De American Appaloosa
De Appaloosa komt oorspronkelijk uit de streek rond de ‘Palouse River’ in het noorden van de Verenigde Staten. ‘Appaloosa’ is een benaming voor een bijzonder kleurenpatroon. Het betreffende paard is namelijk in meer of mindere mate gestipt. De Appaloosa is een heel gevoelig, goed hanteerbaar, snel en atletisch paard. Vanwege zijn goedaardige karakter wordt hij dan ook in alle disciplines gebruikt.
Geschiedenis
Gestipte paarden komen al heel lang voor. Waarschijnlijk hadden de eerste wilde paarden al verschillende vlekkenpatronen, want op grotschilderingen van ongeveer 18.000 jaar voor Christus werden al gestipte paarden teruggevonden.
100 jaar voor Christus werden gestipte paarden in China gezien als superieure paarden. Door de keizers werden ze zelfs “Heavenly Horses”, oftewel “Hemelse Paarden” genoemd.
Er zijn dus enkele aanwijzingen dat de gevlekte paarden al erg oud zijn. Maar ze danken hun naam en echte bekendheid toch aan de Amerikaanse Indianen. De Appaloosa wordt namelijk ook wel ‘het paard van de Indianen’ genoemd. In eerste instantie waren de Indianen doodsbang voor deze sterke dieren, maar al snel begrepen ze dat ze een kostbare hulp waren bij de bizonjacht of tijdens hun talrijke verplaatsingen. Al in 1750 ontwikkelden ze op zeer selectieve wijze het Appaloosa-ras. Hengsten die niet voldeden aan de eisen werden gecastreerd en onvolmaakte merries werden geruild.
Op basis van enkele afstammelingen van de Indiaanse paarden werd in Idaho (in de Verenigde Staten) de Appaloosa Horse Club opgericht. Deze club probeerde met behulp van historische gegevens over de Appaloosa, het ras te behouden en te verbeteren. Zij stelden een standaard op en hielden een register bij van goedgekeurde paarden. Momenteel telt de Verenigde Staten al meer dan 400.000 Appaloosa’s.
In 1967 is het Nederlandse Appaloosa Stamboek opgericht. Het fokdoel is het verkrijgen van correcte, rij typische Appaloosa’s die goed bruikbaar zijn in de sport en de recreatie.
Uiterlijk
De American Appaloosa heeft een stokmaat tussen de 1.43m. en de 1.65m. Het ras heeft een sterk ontwikkelde achterhand, een kort hoofd met forse kaken, een fijne hals en een middellange rug. Verder heeft de Appaloosa stevige, niet al te lange benen en harde hoeven. De manen en de staart zijn meestal dun en zijdeachtig; men zegt dat hij daardoor niet verstrikt kan raken in het doornige struikgewas van zijn geboortestreek, en de ogen zijn sprekend en levendig. Zoals bij de meeste Amerikaanse paarden heeft ook de Appaloosa kleine, spitse oren. Wat de Appaloosa vooral onderscheidt van andere paarden is zijn door wit omrande iris en zijn gemarmerde neusgaten.
Kleurenpatroon
De Appaloosa is natuurlijk het meest geliefd om zijn kleurenpatroon. De meest voorkomende kleurpatronen zijn:
- Panterbont (leopard): Een witte ondergrond met donkere vlekken over het hele lichaam.
- Schabrakbont (leopard blanket): Een donker gekleurde voorhand en een witte achterhand. Het witte gedeelte kan geheel wit zijn, of met vlekken erin. Indien het witte gedeelte vrij groot is dan noemt men het een deken.
- Sneeuwvlokkenbont (snowflake): Een donkere ondergrond waarop kleine witte vlekjes voorkomen.
- Marmerbont (roan): Een donkere, stekelharige ondergrond met niet scherp begrensde vlekken.
- Few spot: Deze paarden worden geboren met een witte of lichte ondergrond. Op het lichaam komen weinig tot geen vlekken voor.
Karakter en gebruik
De Appaloosa is betrouwbaar en verdraagzaam, intelligent en makkelijk te trainen. Hij wordt veelvuldig gebruikt als werkpaard of voor recreatieve doeleinden. Als typisch westernpaard heeft de Appaloosa ook een uitstekende galop, een goede hanteerbaarheid en een groot acceleratievermogen. Ook is hij uitermate geschikt voor trektochten.