De winterslaap van de das
De das is een marterachtig roofdier dat in het bos leeft. Enkel de dassen die in het Noorden leven houden een winterslaap. Het is een schuw en behoedzaam dier dat zich traag en bijna slepend voortbeweegt.
De das
Een volwassen das wordt tot 75 cm groot en weegt dan 20 kilogram. De das heeft een herkenbare vacht: onderzijde en poten zijn zwart en hun bovenzijde is grijs, op hun witte snuit lopen twee evenwijdige zwarte strepen van de neus naar hun oren.
Meestal worden ze niet ouder dan 20 jaar. Hun menu bestaat, afhankelijk van het seizoen, uit: wortels en herfstvruchten, larven uit bijen- of wespennesten, regenwormen, kleine zoogdieren, jonge hazen, muizen, mollen, hagedissen, kikkers en vogeleieren. Dassen zijn dus omnivoren, ze eten zowel planten en vruchten als vlees.
Een burcht (dassenhol) zal je meestal vinden aan de rand van een bos of aan de zonzijde van een beboste heuvel. Hij graaft zelf een omvangrijk geheel van gangen en vluchtwegen. Vaak heeft een burcht tot wel 8 uitgangen. Meestal gebruikt hij dezelfde in- en uitgang en houdt hij de andere toegangen vrij om te kunnen vluchten. Enkele pijpen dienen eveneens als luchtkoker. De woonruimte is groot genoeg om de hele dassenfamilie in te laten wonen. Binnenin hun hol heerst de grootste zindelijkheid; het is er erg netjes en proper. De bekleding van hun woonnest bestaat uit mos en droge bladeren. De burcht gaat vaak vele generaties lang mee en worden voortdurend utigebreid. Er zijn zelfs burchten van meer dan 100 jaar oud!
De winterslaap
In de late herfst maakt de das zich klaar voor zijn "winterslaap". Hij gaat grote hoeveelheden voedsel tot zich nemen en hij zal ook grote voorraden voedsel opslaan voor als het echt erg koud wordt. Wanneer de das niet meer naar wortels kan graven omdat de grond hardbevroren is, zal hij zich terugtrekken in zijn burcht. Daar ligt hij opgerold tussen de bladeren en het mos in een winterslaap die regelmatig onderbroken zal worden om te eten van de opgeslagen voorraden.
Bij dooiweer en een zachtere temperatuur zal de das weer actief worden en zijn hol verlaten. Hij zal eerder op zoek gaan naar drinken dan naar eten. De das eindigt zijn winterslaap vrij vroeg: eind januari en zeker in februari. Hij gaat dan op zoek naar vers voedsel en zal slechts in uiterste nood zijn wintervoorraden aanspreken. Van een echte winterslaap kun je dus niet spreken bij de das. Hij gaat in winterrust.