Hoe zoogdieren jagen
Succesvol jagen is voor veel zoogdieren van levensbelang. Allereerst hebben ze een sterk ontwikkeld gehoor, reuk en gezichtsvermogen nodig om hun prooi te lokaliseren. Door hun enorme lenigheid of doordat hun lichaam helemaal aangepast is, kunnen ze hun prooi goed vangen.
Jagen in groepen
Er zijn maar weinig dieren die in groepen jagen; de meeste gaan alleen op jacht. Voordeel van het jagen in groepen is dat je zo een groter dier kunt vangen. Nadeel is dat de buit gedeeld moet worden. Vooral wilde honden, zoals de Afrikaanse wilde hond en de wolf, zijn goed in samen jagen. Afrikaanse wilde honden janken eerst om de groep te verzamelen en elkaar voor te bereiden op de jacht, waarna ze gezamenlijk de savanne opgaan om een kudde gnoes gazelles of impala’s te besluipen.
Leeuwen naderen hun prooi omzichtig tot op 30 meter afstand, waarbij ze een cirkel rond hun slachtoffer vormen. Daarna voert een paar van hen een korte aanval uit om de prooi te rijpen, terwijl de andere leeuwen op de loer liggen om te voorkomen dat her slachtoffer ontsnapt.
Ook orka’s jagen vaak in groepen. Ze sporen via echolocatie hun prooi op en communiceren met elkaar via geluiden. Vaste scholen hebben soms wel 15 geluiden, waarvan één aangeeft dat de prooi nabij is.
Eten wat de pot schaft
Sommige zoogdieren gaan of jacht of eten aas, afhankelijk van wat voorhanden is. Een goed voorbeeld daarvan is de wasbeer. Met zijn behendige poten kan hij fruit, jonge loten en noten eten of vis, kleine vogels en reptielen vangen, maar ook in de stad afval doorzoeken.
Bruine beren eten meestal vegetarisch, maar tegen de tijd dat de zalm stroomopwaarts springt om kuit te schieten, staan ze zij aan zij in het water om zich te goed te doen aan de vis.Coyotes jagen alleen of in groepen, maar ze eten ook aas en snuffelen rond op vuilnisbelten.
Eenzame jagers
Solitaire jagers hebben het zwaar: van de 20 pogingen om prooi te vangen slaagt er gemiddeld maar één, en dus lijden ze vaak honger. Zit het wel mee, dan kunnen ze een flink maaltje in één keer opeten of er een paar dagen mee doen.
De jaguar sluipt en jaagt net als veel katachtige in de ochtend en avondschemer. Zijn voedsel varieert van herten, reptielen en vis tot apen. Amazonejaguars kunnen zwemmen en ze jagen ook op kikkers, schildpadden en zelfs alligators.
Een andere solitaire jager is de ijsbeer. Deze werkt in één keer een maaltje van 45 kg zeehondenblubber naar binnen. Hij heeft een ongelooflijk goed reukvermogen en kan tot op 30 km afstand een dood dier waarnemen, en een levende zeehond to 1m onder het ijs. Een ijsbeer kruipt langzaam op zijn prooi af en stopt van tijd tot tijd. Het laatste stuk valt hij aan met een snelheid van 55 km per uur. Vaak houden ijsberen urenlang de wacht bij een ademgat van zeehonden in het ijs en proberen de zeehond te pakken als hij opduikt.
Verbazingwekkende jachttechnieken
- De Noord-Amerikaanse stermol kan heel goed zwemmen en gebruikt zijn snuit, die uit 22 vlezige ‘tentakels’ bestaat, om zijn prooi te ruiken en te voelen.
- De Zuid-Amerikaanse lippenbeer zuigt termieten en mieren op door het gat dat gevormd wordt door twee ontbrekende bovensnijtanden. Zijn gezuig is tot op 100 m afstand hoorbaar.
- Chimpansees vormen soms groepen om samen prooi als apen, vogels en kleine antilopen te kunnen doden.
- De viskat uit Zuidoost-Azië schept met zijn poten prooi uit het water en duikt er zelfs in om zijn slachtoffer te pakken.
- De waterspitsmuis uit Europa en Azië jaagt onder water. Hij bijt zij prooi en verlamt deze met het gif in zijn speeksel.