Wat doet die Amerikaanse eik hier?
De Amerikaanse eik kun je in België en Nederland op tal van plaatsen aantreffen. De Amerikaanse eik, de naam zegt het al, komt oorspronkelijk uit Amerika. Het mag duidelijk zijn dat deze boom niet spontaan en zonder hulp hier opduikt, maar hier slechts kon verschijnen dankzij de tussenkomst van de mens. Toch kun je je afvragen of er hier niet al genoeg diversiteit onder de boomsoorten was. Kortom, wat doet die Amerikaanse eik hier?
De Amerikaanse eik
De Amerikaanse eik, in de botanica bekend onder de welluidende naam
Quercus rubra, komt oorspronkelijk voor in de oostelijk helft van Noord-Amerika. Oorspronkelijk kon de boom worden aangetroffen van het Canadese Nova Scotia in het noorden tot in Alabama in het zuidelijk gedeelte van de Verenigde Staten. Tegenwoordig kan de boom ook op andere plaatsen, zelfs dus in Europa, worden aangetroffen. De boom groeit prima op rijkere of armere zandgronden, maar doet het niet best op kleigronden of op een ondergrond die te kalkrijk is en daardoor een te hoge pH-waarde heeft.
Kroon, takken en stam
De boom heeft een brede, koepelvormige kroon en een korte, rechte stam. Door de grote kroon zul je onder deze bomen minder onderhout en struikgroei aantreffen en heeft de boom de neiging om andere bomen wat te verdringen. De takken vormen kransen, de twijgen zijn wat glimmend en roodbruin van kleur en kaal. Als de twijgen wat ouder zijn verloopt de kleur naar grijsachtig en verandert het glimmende in dof-glimmend. De schors van de boom is glad van structuur en heeft een zilvergrijze kleur. De boom is gevoelig voor beschadigingen, dat kan rot veroorzaken. Gemiddeld genomen kan de boom ongeveer 60 tot 90 centimeter dik worden.
Bladeren en eikels
De bladeren van de boom zijn langwerpiger en kunnen tot 20 centimeter lang worden. De bladeren hebben vier tot vijf spitse, getande lobben. Dat is een opvallend verschil met de in West-Europa inheemse eiken, de zomereik en de wintereik, die meer geronde bladlobben hebben. De boom staat in Nederland en België ongeveer in mei in bloei. De eikels van de Amerikaanse eik zijn donkerder en roodbruiner van kleur dan de eikels van de Europese varianten. De eikels, die in ondiepe napjes zitten, hebben een afgeplatte voet en een scherpe punt. Pas in het tweede jaar na de bloei zijn deze eikels rijp.
Leeftijd
De Europese eik kan eeuwenoud worden, de Amerikaanse eik houdt het niet zo lang vol. Amerikaanse eiken die langs lanen en wegen staan worden al na een jaar of veertig gevaarlijk voor de omgeving, omdat takken uit de bomen kunnen vallen. Onderhoud en regelmatig snoeien van deze bomen kan dat gevaar natuurlijk wel enigszins wegnemen. Maar gemiddeld genomen haalt de Amerikaanse eik de hoge leeftijd van zijn Europese neefjes niet.
De Amerikaanse eik in Europa
Goed, nu we ongeveer weten met wat voor boom we bij de Amerikaanse eik te maken hebben blijft natuurlijk die allereerste vraag overeind staan. Sinds wanneer komt die Amerikaanse eik in onze streken terecht, en waarom is dat? Hiervoor gaan we zo’n tweehonderd jaar terug in de tijd. In België gaat de geschiedenis van de Amerikaanse eik terug tot 1803, toen het eerste exemplaar werd aangeplant in Brasschaat, bij kasteel ‘De Mick’. In Nederland wordt de boom sinds 1825 aangeplant. Sinds die tijd wordt de boom langs wegen en in bossen geplant.
Maar waarom staat die boom hier?
Zo’n tweehonderd jaar geleden leek de Amerikaanse boom een ideale boom om aan te planten in parken, bossen en langs wegen. Omdat de boom niet inheems was waren er nauwelijks schadelijke insecten die zich aan de boom te goed wilden doen. Dat maakte de Amerikaanse eik een prima kandidaat, er was immers minder onderhoud en verzorging nodig om de boom te laten floreren. Een en ander leidt tot een meningsverschil onder natuurbeheerders en natuurliefhebbers. Voor sommigen onder hen is de boom na tweehonderd jaar een mooie boom die uitstekend past in onze natuur, anderen vinden weer dat de boom hier niet thuis hoort en hier zou moeten verdwijnen. Voor hen is het dus kappen met en van die bomen.
Toch vijanden
Inmiddels is in Nederland ook een natuurlijke vijand van de Amerikaanse eik aangetroffen, de Amerikaanse ooglampot. De rupsen van dit diertje eten graag van de bladeren van de Amerikaanse eik, en eten het sappige blad weg zodat er alleen nog maar de nerven overblijven. In Amerika kan het diertje zich zo vermenigvuldigen dat van een plaag sprake is. Hele stukken bos kunnen dan worden aangetast. Zo ver is het in Nederland en België nog niet anno 2016, maar waakzaamheid is in ieder geval geboden. Minder vijandig zijn diverse dieren als o.a. spechten, Vlaamse gaaien, mezen, fazanten en kraaien die graag eikels eten, of twijgen en bladeren.
Wat doet dus die Amerikaanse eik hier?
We komen even terug op de vraag die in het begin van dit artikel is gesteld: ‘Wat doet die Amerikaanse eik hier?’ Inmiddels is de Amerikaanse eik een bekende verschijning in bossen, parken en langs wegen. Ze is hier terecht gekomen omdat de boom goed bestand bleek tegen de hier bekende schadelijke insecten en een welkome aanvulling leek op het palet van verschillende bomen zoals dat in Europa bekend was.