de bijbel: reine en onreine vogels en Gods zorg
In de bijbel worden op talloze plekken verwezen naar vogels, de ene keer in het algemeen en de andere keer zeer specifiek naar een bepaalde vogel, zoals een mus, een arend, een duif of een kraanvogel. We bespreken een aantal plaatsen waar vogels in het algemeen worden bedoeld. Naast de algemene aanduiding, gaan we in op reine en onreine vogels, Gods zorg voor de vogels (en bovenal de mens), en nog een aantal andere onderwerpen.
Vogels in de bijbel - schepping en algemene aanduiding
De oude Statenvertaling spreek dikwijls van 'het gevogelte des hemels' als vogels in het algemeen worden bedoeld. In de Nieuwe Bijbel Vertaling (NBV) heeft men het vaak over 'de vogels aan de hemel'. (Psalm 8:9)
In het Bijbelboek Genesis kunnen we lezen dat God op de vijfde dag de vogels maakt:
- God zei: 'Het water moet wemelen van levende wezens, en boven de aarde, langs het hemelgewelf, moeten vogels vliegen.' En hij schiep de grote zeemonsters en alle soorten levende wezens waarvan het water wemelt en krioelt, en ook alles wat vleugels heeft. En God zag dat het goed was. God zegende ze met de woorden: 'Wees vruchtbaar en word talrijk en vul het water van de zee. En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde.' Het werd avond en het werd morgen. De vijfde dag. (1:20-23)
Reine en onreine vogels in de Thora
De Thora maakt een onderscheid tussen reine en onreine vogels. Alle vogelsoorten die rein zijn, mogen de Israëlieten eten. De volgende vogels mogen niet gegeten worden:
- de vale gier;
- de lammergier;
- de zwarte gier;
- de rode wouw;
- de verschillende soorten buizerds;
- alle soorten kraaien en raven;
- de struisvogel;
- de velduil;
- de bosuil;
- alle soorten valken
- de steenuil;
- de ransuil;
- de katuil;
- de dwergooruil;
- de visarend;
- de visuil;
- de ooievaar;
- de verschillende soorten reigers;
- de hop; en
- de vleermuis. (Deuteronomium 14:12-18; vgl. Leviticus 11:13-19)
Volgens drs. Ben Hobrink in
'Moderne wetenschap in de bijbel', zijn de beschermde vogels vooral belangrijk voor het biologische evenwicht in de natuur. God gaf niet zomaar een willekeurig lijstje met vogels op. Hobrink legt uit dat de beschermde vogels grofweg zijn in te delen in zes groepen of clusters:
- Kraaiachtigen - zijn echte alleseters, die hetgeen grote aaseters laten liggen oppeuzelen.
- Gieren en wouwen - deze dieren ruimen kadavers op, ze houden het milieu schoon.
- Roofvogels en uilen - Pas sinds enkele tientallen jaren weten we hoe belangrijk de bescherming van deze dieren is. Ze voeden zich met schadelijke dieren (ratten en muizen), ze ruimen kadavers op en doen zich te goed aan zwakke dieren.
- Ooievaars, reigers, ibissen en roerdompen - naast vis - vooral dode en zieke exemplaren - staan er muizen en sprinkhanen op hun menu.
- Bijeneters en hoppen - doen zich onder andere te goed aan sprinkhanen en andere insecten.
- Struisvogels - Volgens Hobrink is van deze vogel (nog) niet bekend waarom de struisvogel beschermd werd, waarschijnlijk omdat het een alleseter is.
Deze beschermde vogels zijn dus belangrijk voor het biologische evenwicht. Vogels die rein zijn volgens de voorschriften in de Thora, zijn niet belangrijk voor het in stand houden van dit evenwicht; zij eten vis, insecten, waterplanten, kevers, zaden, enz. Het zijn geen 'opruimers'.[1]
Gods zorg voor vogels (dieren) en de mens
Jezus wees naar de vogels in de lucht om te laten zien dat God voor deze schepselen zorg draagt:
Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij? (Matteüs 6:26)
Maar de boodschap reikt verder dan dat. Als onze Vader die in de hemel woont voor de vogels zorgt, dan zal Hij toch zeker Zijn kinderen geven wat ze nodig hebben?
Dat de mens van het dier (en vogels) kan leren, komt ook in het Oude Testament voor:
Vraag het vee hiernaar, het zal je onderrichten, vraag de vogels in de lucht, ze zullen het verkondigen. (Job 12:7)
De Mensenzoon heeft geen tehuis
Zelfs vogels die een rusteloos bestaan leiden hebben een veilige nest, een thuis, terwijl de Zoon des Mensen geen tehuis heeft:
Jezus zei tegen hem: 'De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen.' (Lucas 9:58)
De man aan wie Jezus dit zei, had tegen Jezus gezegd: "Ik zal u volgen waarheen u ook gaat." Hij realiseerde zich niet dat al wie Jezus wil navolgen, moet delen in zijn rusteloos bestaan.
Vogelvallen en de vluchtende mens
De vogel wordt belaagd door vogelvangers: "... zoals een vogel in het net vliegt en niet merkt dat het hem zijn leven kost." (Spreuken 7:23)
Of, zoals Prediker het uitdrukt:
"Nooit weet de mens wanneer zijn tijd gekomen is: zoals de vissen verraderlijk worden gevangen door de fuik en de vogels door de val, zo wordt de mens verrast door de verraderlijke tijd, wanneer die als een klapnet op hem valt." (9:12)
De mens die in het nauw wordt gebracht of vluchtende en opgejaagd is, wordt in de
bijbel diverse keren vergeleken met een vogel:
- Psalm 11:1
- Psalm 124:7
- Spreuken 6:5
- Spreuken 27:8
- Jesaja 16:2
Bloed van vogels, reinigingsritueel en Jezus
Reinigingsritueel
In het Bijbelboek Leviticus kunnen we lezen dat het bloed van vogels een rol speelt in het reinigingsritueel.
De HEER zei tegen Mozes: 'Dit zijn de voorschriften die van toepassing zijn wanneer iemand die door huidvraat getroffen is, weer rein kan worden verklaard. Zo iemand moet naar de priester worden gebracht, en de priester moet buiten het kamp onderzoeken of hij van zijn huidvraat genezen is. Als dat zo is, moet de priester opdracht geven om voor degene aan wie de reiniging moet worden voltrokken twee levende, reine vogels te halen, en cederhout, karmozijn en majoraan. De ene vogel laat hij slachten boven een met bronwater gevulde aarden schaal. De andere, levende vogel moet hij, net als het cederhout, het karmozijn en de majoraan, in het bloed van de boven het bronwater geslachte vogel dopen, en met dat bloed moet hij degene die na zijn huidvraat moet worden gereinigd zevenmaal besprenkelen. Daarna verklaart hij hem rein. De levende vogel moet hij vrijlaten in het open veld. Degene aan wie de reiniging wordt voltrokken, moet zijn kleren wassen, al zijn haar afscheren en zich met water wassen. Dan is hij weer rein. Daarna mag hij in het kamp terugkeren, maar hij moet zeven dagen buiten zijn tent blijven. Op de zevende dag moet hij opnieuw al zijn haar afscheren, zijn hoofdhaar, zijn baard en zijn wenkbrauwen. Al zijn haar moet hij afscheren en zijn kleren en zijn lichaam moet hij met water wassen; dan is hij weer rein...' (14:1-9)
In Marcus 1:40-45 lezen we dat Jezus in Galilea een man van huidvraat (lepra) geneest. Jezus stuurde hem naar de priester om te laten zien dat hij genezen was en het reinigingsoffer dat Mozes heeft voorgeschreven te brengen, als getuigenis voor de mensen. Jezus had de man gereinigd en de priester moest hem rein verklaren. Dit stuk laat zien dat Jezus zich aan de wet van God hield. Hij houdt zich aan de voorschriften zoals beschreven staan in Leviticus. Wat zegt dit Bijbelgedeelte nog meer? Het zegt dat het hier gaat om een echte genezing, want priesters moeten vaststellen en bevestigen. Dit is dan tevens een getuigenis van Jezus’ liefde en goddelijke macht.
Diep symbolische betekenis
Er schuilt een diep symbolische betekenis in het Bijbelgedeelte. De vogel die geslacht wordt en de besprenkeling die daarop volgt - zevenmaal: zeven is het getal van de compleetheid en totaliteit - wijst op de offerdood van Jezus: het bloed van Jezus reinigt ons van
alle zonde. (1 Johannes 1:7) Jezus’ offerdood reinigt ons totale wezen. En dan is daar nog de levende vogel die vrijlaten wordt in het open veld. Die verwijst naar de heilige Geest die in de gedaante van een duif op Jezus neerdaalde, nadat Hij zich had laten dopen. (Lucas 3:22) Na overgave aan Jezus en reiniging van zonde, komt de Heilige Geest over ons met al het goede dat daarbij hoort: “Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God.” (Lees: Romeinen 8:14-17)
Noot:
- Ben Hobrink: Moderne wetenschap in de Bijbel: De Bijbel is de wetenschap 3500 jaar vooruit: Gideon, Hoornaar, 9e druk, juni 2008, p. 104-107.
Lees verder