De gerbil als huisdier

Vele knaagdieren zijn geschikt als gezelschapsdier. De gerbil en met name de Mongoolse gerbil wordt veel gehouden. Iedereen heeft wel eens van deze 'woestijnratjes' gehoord. Gerbils zijn intelligente en vooral nieuwsgierige dieren; niet schrikachtig of bijterig. Deze eigenschappen, plus het feit de ze ook overdag actief zijn, maken ze zeer geschikt als huisdier voor tieners. Aangezien de Mongoolse gerbil sociale dieren zijn, houden de meeste mensen 2 of meer dieren. Over het algemeen vindt men het dan leuk dieren met verschillende kleurtjes bij elkaar te houden. Dit artikel vertelt je o.a. over de oorsprong, de taxonomie, aanschaf, gedrag en huisvesting.

Gerbils: wat zijn dat?

Mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan zijn gerbils gemakkelijk dieren om te houden. Hun natuurlijke leefgebied wordt gevormd door de steppen en half-woestijnen van Afrika en Azie. Omdat gerbils in zulke droge gebieden leven zijn ze zeer zuinig met water. Dit betekent weinig urine in het hok en dus weinig stank. Verder zijn de dieren niet bang van aard, eerder nieuwsgierig. Veel mensen, die griezelen van muizen en ratten, vinden gerbils aanvaardbaar omdat de meeste gerbilsoorten geen kale, maar een behaarde staart hebben. Soms is deze zelfs uitgedost met een mooie pluim aan het uiteinde.

De meest gehouden gerbilsoort is de Mongoolse gerbil (Meriones unguiculatus). Wat Mongoolse gerbils zo aantrekkelijk maakt is dat ze een slaap/waakritme hebben van een paar uur. Dit betekend dat ze slechts een paar uurtjes slapen om vervolgens weer een paar uur wakker te zijn. Hierdoor zijn ze overdag dus ook vaak te zien. Zowel in dierenwinkels als bij grotere amateurfokkers komt men de laatste jaren ook een aantal andere gerbilsoorten tegen. Dit heeft tot gevolg gehad dat deze dieren tegenwoordig ook steeds meer als huisdier gehouden worden.

Voor meer informatie over verschillende soorten gerbils zie:

De meeste gerbils zien er muis- ratachig uit. Ze zijn wat gedrongener van bouw en hun achterpoten zijn verlengt. Op hun achterpoten staand kunnen zij de omgeving goed in de gaten houden. Bovendien hebben ze op die manier hun voorpootjes vrij om mee te eten. Met de grote achterpoten kunnen gerbils zich met kangeroe-achtige stappen voortbewegen. Op deze wijze worden grote afstanden afgelegd, wat noodzakelijk is om voedsel de verzamelen in de schaars begroeide gebieden waar ze leven. De meeste gebilsoorten hebben grote, bolle ogen omdat er ook in de schemering naar voedsel gezocht moet worden. De oren zijn vaak relatief klein en bij sommige soorten sterk behaard. De natuurlijke kleur van de verschillende gerbilsoorten varieert van creme-geel tot donker rood-bruin. Aan de buikzijde hebben ze een geurklier.

Knaagdieren

Gerbils behoren tot de klasse der Zoogdieren en in de orde der Knaagdieren. Een knaagdier kun je onder andere herkennen aan zijn wortelloze voortanden. Deze voortanden, zijn knaagtanden dus, maken het een knaagdier mogelijk door harde materialen heen te knagen. Dat zijn tanden hierbij slijten is helemaal niet zo erg: ze groeien wel weer aan. Bij het huisvesten van een gerbil moet je dus altijd rekening houden met de scherpe tanden.

Er komen veel knaagdieren voor op aarde. Meer dan de helft van alle zoogdieren zijn knaagdieren. Van de knaagdieren zijn de muizen en ratten het bekendst, maar ook eekhoorns, marmotten, cavia's en stekelvarkens zijn knaagdieren. Met een kopromplengte van 36-47 mm is de Dwergspringmuis het kleinste knaagdier. Het grootste knaagdier is de Capybara of Waterzwijn, deze wordt ongeveer een meter lang en weegt maximaal zo'n 60 kilo.

Knaagdieren kunnen overal leven omdat 'aanpassing' hun grootste specialiteit is. Denk maar eens aan ziektes als de Pest en de Ziekte van Weil, die door de rat overgebracht werden. In de landbouw kunnen ratten soms regelrechte plagen vormen en verantwoordelijk zijn voor de vernietiging van gewassen die eigenlijk voor de mensen bedoeld zijn. Aan de andere kant vindt je in het oude Oosten beeldjes en muurschilderingen als eerbetoon aan de knaagdieren. In Noord-Amerika zien de Indianen de bever als zegen en cultuurbrengers. Slavische volkeren zien eekhoorns en muizen als het bewijs dat bosgeesten bestaan.

Taxonomie

De wetenschap die zich bezighoudt met het classificeren en het beschrijven van planten en dieren noemen we de Taxonomie. Dit classificeren van soorten houdt in dat iedere soort van een unieke naam en beschrijving wordt voorzien. Vervolgens is die specifieke soort altijd te onderscheiden van andere soorten. Allerlei kenmerken van het dier worden gebruikt bij het classificeren, zoals het gewicht, kopromplengte, staartlengte, lichaamsbouw, kleur, beharingspatroon etc. Behalve van uiterlijke kenmerken wordt ook vaak gebruik gemaakt van innerlijke kenmerken, zoals de scheldbouw en de schedelvorm.

Behalve het beschrijven van soorten rangschikt de taxonomie de soorten nog eens in klassen, orden, families en geslachten. Op deze wijze worden de verwantschappen tussen de verschillende diersoorten duidelijker.

Gerbils zijn dus knaagdieren. De orde der Knaagdieren valt te verdelen in 4 suborden: de eekhoornachtigen, de stekelvarkenachtigen, cavia-achtigen en muis-achtigen. De gerbils behoren tot de muisachtige knaagdieren. De muisachtige knaagdieren worden weer onderverdeeld in een aantal families. De onderfamilie der renmuizen (Gerbillinae), zoals we de gerbils eigenlijk moeten nomen, is daar een van. De onderfamilie der Renmuizen is op haar beurt weer te verdelen in 14 geslachten. De echte renmuizen, de woestijnmuizen en de naaktzoolrenmuizen zijn de geslachten met de grootste aantallen soorten. De meeste van de in Nederland en Belgie gehouden renmuizen behoren tot deze 3 geslachten. De Mongoolse gerbil behoort bijvoorbeeld tot het geslacht der Woestijnmuizen.

Gerbil, woestijnrat of renmuis?

Ik kan me voorstellen dat je langzamerhand wat warrig begint te worden. Je denkt misschien: Ik dacht dat ik gewoon woestijnratjes had, maar nu blijkt dat ineens niet te kloppen. Volgens dit artikel moet ik mijn dieren ineen "Mongoolse woestijnmuizen" gaan noemen. Wat mij betreft is "woestijnrat" prima. Het enige wat ik probeer duidelijk te maken is dat, nu er steeds meer gerbilsoorten op de markt komen, het steeds belangrijker wordt dat de dieren juist benoemd worden. Zeker als je meerdere soorten houdt en daar met andere liefhebbers contact over hebt.

In plaats van Gerbil had het dier dus Renmuis moeten heten. Dat was eigenlijk veel correcter geweest. Alle leden van de onderfamilie Gerbillinae dienen in de Nederlandse taal Renmuizen genoemd te worden. Alleen de leden van het geslacht der echte renmuizen (Gerbillus) zouden we gerbils mogen noemen. Het geslacht der echte renmuizen heeft verreweg het grootst aantal soorten (38) en geeft daarom al snel zijn naam aan de hele onderfamilie.

Wetenschappelijke naam

Om al deze verwarring de wereld uit te helpen hebben wetenschappers ervoor gekozen dat er altijd minstens 1 naam wel eenduidig is, namelijk de wetenschappelijke naam. Deze naam is meestal in het Latijn en overal op de wereld gelijk. Dit laatste is absoluut noodzakelijk, want als wij in Nederland het al niet eens kunnen worden of het diertje dat voor ons zit een gerbil, een woestrijnrat of een renmuis is, dan kun je je voorstellen wat voor problemen er ontstaan als we er met een Duitser of een Brit over gaan praten. Door de wetenschappelijke naam weet iedere wetenschapper welk dier of welke plant er bedoeld wordt. Tevens geeft de wetenschappelijke naam een stukje informatie over het genoemde dier, zoals de afstamming.

Bij het onderverdelen van de gerbils wordt gelijk een beetje duidelijk hoe de wetenschappelijke namen functioneren. Een wetenschappelijke naam, bijvoorbeeld Gerbillus pyramidum floweri, is opgebouwd uit 2 of 3 namen. De eerste, in dit geval Gerbillus , verwijst naar het geslacht, hier de echte renmuizen. Het geslacht verwijst naar een groep dieren die sterk verwant zijn. De eerste en tweede naam vormen samen de soortnaam. De Gerbillus pyramidum is de Grote Egyptische gerbil. Soms wordt er aan de wetenschappelijke naam nog een derde naam toegevoegd; de naam van van de ondersoort. Dieren van verschillende ondersoorten behoren tot dezelfde soort maar verschillen dermate van kleur, grootte dat men ze wil onderverdelen. Deze verschillen ontstaan door diverse milieufactoren, zoals verschillende leefgebieden of een ander klimaat. Vooral de kleur van de bodem van het leefgebied kan sterk bepalend zijn voor kleurverschillen binnen een soort. Dieren van eenzelfde soort maar van verschillende ondersoorten zijn meestal onderling kruisbaar.

Aanschaf

Gerbils zijn gemakkelijk te houden en leuk om te zien, maar als je besluit deze dieren aan te schaffen, denk dan aan de volgende punten:
  • De meeste in Nederland en Belgie gehouden gerbilsoorten zijn van nature groepsdieren. Er zullen dus minstens 2 gerbils aangeschaft moeten worden. Om de dieren echt het idee van een groep te geven is 3 of meer nog beter.
  • Gerbils zijn geen 'stilzitters'. Het zijn drukke, beweeglijke dieren, die wel tam kunnen worden maar niet zullen blijven zitten voor een aai of een knuffel.
  • Houdt bij het kopen van een kooi of glazen bak voor 3 gerbils rekening met een oppervlakte van minimaal 40x60.

Het is onverstandig een gerbil alleen te houden. Dit geldt zeker voor de verschillende woestijnmuissoorten (Meriones). Een gerbil zal zich zonder zijn soortgenoten ongelukkig voelen en dit ook uiten in zijn gedrag. Overdreven zenuwachtig zijn, ijsberen en zelfs dood gaan van ellende, kunnen de gevolgen zijn. Veel mensen hebben het onjuiste idee dat een alleen gehouden dier tammer zal worden dan een groepje. Bij sommige diersoorten is dit inderdaad waar, maar bij de gerbil kan dit juist het omgekeerde doen. Door het alleen en ongelukkig zijn kan neurotisch gedrag optreden, maar ook agressief gedrag kan optreden. Omdat ze zich in een groep veiliger voelen gedragen de dieren zich rustiger, dus ook tegenover de eigenaar. Bovendien zijn de meeste gerbils van nature al erg nieuwsgierig en tam. In de natuur is de gerbil totaal afhankelijk van de groep. Samen ben je ten slotte sterk.

Vastpakken

Je hebt al gelezen dat gerbils zeer beweeglijke dieren zijn. Ze moeten altijd zeer rustig benaderd worden, met langzame bewegingen. Toch moet er om het dier op te pakken ook resoluut gehandeld worden, anders is hij weer weg. Als het dier eenmaal een beetje aan je gewend is kun je hem van hand op hand, over je arm en desnoods op je schouder laten lopen. Houdt het dier wel altijd in het vizier, want gerbils kunnen goed springen.

Benader een gerbil niet te veel van boven, dan lijkt je hand net een roofvogel. Het dier zal zich niet op zijn gemak voelen en zich minder gemakkelijk laten pakken.

Als je het dier even goed moet vast pakken, om hem bijvoorbeeld in een andere kooi te zetten, moet je hem niet te luchtig vast pakken, want dan zal hij proberen te ontkomen. Te stevig vastpakken zou kunnen resulteren in een noodsprong of zelfs een noodhap.

Een gerbil mag ook aan de staart opgetild worden. Pak de staart dan helemaal bij de basis, dus bij de inplanting, vast. Zet de gerbil vervolgens op je hand. Mocht het eens gebeuren dat je in een snelle greep de gerbil bij het puntje van zijn staart vastpakt, zal zul je tot je verbijstering merken dat je een leeg velletje in de handen houdt en dat de gerbil gewoon doorloopt. Ondanks dat de gewonde staart behoorlijk bloed, zal de gerbil er niet veel pijn aan hebben. De ontvelde wervels drogen uit en worden door de gerbil zelf afgebeten. Aangroeien doet de staart echter niet. Je begrijpt dat dit in de vrije natuur een laatste redmiddel is om aan een roofdier te ontkomen.

De zwarte pluim aan het uiteinde van de staart van sommige gerbils is o.a. bedoeld om natuurlijke vijanden op die manier te misleiden. Woestrijnspringmuizen schijnen zelfs bewust met hun staart te gaan kwispelen als ze een slang tegenkomen. Uiteraard moet voorkomen worden dat de gerbil een stuk van zijn staart moet missen, de staart heeft immers ook de functie van balanceerorgaan.

Tam maken

Bij het tam maken van gerbils moet je behoedzaam te werk gaan. Leg eerst eens je hand plat op de grond van de kooi. De gerbils zullen je hand verkennen, er overheen lopen en zo vanzelf aan je geur wennen. Als de dieren niet reageren, kun je ze lokken door op je vlakke hand iets lekkers te leggen. Over het algemeen is het lokken met lekkernijen bij gerbils niet nodig, ze zijn zo nieuwsgierig van aard dat ze meestal vanzelf al komen.

Na een paar dagen kun je beginnen je hand met een gerbil langzaam omhoog te brengen. Houdt je hand dan nog wel boven de bak. Als de gerbil het eng vindt zal hij zonder te aarzelen van je hand afspringen. In dat geval zal hij dus gewoon in de bak terecht komen. Vooral jonge diertjes zijn nog onberekenbaar. Het ene moment zitten ze stil op je hand, het volgende moment zijn ze weg. Daar komt nog bij dat ze in het begin moeite hebben met het inschatten van hoogtes; er kunnen op die manier rare ongelukken gebeuren. Als de gerbils goed aan je gewend zijn kun je ze gewoon pakken en bij je dragen.

Gedrag

In een bak Mongoolse gerbils beweegt altijd wel wat. Het slaap/waakrimte bedraagt 2 tot 4 uur. De gerbils slapen niet allemaal tegelijk, dus vooral als je een grotere groep hebt zijn er altijd wel een paar actief. Ook slapende gerbils zijn leuk om te zien. In een hele berg gerbils zal het je moeite kosten te ontdekken welke poot of staart bij welk dier hoort. Een gerbil die wil gaan slapen zal onder de berg soortgenoten kruipen omdat het daar lekker warm is. Je ziet de hele berg gerbils dan een stukje opwippen. Een gerbil die op deze manier bovenaan is gekomen en het koud krijgt, zal zich naar beneden laten glijden om onderaan weer aan te sluiten.

Knagen

Knagen is voor gerbils niet alleen hun grootste hobby maar ook van levensbelang. Een gerbil heeft 4 snijtanden die blijven doorgroeien. Als deze niet afgesleten worden, zullen de tanden tot in de tegenoverliggende kaak doorgroeien en zal het dier een pijnlijke dood sterven. De snijtanden bestaan uit een harde buitenkant met een wat zachtere binnenkant. De groei aan de basis van de tand compenseert dat wat er aan de bovenkant door het knagen vanaf slijt. Alleen in het groeigedeelte bevinden zich zenuwen. De hoektanden ontbreken. Ter hoogte van de vrije ruimte tussen de snijtanden en de kiezen vallen de wangen met een plooi in de bek. Dit voorkomt dat de dieren bij het knagen splinters e.d. naar binnen krijgen. De kiezen hebben een specifiek kauwvlak, dat bij elke soort verschillend is. Ze bestaan uit een benen binnenkant en een geglazuurde buitenkant.

Om je gerbils voldoende te laten knagen is er knaagmateriaal nodig in de bak. Hout is zeer geschikt, maar kartonnen voorwerpen zoals lege WC-rollen en doosjes voldoen ook prima. Zorg wel dat het karton niet in aanraking is geweest met een niet-eetbare inhoud (bijv. waspoeder). Je hoeft niet bang te zijn dat de dieren het karton opeten. Het enige wat ze ermee doen is het tot kleine stukjes kapot knagen, om het vervolgens als nestmateriaal te gebruiken. Voordat alles aan mootjes geknaagd is zullen de dieren er overigens veel plezier aan beleven. Zowel hout als karton mag niet bewerkt zijn met giftige stoffen zoals inkt, lijm of beits.

Graven

Gerbils hebben een enorme drang om te graven. Wanneer een bak heel sober is ingericht zul je zien dat de dieren eindeloos in een hoekje blijven graven, in gedachte waarschijnlijk een tunnel gravend die er nooit zal komen. Als je de bak wat gevarieerder maakt, zul je zien dat het 'landschap' steeds veranderd. De graafbehoefte van de gerbils zal bij gebruik van de juiste bodembedekking zelfs tot echte tunnels kunnen leiden.

Stampen

Als een gerbil gevaar ruikt of ziet zal hij met zijn achterpoten op de grond trommelen. Deze geluiden worden met een moeilijk woord 'podophones' genoemd. Podo = voet / Phones = geluid. Deze voettroffels zijn een signaal voor soortgenoten dat er gevaar is. In de vrije natuur zie je alle dieren van een groep na zo'n geroffel dan ook meteen in hun hol wegschieten. Dit gedrag is vooral aanwezig bij gerbilsoorten die in groepen leven. Ook in de paringstijd kun je het mannetje deze geluiden horen maken. In dat geval is het een algemene uiting van opwinding. Het mannetje geeft aan dat hij paringsbereid is.

Baden

Mongoolse gerbils zijn verzot op zandbaden. Gerbils gebruiken het zand om hun vacht vetvrij te maken. Sommige soorten gebruiken het niet of nauwelijks, maar voor andere soorten is het absoluut noodzakelijk. Je kunt je voorstellen dat een vacht die vettig wordt en open gaat staan niet meer isolerend werkt. Vooral de echte renmuizen hebben een te dunne vacht en te weinig isolerend vetweefsel om zonder zand door het leven te gaan. Door het gebruik van zand blijft de vacht vetvrij en kan hij een isolerende laag lucht vast houden.

Het meest geschikt is schelpenzand en/of chinchilla zand, ook kan duinzand of bouwzand gebruikt worden. Zowel schelpenzand als chinchillazand is in een dierenwinkel verkrijgbaar. Schelpenzand is zilverzand verrijkt met stukjes schelp en anijszaadjes. Eigenlijk is het bedoeld voor vogelkooien. De anijszaadjes worden er door de gerbils meteen met veel enthousiasme tussen uit gezocht. Ook de stukjes schelp worden soms gegeten: op deze manier voorzien de gerbils in hun kalkbehoefte. Van schelpenzand wordt vaak gezegt dat het te scherp is voor gerbils omdat het de vacht en de ogen kan beschadigen. Dit is echter niet waar, dit is bij chinchilla's wel het geval. Chinchilla's hebben zulke fijne en dunne haren dat de scherpe stukjes schelp inderdaad de vacht kunnen beschadigen, daarom is voor Chinchilla's speciaal chinchillazand ontwikkeld. Het is een soort gemalen klei. Ook voor gerbils is dit zand geschikt, ze krijgen er een schitterende vacht van. Er zijn echter 2 nadelen aan chinchillazand: het stuift enorm en het is relatief duur. Een mengsel van schelpenzand en chinchillazand is een prima oplossing. Duinzand en bouwzand zijn wat grover van structuur en zijn daarom vooral geschikt als u de bak voor de helft met zand, zodat de gerbils echte gangen kunnen graven. Een nadeel van deze 2 soorten is dat je niet zeker weet of het schoon is. Er kunnen giftige stoffen in zitten of het kan besmet zijn door zieke, in het wild levende, dieren.

Sociaal gedrag

Je zult merken dat gerbils, naast voedsel zoeken, veen tijd besteden aan onderlinge vachtverzoring. Behalve een verzorgende verzorgende functie heeft dit vooral een sociale functie. Het versterkt de onderlinge band tussen de groepsleden. Een gerbil legt zijn kop dan schuin onder die van een groepsgenoot en biedt zichzelf op die manier aan voor een wasbeurt. Vervolgens worden de wangen, het voorhoofd, het gebied rond de oren en de schouders grondig gepoetst. Soms ziet dit er zo lekker uit dat een derde gerbil zich er tussen wringt om ook een wasbeurt te krijgen. Op deze manier worden de plekken waar de gerbil zelf slecht bij kan goed schoon gehouden en wat misschien nog wel belangrijker is, de dieren leren elkaar goed kennen en vertrouwen.

Het houden van een groep

Het houden van een groep gerbils, waar zo nu en dan jongen geboren worden, is enorm leuk. Het zal je opvallen hoe sociaal de dieren met elkaar omgaan. Vader en moeder zullen samen voor de jongen zorgen en er heerst een bepaalde rangorde waar iedereen zich aan moet houden. Over het algemeen zul je met 1 mannetje en 1 vrouwtje beginnen. Het bij elkaar brengen van 2 volwassen dieren lukt meestal wel, maar het is zeker niet simpel.

Rangorde

Op een gegeven moment zal het vrouwtje gedekt worden en +/- 24 dagen laten zullen er 2 tot 11 jongen geboren worden. De groep, die inmiddels uit ongeveer 6 tot 7 gerbils bestaat zal veranderen. In tegenstelling tot bijv. muizen en ratten krijgen in een gerbilgroep alleen het ouderpaar jongen. Vader zal zijn dochters niet dekken, om de simpele reden dat deze geen cyclus krijgen zolang het dominante vrouwtje aanwezig is. Om dezelfde reden zullen de jonge mannetjes hun zusjes niet dekken. Ook de moeder zullen ze met rust laten uit respect voor de rangorde. Soms zijn er jonge mannetjes die toch de moeder proberen te dekken. Meestal wordt dit door de vader verhinderd. Hij zorgt ervoor dat de rangorde gehandhaafd blijft. De situatie wordt anders je pa verwijderd. Dan schuift alles op. De sterkste zoon uit het eerste nest zal het dominantste mannetje worden en dus ook zijn moeder dekken. Als u moeder uit de bak haalt zal 1 van de oudere dochters een cyclus krijgen en dus vaker gedekt worden.

Een groep splitsen

Incidenteel kan het mis gaan als na het weghalen van de moeder 2 dochters tegelijk een cyclus krijgen. Ook als 2 zoons, ma het verwijderen van pa, tegelijkertijd de macht willen overnemen kun je problemen verwachten. Als zoiets gebeurt, zul je de groep moeten splitsen.

Als je niet wilt fokken maar toch een grote groep wilt houden is het een goed idee om mannetjes en vrouwtjes gescheiden te houden. Bij het splitsen van een groep moet je er echter wel aan denken dat de jongste mannetjes minstens 4/5 weken oud moeten zijn, eerder kunnen ze hun moeder nog niet missen. Ook moet je er rekening mee houden dat de kans groot is dat de moeder op het moment van de verhuizing weer zwanger is en dat je op een gegeven moment toch weer jonge mannetjes in de vrouwenbak zult hebben. Overigens is dit een prima begin van een nieuwe kolonie. Als de jonge mannetjes geslachtsrijp zijn zal er 1 de leider worden en samen met moeder het nieuwe ouderpaar vormen.
Gelukkig zijn gerbils niet gevoelig voor inteelt.

Wennen

Het aan elkaar laten wennen van gerbils is meestal geen probleem. Tenzij je 2 volwassen dieren van hetzelfde geslacht bij elkaar probeert te brengen. De kans dat dit een dodelijk afloopt heeft voor een van de twee is te groot. Zet bij het vormen van een paartje altijd het vrouwtje bij het mannetje en houd rekening met de ideale leeftijden. Als het echt lijkt te mislukken, leg dan een tentoonstellingsbakje van +/- 10x15 cm bodemoppervlakte, met een goed sluitende deksel, op zijn kant in de kooi. Je gebruikt dit bakje voor de gerbil dit steeds aanvalt. Zo kunnen de dieren door de gazen dekjes heen wel tegen elkaar mopperen maar elkaar niet verwonden. Meestal kiest het afgezonderde dier na +/- 24 uur wel eieren voor zij geld en zal het samenbrengen geen probleem meer zijn.

Een andere methode is het volproppen van de bak met hooi. op die manier kunnen de dieren voor elkaar wegkruipen zonder dat daar een hele grote bak voor nodig is. Je kunt nog voor extra schuilmogelijkheden zorgen door in de bak stukken hout en/of steen te leggen. Kartonnen doosjes kunnen ook.

Blijf pas bij elkaar geplaatste dieren in de gaten houden. Soms lijkt het in het begin goed te gaan, maar na twee of drie dagen kunnen er alsnog gevechten uitbreken.

Huisvesting

In de vrije natuur

Afhankelijk van de soort kunnen de holenstelsels van gerbils uiteenlopen van enkele rechte gangen met een nestkamer tot zeer uitgebreide gangenstelsels. Bij de sociaal levende Grote Gerbil (Rhombomys opimus) kan de totale lengte van het gangenstelsel soms wel 600 meter zijn! De woestijnbewonende gerbilsoorten leven vaak solitait. Dit heeft tot gevolg dat hun holen minder complex zijn dan die van de sociaal levende gerbilssoorten. De diverse ingangen van het hol worden overdag gesloten. Op die manier wordt o.a. voor gezorgd dat het binnen in het hol relatief vochtig blijft.

Voor je aan gerbils begint zul je eerst een plek in je huis vrij moeten maken voor je toekomstige 'Gerbilarium'. De temperatuur waarbij gerbils zich het prettigst voelen is 20-24 graden. De absolute minimum temperatuur, bij voldoende nestmateriaal, is 15 graden. Bij nog lagere temperaturen loop je het risico dat je gerbils onderkoeld raken. Gerbils die op zand gehouden worden, mogen zeker niet aan dergelijke temperaturen blootgesteld worden. Ondanks dat de meeste gerbils woestijndieren zijn, mag de temperatuur niet te hoog worden. Als het in de woestijn overdag warm wordt zitten de gerbils immers onder de grond. Zet de bak nooit op een plaats waar directe zonlicht kan komen. Zeker een glazenbak verandert al snel in een broeikas. Let er bovendien op dat de bak tochtvrij staat. De bak moet bovendien op een dusdanige plaats staan, of zodanig beveiligd zijn dat andere huisdieren of kleine kinderen hem niet open kunnen krijgen.

Knaagdieren horen bepaalde tonen die wij niet kunnen horen. Zet de dieren dus niet te dicht in de buurt van elektronisch apparatuur, zoals de TV. Deze produceert bepaalde hoge tonen die voor gerbils onaangenaam zijn!

De grootte van de bak

Bij een gering aantal gerbils (2-4) kun je uitgaan van 800 vierkante cm per dier. een bak van 40x60 cm voor drie gerbils of een bak van 40x80 cm voor 4 gerbils voldoet dus prima. Bij meer dan 4 dieren kun je de hoeveelheid grondoppervlak verminderen tot 500 vierkante cm per dier. De hoogte van de bak dient minimaal 30cm te zijn.
Uiteraard hangt het formaat van de bak ook af van de grootte van de gerbils zelf. Perzische, Indische en Shawi gerbils hebben vanwege hun lichaamsgrootte meer grondoppervlak en hoogte nodig.

De soort bak

Er zijn vele mogelijkheden om gerbils te huisvesten. In dierenwinkels zijn de meest prachtige paleisjes te koop. Je zult er wel rekening mee moeten houden, dat alles wat van plastic is op den duur kapot wordt geknaagd. Daarom is een oud aquarium het meest geschikt. Een bijkomend voordeel van een aquarium is dat de dieren door de glaswanden vrij goed tegen tocht beschermd worden. Hier staat echter tegenover dat de lucht op de bodem van een aquarium door gebrek aan ventilatie weinig ververst wordt. Je moet er bij een aquarium dus extra opletten dat de bak niet te vuil wordt. De deksel mag om diezelfde reden ook niet te afsluitend zijn.

Een alternatief voor een aquarium is een kooi. Het nadeel van kooien is dat de bodembedekking, door al het gegraaf van de gerbils, al snel voor de helft buiten de kooi ligt. In een kooi kun je de dieren bovendien minder goed zien dan in een aquarium.
Nieuwe kooien of aquaria kunnen prijzig zijn. Kijk daarom eens bij een aquariumwinkel naar tweedehands, niet meer waterdichte bakken. Vaak kun je een dergelijke bak voor een schappelijke prijs meenemen.

De bodembedekking

De bodembedekking van uw gerbilarium heeft twee functies. Enerzijds geeft het de dieren de mogelijkheid een nest te bouwen en naar hartenlust hun graafwoede uit te leven, anderzijds heeft het een toilet-functie. Ondanks dat de meeste gerbils niet veel urine en vrij droge ontlasting produceren is een absorberende onderlaag noodzakelijk. Zand is wat dat betreft ongeschikt. Alleen bij de echte renmuizen kan men de hele bak vullen met zand. Zij produceren zo weinig urine dat het al verdampt is voordat er een natte hoek kan ontstaan. Het beste kun je de dieren gewoon op zaagsel zetten. Een laag van 3 cm is voldoende, maar hoe meer hoe beter.

De inrichting van de bak

De eenvoudigste inrichting is een laag krullen met een plukje hooi. Als je het hierbij laat is de bak wel erg saai. Leg eens een decoratieve boomstam in het hok, aangevuld met een stenen of glazen pot en weer niet te zuinig met houtkrullen zodat de dieren bijvoorbeeld onder de boomstam een tunnel kunnen graven. Gooi er dan nog wat kartonnen doosjes of WC-rollen in en je gerbils zijn meteen hyperactief.

© 2008 - 2024 Bailey, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De Negev gerbilDe mongoolse gerbil groeit op het moment uit tot 1 van de populairste knaagdieren/huisdieren van Nederland en omstreken.…
Gerbils; beschrijving van soortenIn de wereld bestaan er ongeveer 90 soorten woestijnratten. Alleen de mongoolse gerbil is al langere tijd gedomesticeerd…
Een gerbil als huisdierEen gerbil als huisdierGerbils zijn erg favoriete knaagdieren in Nederland. Maar wat houdt het in om een gerbil als huisdier te hebben?
De Perzische gerbilDe Perzische gerbil is in Nederland en Belgie nog niet erg bekend. De Mongoolse gerbil is de meest bekende gerbil, en al…

Man o'War - het grootste renpaard ooit?Met de titel bedoel ik natuurlijk niet de stokmaat van Man o'War (al moet ik zeggen dat die stokmaat er ook mocht wezen)…
War Admiral - voor eeuwig verbonden met SeabiscuitOndanks dat War Admiral een fantastisch en getalenteerd renpaard was, is hij het bekendst geworden om die ene race die h…
Bailey (26 artikelen)
Gepubliceerd: 28-11-2008
Rubriek: Dier en Natuur
Subrubriek: Dieren
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.