Het gezonde paard

Het gezonde paard In China werden artsen vroeger niet betaald als ze zieken genazen, maar als het hen lukte patienten gezond te houden. Dit getuigt van een diepe wijsheid, want natuurlijk is het zinvoller ziekten en ongelukken te voorkomen dan de gevolgen ervan te genezen. In dit artikel kom je te weten wat je preventief voor de gezondheid en het welzijn van je paard kunt doen.

Een natuurlijke manier van leven

Een domesticatie heeft de behoeften van het paard niet volledig kunnen veranderen. Het paard is en blijft een steppe-, kudde- en vluchtdieren en het wil ook graag zo gehouden en behandeld worden.

Een steppedier heeft nodig:

  • Veel zonlicht en frisse lucht (ook in de stal).
  • Een droge, schone plek om te liggen.
  • Gras en kruiden als hoofdvoeding.
  • Kleine, in veel porties verdeelde maaltijden.
Deze voorwaarden maken zijn organisme sterk, behouden zijn hormonaal evenwicht, voorkomen besmetting door parasieten, ziekten en lucht- en urinewegen, aandoeningen van het spijsverteringsstelsel en reumatische ziekten, en dragen bij tot zijn tevredenheid.

Een kuddedier heeft nodig:

  • Het gezelschap van andere paarden.
  • De geborgenheid en de bescherming van de kudde.
Dit geeft hem rust en sterke zenuwen, wat wederom ongelukken kan voorkomen. Soortgenoten zijn het beste middel tegen verveling en schadelijke stalondeugden zoals luchtzuigen, weven en rondjes draaien in de box.

Een vluchtdier heeft nodig:

  • Een aantal uren vrij beweging per dag.
  • Ongehinderd zicht op zijn omgeving.
  • Afwisselende bezigheden.
  • Een warming-up voor het werk.
Dat brengt zijn bloedcirculatie op gang, versterkt zijn bewegingsapparaat, beschermt het paard tegen voortijdige slijtage en houdt het geestelijk fris.

De juiste voeding

Paarden hebben een kleine maag en een lang spijsverteringkanaal. Daarom hebben ze regelmatig kleine hoeveelheden vrij harde, veel kruiden bevattende grassoorten nodig. Als je paard moet presteren, is gras alleen echter niet genoeg. Als het gezonde moet blijven, moet je er zorgvuldig op letter welke soorten voer in welke hoeveelheden en van welke kwaliteit je paard binnen krijgt.

De hoeveelheid voer

De hoeveelheid voer hangt af van de manier van houden en de gebruiksintensiteit. Er zijn dus geen vaste regels. Als richtsnoer dient de volgende berekening: een paard heeft bij 1 uur werk per dag 6 kilo hooi nodig (verdeeld over 2 maaltijden) als het op stro wordt gehouden, en 7,5 kilo hooi als het op houtkrullen wordt gehouden. Ook heeft het 3-7,5 kilo krachtvoer nodig (verdeeld over 3 maaltijden). Bovendien lust het graag sappige extraatjes (een soort tegelijk) in de vorm van suikerbieten (maximaal 3 kilo), gekweekte pulp (maximaal 2 kilo, vervangt haver 1:1), melasse (maximaal 0,5 kilo), wortels (maximaal 3 kilo) en appels (4-5 stuks). Als je paard kleiner is, geef je hem natuurlijk minder.

De kwaliteit van voer

Voer met een te lage voedingswaarde kan leiden tot gebreksziekten, maar bedorven voer veroorzaakt ernstige tot levensgevaarlijke spijsverteringsstoornissen. Bij een onjuiste opslag bederven ook goede voedingsmiddelen snel. De hooizolder en opslagplaats moeten allebei droog, koel, luchtig en absoluut schoon zijn!

Vitaminen en mineralen

Bij normaal gebruik dekken weidegang en een goed basisvoer de behoefte van je recreatiepaard aan vitaminen en mineralen. In de winter of bij intensiever gebruik kun je een met vitaminen verrijkt mineralenmengsel bijvoeren.

Voedingsvoorwaarden

Je paard heeft rust nodig om te eten, zodat het spijsverteringsproces niet wordt gestoord. Anders kauwt het niet genoeg en slikt het te haastig. Slokdarmverstopping kan het gevolg zijn. Geef het voer daarom in de box, op aparte voederplaatsen, in voederstands of in een omgehangen voeremmer. Geef volop ruwvoer in een ruif, of strooi het breed uit achter voedertralies.

Bescherming tegen giftige planten

Veel planten bevatten chemische stoffen die al in kleine hoeveelheden giftig zijn. Als je paard aan weidegang gewend is, mijdt het giftige planten meestal instinctief. Maar veulens, jonge paarden en overwegend in de stal gehouden paarden eten soms giftige planten, net zoals uitgeputte en verveelde paarden. Daarom mogen ze in de wei, over de omheining heen of in de buurt van de stal niet binnen bereik zijn van het paard.

De meest voorkomende giftige planten:
Levensboom (thuja), brem, buxus, kroonkruid, kerstroos, taxus, eenbes, monnikskap, slaapbol (papaver), gevlekte scheerling, goudenregen, vingerhoedskruid, herfststijloos, laurierkers, liguster, lelietje van dalen, kardinaalsmuts, robinia, stinkende gouwe, vlier, peperboompje, belladonna, doornappel.

Water

Je paard heeft vers, schoon water nodig, zodat spijsvertering, stofwisseling en warmtehuishouding perfect kunnen functioneren. De dagelijkse behoefte ligt bij 5 tot 12 liter per 100 kilo levens gewicht, afhankelijk van het watergehalte van het voer, het weer en hoe intensief je rijdt. 10% minder water kan al leiden tot problemen, en 20% minder tot de dood.

Voldoende beweging

Als vluchtdier wil je paard zich graag ongehinderd kunnen bewegen; daarbij worden de spieren optimaal doorbloed en blijven de gewrichten beweeglijk. Bij het houden in boxen worden de benen van het paard slechts puncuteel belast, de productie van de gewrichtsvloeistof loopt terug. Warm je paard daarom na ieder verblijf in stal minimaal 15 minuten in stap op voordat je snellere gangen gaat rijden of gaat springen.

Hoefverzorging

Krab voor en na iedere arbeid mest, zand en aarde zorgvuldig uit de hoeven en verwijder eventuele vreemde voorwerpen. Reinig de hoef regelmatig met schoon water en een borstel. Je hoeft ze normaal gesproken niet in te vetten. Na het wassen kun je er af en toe hoefbalsem opdoen, dat zorgt voor een mooie glans.

Hoefbescherming

De meeste rijpaarden kunnen niet blootsvoets lopen. Afhankelijk van de hoornkwaliteit, beenstand en gebruik brengt de hoefsmid daarom een hoefbescherming aan.

IJzeren beslag

De traditionele hoefbescherming is het ijzeren beslag, dat de hoeven beschermt tegen te snelle slijtage. Aangezien ijzer als het heet is vervormbaar is, laat het zich optimaal aanpassen en ook voor orthopedische doelen omvormen. Het gebruik van speciale stiften of kalkoenen geeft je paard een goede bescherming tegen uitglijden en meer grip bij het springen.

Kunststof beslag

Kunststof ijzers worden vaak net als conservatieve hoefijzers vastgenageld, al hoewel er ook kunststof ijzers zijn die onder de hoef vastgeplakt worden. Niet alle hoefsmeden hebbeb ervaring met kunststof beslag.

Hoefschoenen

Wil je je paard niet beslaan, dan kun je uitwijken naar hoefschoenen van kunststof of rubber die je vast kunt binden of lijmen. Ze hebben een goede schokdemping, maar verminderen de lichtvoetigheid van je paard. Voor het aanpassen en aanleggen van de hoefschoen moet de hoef zorgvuldig worden belapt.

Hoofgrip

Hoofgrip is een rubberen verdikking tussen de hoef en het ijzer die verhindert dat sneeuw aan het koude ijzer vastplakt en zich onder de hoef ophoopt. Zulke sneeuwballen hebben al heel wat pees- en bandenletsel en valpartijen veroorzaakt.

Zonder ijzers

Je paard kan alleen zonder ijzers lopen bij correcte beenstand, gezonde, harde hoeven en een omgeving met weinig asfalt en steenslag. Na het afnemen van de ijzers en het bepakken van de hoeven heeft het paard tijd nodig om zich aan te passen. Bij het rijden moet je de eerste tijd hiermee rekening houden. Het is het beste als je paard zich in stal, paddock en wei zowel op zachte als op harde grond kan bewegen.

Beenbescherming

Bij het paardenbeen is het gedeelte tussen voorknie- respectievelijk spronggewricht en hoefrand zeer gevoelig. Worden genezen langzaam. Voorkom ballentred, stoten en schaafwonden door de benen te beschermen met bandages, peesbeschermers of beenbeschermers, die de functie van banden en pezen bevorderen en door hun lichte massagewerking de doorbloeding stimuleren. Bij het transport beschermen gevoerde transportbeschermers zijn benen.

Mond- en Tandcontrole

Iedere onregelmatigheid daar; iedere pijn belemmert je paard bij het kauwen en met speeksel vermengen van het voer, verstoort het spijsverteringsproces en kan tot problemen leiden.

Symptomen van tand- en kaakproblemen:

  • Onverklaarbaar conditie- en gewichtsverlies
  • Neiging tot koliek
  • Haverkorrels in de mest
  • Het laten vallen van korrels bij het eten van krachtvoer
  • Uit de mond vallende proppen bij het grazen of hooi eten
  • Tandenknarsen
  • Het hoofd omhoog gooien
Treedt een van deze symptomen op, haal dan de dierenarts. Vaak stelt hij een trapvormig gebit, ontbrekende, gebroken of misvormde tanden vast en/of wondjes of ontstekingen van tong, kaken en slijmvliezen vast.

Verkoudheden voorkomen

Anders dan bij de mens veroozaken verkoudheden bij paarden vaak ernstige ziektes.
Preventieve maatregelen:
  • In de uitloop moet je paard zich altijd onder een afdak terug kunnen trekken.
  • Een dik opgestrooide ligplaats geeft bescherming tegen urinewegeninfecties.
  • Breng je paard nooit kletsnatvan het zweet thuis. Eindig de rit in stap, zodat de lichaamstemperatuur zich normaliseert en de vacht opdroogt.
  • Na het rijden de zweetdeken op. Door het materiaal wordt het lichaamsvocht naar de bovenkant van de deken afgevoerd. Neem de zweetdeken af zodra de vacht droog is.
  • Was je paard in de winter nooit helemaal, maar spoel alleen de benen af tot het voorknie-respectievelijk spronggewricht.
  • Of je paard overdag of ‘s nachts in stal of paddock een deken nodig heeft, beslis je samen met de dierenarts.
  • Bij hoog in het bloed staande paarden met een vrij zijdeachtige vacht die in een open stal staan, kan een all weatherdeken zinvol zijn.
  • Geschoren sportpaarden hebben zowel overdag als ‘s nachts een deken nodig.

Bescherming tegen hitte en zon

Ook op de hete dagen dreigen er gevaren voor de gezondheid van het paard, namelijk zonnesteek, zonneshock en zonnebrand.
Preventieve maatregelen:
  • Als er geen schuilhut of grote bomen in de wei staan, laat je paard dan alleen ’s nachts in de wei lopen.
  • Wat anders vanzelfsprekend is, is in de zomer van levensbelang: paarden moeten altijd kunnen beschikken over vers, koel water.
  • Een liksteen helpt het paard met het zweet uitgescheiden lichaamszouten aan te vullen.
  • Rijd op de hete dagen ’s morgens of ’s avonds, zoek een route met veel schaduw en laat je paard voor het rijden drinken.
  • Te veel zonlicht schaadt vooral de ongepigmenteerde plaatsen op het paardenlichaam,

bijvoorbeeld de neusgaten. Je kunt deze delen daarom insmeren met een ongeparfumeerde, allergiegeteste zonnebrandolie. Vooral paarden met een lichte huid en lichte vossen hebben vaak last van zonneallergie. Dit gaat gepaard met sterke huidreacties zoals zwellingen, blaarvorming en jeuk. Zorg daarom voor schaduw.

Bescherming tegen insecten

De zomerse plaaggeesten irriteren je paard bij het werk, verstoren zijn rust in de wei en veroorzaken soms ook ziekten. Bij steekmuggen en vliegen, luizen, vlooien of mieren zwelt de beetplek op, jeukt en doet het even pijn. Het wordt gevaarlijk als het insect ziekteverwekkers overbrengt. Bijen, wespen, horzels en hommels scheiden bij de steek ook gif af. De steekplek wordt rood, zwelt pijnlijk op en vormt een blaar. Steekt een insect in de mondholte, dan kan het slijmvlies van keelholte en strottenhoofd zo sterk opzwellen dat de ademhaling levensbedreigend belemmerd wordt en een luchpijpsnede noodzakelijk is.
Preventieve maatregelen:
  • Rijd op warme dagen bij voorkeur niet in het bos en laat je paard liever niet bij een bos weiden, want daar wordt het geplaagd door steeklustige dazen.
  • Hang vliegengordijnen op bij de staldeuren en plaats horren in de raamopeningen.
  • Vliegenmaskers met oorkappen beschermen de ogen en de oren van het paard tegen lastige insecten.
  • Controleer je paard iedere dag minstens een keer op teken, verwijder deze met een pincet en desinfecteer het wondje. Teken kunnen ernstige ziekten overbrengen waaronder de ziekte van Lyme.
  • Smeer je paard iedere dag in met een insectenwerend middel.
  • Doe je paard een zomerdeken op. De fijne mazen zorgen ervoor dat er geen insecten op het lichaam gaan zitten.

Bescherming tegen staart- en maneneczeem

Staart en maneneczeem is een allergische, erfelijk bepaalde huidaandoening. Tegenwoordig reageren veel paarden, van welk ras ook, overgevoelig op de steek van een kleine mug (cullicoides). De getroffen huiddelen worden rood, zwellen op en ontsteken. De daarmee gepaard gaande jeuk zorgt ervoor dat paarden hevig gaan schuren. Dat leidt tot haaruitval op lichaam, manenkam en staartwortel.
Preventieve maatregelen:
  • Zet je paard ergens neer waar het in een stal en altijd in de schawut kan staan, als het dat wil.
  • Verminder de hoeveelheid eitwitrijk voer.
  • Spuit het hele paard in met een antivliegenspray.
  • Koop een eczeemdeken zodra je paard de eerste symptomen vertoont. Deze beschermt je paard in de wei van het hoofd tot aan de ellebogen en spronggewrichten.
  • Voedingssupplementen zoals knoflook, knoflook-kruidenmengsel of zeewier zouden stofwisselingsstoornissen opheffen en insecten als het ware van binnen uit verdrijven.

Inentingen

Tot de belangrijkste preventieve maatregelen horen inentingen, die het paard immuseren tegen bepaalde ziekteverwekkers en andere boosdoeners. Voor de inenting moet het paard gezond zijn en meteen erna mag niet intensief gewerkt worden. Als je aan wedstrijden meedoet, zijn inentingen tegen tetanus en influenza verplicht. Sommige dierenartsen raden ook een inenting tegen rhinopneumonitis aan.

Wormen

Zelfs als je hygiene in stal, paddock en wei met hoofdletters schtijft, kun je een wormbesmetting bij het paard nooit helemaal uitsluiten. Deze leidt tot een slechte algemene toestand van het paard, bloedarmoede en gewichtsverlies, en kan zware koliekaanvallen veroorzaken. De meest voorkomende soorte van wormen bij het paard zijn grote- en kleine strongyliden, draadwormen, spoelwormen, lintwormen, longwormen en aarswormen. De horzel, waarvan de larve zich in de paardenmaag ontwikkelt, wordt ook bestreden met ontwormingsmiddelen.
Preventieve maatregelen:
Na overleg met de dierenarts geef je regelmatig de aanbevolen wormkuur:
  • Bij zogende veulens vanaf de 7e levensdag drie keer met een week tussentijd, daarna om de 8 weken.
  • Bij volwassenen paarden minimaal vier keer per jaar.
  • Paarden die het hele jaar in de wei lopen ontworm je om de 8 weken.
  • Schraap bovendien alle gele horzeleitjes van de vacht van je paard.
© 2009 - 2024 Bailey, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Paarden scheren: goed of niet?Paarden scheren: goed of niet?Wat is het nut van scheren van paarden? Hoor je je paard te scheren of niet? Wat zijn de voor- en nadelen van het schere…
Paarden: Het verharen/ruien van je paardPaarden: Het verharen/ruien van je paardRond maart gaan de meeste paarden hun wintervacht weer omruilen naar een zomervacht. Als u uw paard maar aanraakt zit u…
Het Marwari paardHet Marwari paardHet Marwari paard Het Marwari paard is niet heel erg bekend in Nederland. Dit paard is herkenbaar door hun vorm in hun o…
Atrofie bij paardenAtrofie houdt in dat het spierweefsel bij het paard afneemt. Atrofie komt met name voor op de rug van het paard, vlak na…

Problemen voor het dekken van een merrieEen merrie drachtig krijgen gaat niet altijd even gemakkelijk. Dat een hengst goed sperma levert wil namelijk niet zegge…
Een oefenparcours springenOefenparcoursen zijn dagen/avonden waarop u een parcours kunt springen op een andere rijvereniging om te oefenen. De hin…
Bailey (26 artikelen)
Gepubliceerd: 01-03-2009
Rubriek: Dier en Natuur
Subrubriek: Dieren
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.