Waterschildpad: huisvesting, winterslaap en voedsel
Er bestaan veel verschillende soorten waterschildpadden. Ook de grootte kan erg verschillend zijn laat u daarom goed informeren over welk soort waterschildpad u het beste aan kunt schaffen. Waterschilpadden zijn mooie interessante dieren, maar het zijn geen knuffeldieren. Bedenk van tevoren dan ook goed waarom u een waterschildpad wilt aanschaffen.
Huisvesting binnen
Waterschildpadden houdt u gewoon in een aquarium. De diertjes hebben wel veel ruimte nodig, waterschildpadden die regelmatig zwemmen hebben minstens een waterdiepte van 40 centimeter nodig. Bij de waterschildpadden die niet zo vaak zwemmen moet het water ongeveer 1,5 maal de schildbreedte zijn. Bij deze schildpadden is het verstandig om klimmateriaal in het water te doen om eruit te komen.
De lengte van de bak moet ongeveer 5 maal de schildlengte van het volgroeide dier zijn, de breedte van de bak moet minimaal 3 maal het schild, maar hoe groter hoe beter. Schildpadden kunnen prima alleen leven en voor de beginnende houder is dit ook aan te raden omdat ze met meer in een bak mogelijk kunnen gaan vechten of paren. Op de bodem kunt u zand neerleggen, hierin kunnen de schildpadden eventueel ook hun eitjes kwijt. Er zijn een paar technische dingen die u nodig heeft voor het schildpadden aquarium:
- Een daglicht TL buis of plantenlamp van 125 watt. U kunt deze regelen met een tijdschakelaar
- Een warmtelamp of spotverlichting van 60 tot 150 watt - deze moet een temperatuur hebben van rond de 40 graden (warmtelamp)
- Gedurende een half uur per dag moet er een UV- lamp aan worden gezet
- Een potfilter met ingebouwde thermostaatverwarming en filterinhoud van 12 – 18 liter.
- Een verwarmingsmat met thermostaat
Winterslaap
Waterschildpadden houden een winterslaap zowel de jonge als de oudere. Vaak gaan ze al in de winterslaap zodra de temperatuur onder de 18 graden daalt. Gemiddeld verliest een waterschildpad 10 procent van zijn lichaamsgewicht tijdens de winterslaap. Alle waterschildpadden slapen op de bodem van het water behalve de bosbeekschildpad, die wilt nog wel eens net als een landschildpad in een hol in de grond overwinteren. Dus in principe heeft u niet veel omkijken naar een waterschildpad in rust.
Als u uw waterschildpad in een aquarium houd kunt u zodra u merkt dat u waterschildpad in winterslaap gaat, de lampen uitzetten. Het is wel handig om uw schildpad op een verhoging te leggen, zo hoog dat uw schildpad eventueel makkelijk lucht kan happen. Als de dagtemperatuur boven de 20 graden komt wordt u landschildpad weer wakker.
Wat eten waterschildpadden
Waterschildpadden zijn omnivoren (alleseters), ze eten dus dierlijk en plantaardig voedsel. Waterschildpadden kunnen enkel eten met een schepje water erbij, leg het voedsel dan ook altijd in het water. De jonge waterschildpadden eten vaak alleen maar dierlijk voedsel. Waterplanten zijn uitermate geschikt als plantaardig voedsel. Verder kunt eventueel eierschalen, andijvie en eendenkroos voeren.
Voor dierlijk voedsel kunt u onder andere de volgende voedingsmiddelen geven:
- wormen
- watervlooien
- muggenlarven
- naaktslappen
- pissenbedden
- kweekguppen
- waterslakken
Ook kalk is erg belangrijk voor een waterschildpad. Veel schildpadden hebben een kalk gebrek, zorg daarom voor voldoende kalk. U kunt u schildpad bijvoorbeeld een stuk zeeschuim (schild van een inktvis) geven. Dit is verkrijgbaar bij alle ietwat grotere dierenwinkels. Er zijn ook poeders voor, maar dit kan er voor zorgen dat de schildpad een overdosis binnen krijgt.
Vooral bij jonge schildpadden is voldoende kalk van belang, omdat hun schild groot en stevig moet worden.
Hoe bied u het eten aan?
Bij een waterschildpad kunt u het voer gewoon in het water gooien, dit is zelf noodzakelijk want ze hebben water nodig bij het eten van hun voedsel. Jonge waterschildpadden moet u één keer per dag voeren, dit is nodig voor de groei. Volwassenen schildpadden hoeft u maar twee keer in de week te voeren.
Om te weten hoeveel u dier nodig heeft kun u uw waterschildpad het best één dag laten vasten. De volgende dag geeft u uw schildpad in precies afgewogen hoeveelheid (bijvoorbeeld door afgestreken theelepeltjes) eten. Als de schildpad kieskeurig wordt na een tijd in wat hij zou nemen dan heeft de schildpad genoeg gehad. Geef in het vervolg dan ongeveer de helft van wat u die keer heeft gegeven. Het is bij de waterschildpad ook verstandig uw schildpad één keer in het half jaar op de weegschaal te zetten. Als u waterschildpad aanzienlijk zwaarder is geworden kunt u uw schildpad 30% van zijn normale portie eten aanbieden.