Het belang van ruwvoer voor paarden
Paarden hebben een uitgebalanceerde voeding nodig om gezond te blijven en te presteren. Naast krachtvoer hebben zij ook ruwvoer zoals hooi en voordroog nodig. Het belang hiervan wordt vaak onderschat, maar toch is ruwvoer van een enorm belang in het voedingsschema van elk paard.
Onder ruwvoer wordt hooi, luzerne, kuilgras of voordroog verstaan. Ook stro valt onder deze noemer.Het is de tegenhanger van krachtvoer zoals muesli of bix. Ruwvoer bevat op zich weinig voedingsstoffen, in tegenstelling tot krachtvoer, maar is toch van primordiaal belang voor elk paard, of het nu een veulen in de groei, een recreatiepaard of een sportpaard betreft. In ruwvoer zitten grote hoeveelheden vezels, die we ook wel ruwe celstof noemen.
Spijsvertering
Een royale dagelijkse portie ruwvoer is van het grootste belang voor de spijsvertering van het paard. Het spijsverteringssysteem van een paard is zo gemaakt dat het eigenlijk de hele tijd door aan de gang moet blijven. De maag en darmen van een paard werken het best wanneer zij regelmatig kleine porties voer te verwerken krijgen, in plaats van 1 of 2 grote porties.
Een paardenmaag produceert de hele dag door maagzuur. Wanneer het paard blijft eten, blijft het speeksel produceren. Dit speeksel komt mee in de maag terecht en vormt een buffer tegen de grote hoeveelheden maagzuur. Wanneer het paard dus onvoldoende eet, wordt de maag steeds zuurder. In tegenstelling tot de mens produceert een paard enkel speeksel wanneer het een kauwbeweging maakt, dus moet het dier blijven eten om de zuurtegraad in de maag op peil te houden. Is dit niet het geval, dan bestaat er een groter risico op het ontstaan van een maagzweer.
Ter vergelijking: bij het eten van een kilo krachtvoer wordt 1 liter speeksel geproduceerd. Bij het eten van een kilo ruwvoer is dit 4 liter.
Mentaal belang
Het is voor paarden ook mentaal belangrijk om langdurig te kunnen grazen of knabbelen. Het voorkomt verveling en zorgt ervoor dat het paard geen stalgebreken ontwikkelt. In de ideale situatie krijgt het paard verschillende keren per dag een portie ruwvoer ter beschikking.
Soorten ruwvoer
De bekendste soorten ruwvoer zijn hooi en voordroog. Hooi bevat minder eiwitten en kan dus in grotere hoeveelheden gegeven worden. Voordroog, ook wel kuilgras genoemd, is rijker aan eiwitten, en is minder stoffig dan hooi. Bij paarden die gevoelig zijn voor stof, is het aangereden voordroog te voeren. Een ander voordeel van voordroog is dat het makkelijker bewaart dan hooi. Voor paarden die last hebben van zomereczeem is het, net vanwege het hoge eiwitgehalte, minder aan te raden om voordroog te voeren.
Een derde soort ruwvoer is luzerne (kan ook als lucerne gespeld worden). Luzerne is een klaverachtige en wordt meestal gehakseld en gedroogd aan paarden aangeboden. Luzerne valt qua voedingsgehalte tussen hooi en krachtvoer. Het is eiwitrijk voer dat makkelijk te verteren is. Hooi of voordroog dat bemest is met kunstmest kan moeilijk verteerbare eiwitten bevatten, terwijl de eiwitten in luzerne makkelijker opgenomen worden. Luzerne bevat biotine, een stof die goed is ter versteviging van de hoeven. Daarnaast heeft luzerne een hoog caroteengehalte en bevat bijgevolg veel vitamine A. Dit zorgt voor een verhoogde weerstand en een verbeterde vruchtbaarheid.