Soorten bloedingen en verbanden bij paarden
Gepast ingrijpen als er een bloeding voorkomt bij een paard vereist veel geduld en veel kalmte. Het is van levensgroot belang om het verschil te zien tussen de soorten bloedingen en daar gepast naar te handelen. Het fout inschatten van een bloeding kan levensbedreigend tot zelfs dodelijk zijn. Aansluitend daarop is het ook noodzakelijk om enige kennis te hebben om een verband aan te leggen. Er zijn verschillende soorten verbanden en elk heeft zijn eigen functie.
Bloedingen
Wanneer men over bloedingen praat, dan moet men in het achterhoofd houden dat deze op te delen zijn in 2 belangrijke soorten: de slagaderlijke bloedingen en de aderlijke bloedingen.
Men mag aannemen dat ongeveer 1/15 ofwel 7% van het lichaamsgewicht van een paard uit bloed bestaat. Bij een paard van 600kg stemt dit overeen met zo'n 40 liter. Bloedverlies van meer dan 10% wordt gevaarlijk. Is de bloeding zo ernstig dat deze grens wordt bereikt dan dient men transfusies vocht en ander bloed te voorzien om zo te pogen het leven te redden van het dier.
Slagaderlijke bloedingen
Een slagaderlijke bloeding of arteriële bloeding is de meest gevaarlijke bloeding waar we mee geconfronteerd kunnen worden. Het bloed is helder rood en wordt pompend uit de wonde gestuwd. Het bloed pulseert naar buiten op het ritme van de hartslag.
Bij dit type bloeding is het levensnoodzakelijk om onmiddellijk een dierenarts te contacteren en de bloeding te stelpen.
Hoewel het makkelijker is gezegd dan gedaan moeten zowel paard als de zorgverstrekkende persoon zo kalm mogelijk gehouden worden. Hoe meer een paard in paniek wordt gebracht, hoe meer het hart zal gaan werken en stuwen en hoe sneller het bloedverlies zal verlopen. Ook kunnen de wondes dan erger worden gemaakt.
Aderlijke bloedingen
Dit is het type bloedingen waar we het meest mee te maken krijgen. In dit geval spreken we over de venen ofwel de aders. Hoewel deze ook ernstig kunnen zijn en ook levensbedreigend bij beschadiging op grote oppervlakte met veel bloedverlies zijn ze vaak minder ernstig.
Ze worden gekenmerkt door donker bloed dat in een gelijkmatige stroom de wonde verlaat.
Beide soorten bloedingen zijn zowel inwendig als uitwendig mogelijk. Het is steeds van groot belang om de bloeding zo snel mogelijk te herkennen en op te sporen. Het grootste risico zit echter bij de inwendige bloedingen. Op het eerste zicht lijkt er niets aan de hand tot het paard suf wordt, koliekverschijnselen vertoont met koorts, in shock gaat en uiteindelijk sterft.
Het is aangewezen om bij elk type bloeding of vermoeden hiervan onmiddellijk de dierenarts in te schakelen en eventueel transport te voorzien naar een dierenkliniek.
Behandeling:
In eerste instantie volstaat het meestal om de wonde te stelpen door middel van tegendruk. Gebruik hiervoor een steriel compres en oefen druk uit met de hand. Het kan ook door een drukverband aan te brengen of gebruik te maken van een propere handdoek of gestreken zakdoek.
Watten mogen nooit gebruikt worden! Deze zullen gaan pluizen door het vocht. Hierdoor gaan ze scheuren en zullen ze in de wonde blijven kleven.
Is de bloeding ernstiger dan moet er soms afgekneld worden. Een knelverband is hierbij aangewezen (ook wel tourniquet genoemd). Dit verband mag niet langer dan 30 minuten blijven zitten. Afknellen kan ook gebeuren door middel van een arterieklem maar dit wordt enkel toegepast door mensen met een degelijke medische achtergrond.
De plaats van het afbinden van een bloeding speelt ook een grote rol:
- Slagaderlijk:Het verband wordt boven de wonde aangebracht.
- Aderlijk: Het verband wordt onder de wonde aangebracht.
Verbanden aanleggen bij paarden
Voor iemand een verband kan aanleggen moet er toch op gewezen worden dat er enkele belangrijke aandachtspunten zijn waar men zeker rekening mee moet houden.
- Polsteren: Dit is het aanbrengen van watten of een handdoek tussen het been of letsel en het verbandmateriaal. Heel erg belangrijk om drukletsels te voorkomen en uitstekende delen te beschermen.
- Spanning: Teveel spanning moet absoluut vermeden worden bij het aanleggen van een verband. Afsnoeren kan leiden tot afsterven van het getroffen lichaamsdeel omdat de bloedtoevoer niet meer optimaal zuurstof kan voorzien.
- Aanpalende gewrichten: Altijd zorgen dat er 2 aanpalende gewrichten mee in het verband betrokken worden. Het geheel is dan steviger in zijn ondersteuning en blijft beter zitten.
Hoefverband
Hoefverbanden worden aangelegd om wondes aan de hoef of kogel proper te houden. Het wordt vaak gebruikt na het uitnsijden van een blein, bij gevallen van nageltred, bij ernstige rotstraal of wondes aan de hoef of hoefballen.
Men brengt watten aan tot boven de kogel en gaat het verband ook beschermen met een hoefzak of brede tape, ook aan de onderkant van de hoef indien nodig. Het voorkomt dat het verband vocht of vuil gaat opnemen.
Kootholteverband
Is van toepassing bij wonden aan de kroonrand, bij erge mok en bij wonden in de kootholte. Zelfde principe als het hoefverband en wordt vaak ook in combinatie met hoefverband gebruikt voor extra stevigheid.
Het verband wordt aangebracht met watten vanaf de grond tot halfweg het onderbeen met een extra laag watten aan de achterkant van de kogel. Hier zit een klein uitstekend stukje bot dat vlak onder de huid ligt en extra kwetsbaar is voor drukplekken of schuurwondes.
Pijpkogelverband
Voornamelijk van toepassing bij wondes aan de pijp en/of de kogel.
De achterzijde van de voorknie dient goed gepolsterd te worden om het carpaalbeentje te beschermen. Dit ligt vlak onder de huid en is extra gevoelig. Indien het nodig is om tot boven de voorknie of de hak verband te voorzien moet ook daar een flinke laag watten voorzien worden.
Radius en tibia
Een verband aan de radius is het bovenbeen of de bovenarm van een paard. De tibia is het onderbeen of de pijp.
Een verband dat aangelegd moet worden om een hoger gelegen deel van een been glijdt makkelijk naar beneden door de beweeglijkheid van een paard. Een verband voor radius en tibia wordt dan ook altijd in 3 stappen aangelegd:
- Er wordt een verband aangebracht ter hoogte van het bovenbeen van het paard.
- Als volgende stap wordt er een hoef- en pijpkogelverband aangebracht.
- De laatste stap is het aanbrengen van een extra laagje watten ter hoogte van het gewricht. Nu pas wordt het been over de hele lengte ingezwachteld. Het bovenste verband zal voorkomen dat het geheel naar beneden zakt.
Hoofd- en buikverband
Gelukkig is het zeer zelden nodig om een paard van een hoofd- of buikverband te voorzien. Het hoofd is een plaats die vaak makkelijk schoon te houden is. Moet er toch een verband aangelegd worden gebruik dan de oren om steun en stevigheid te geven.
Een buikverband wordt wel eens gebruikt bij ernstige wondes aan de buik, na een koliekoperatie of bij de navelbreuk van een veulen. Deze verbanden worden aangelegd door deskundige personen.
Om te vermijden dat een paard aan zijn verband gaat bijten wordt de hals ook wel eens vastgezet. Hiervoor gebruikt men een halsband die bestaat uit enkele houten staven met een touw omheen. Het paard kan wel voor zich kijken en het hoofd op en neer bewegen, maar de hals kan niet meer geplooid worden richting buik of benen.
Lees verder