De winterslaap bij dieren
Heb je je nooit afgevraagd hoe de dieren hier bij ons een strenge winter overleven? Wel, om aan de grote koude en de voedselschaarste te ontkomen, houden veel dieren tijdens een groot deel van de winter een winterslaap.
De natuur in winterrust
De herfst is het begin van een maandenlange rust in de natuur. De winterkou neemt toe en het voedsel wordt steeds schaarser.
Planten
Loofbomen en houtige planten verliezen hun bladeren. Zo blijft het vocht in het hout en kan de boom niet uitdrogen en bevriezen. Vele planten overleven de winter als zaadje in de grond. Meer warmte en licht zorgen ervoor dat het zaadje in de lente ontkiemt en groeit. Nog andere planten laten naast hun bladeren ook hun stengel afsterven en leven voort als wortelstok in de grond.
Insekten
Heel wat insekten sterven al als het nog zomer is. Maar ze overleven als eitje, larve of pop. Ga deze winter gerust maar eens op speurtocht naar insecten in winterslaap; je vindt ze onder stenen, afgevallen bladeren, in muurspleten of achter deurlijsten en ook tussen boomschors. Maar wist je dat sommige vlinders (zoals de distelvlinder) een lange tocht naar het zuiden ondernemen? Met de hulp van de wind vliegen de sterksten tot in Zuid-Europa en zelfs Noord-Afrika!
Trekvogels
Sommige vogels, zoals de zwaluw, wilde gans en vele vinkachtigen, zijn trekvogels. Zij trekken (zoals de distelvlinder) naar het warmere Zuid-Europa of Afrika om daar de winter door te brengen. Er zijn zelfs vogels uit het hoge noorden die het bij ons warm genoeg vinden om te overwinteren. Wij noemen deze vogels wintergasten. Onze standvogels wisselen in september hun luchtige zomerveren voor een winterpak met lekker warme donsveertjes.
Warmbloedige dieren
Warmbloedige dieren zijn dieren met een vaste lichaamstemperatuur. Die temperatuur verandert niet bij warm of koud weer. Gewoonlijk is die lichaamstemperatuur een stuk hoger dan de omgevingstemperatuur. Mensen zijn ook warmbloedig: wij hebben een lichtaamstemperatuur van 37°C. Bij katten is dat 38°C.
Deze dieren gaan zich sowieso aanpassen aan de lagere temperaturen in de winter. Zo krijgen vos, ree, haas en konijn, onze hond en ons katje een dikkere en dus warmere vacht. Vele zoeken een hol, nest of beschutte winterplaats of maken er zelf een. Vee gaat op stal en onze huisdieren krijgen een lekker warm plekje, meestal in huis. Zij brengen de winter rustig door in de omgeving van de mens, die voor hen zorgt.
Koudbloedige dieren
Koudbloedige dieren hebben een veranderlijke lichaamstemperatuur. Ze nemen de temperatuur aan van de omgeving waarin ze leven. Zo komt het dat zij in de zomer heel actief en levendig zijn en dat zij naar de winter toe loom, lui tot zelfs bewegingloos worden. Zo zijn bij een strenge winter de salamander, de kikker, de wijngaardslak, de rode mier, de honingbij en nog zovele andere insekten "schijndood": een toestand waarbij er geen waarneembare tekenen van leven zijn. Zo verbruiken ze weinig voedsel, zodat de reserve in hun lichaam zeker volstaat. Ze kiezen een vorstvrije slaapplaats om te overwinteren. Bij een zeer strenge winter zullen vele koudbloedigen niet overleven.
Een wijngaardslak zal haar winterslaap pas beginnen nadat ze de toegang tot haar schelp heeft afgesloten met een kalkachtig plaatje. Ze scheidt hiervoor een vocht af, dat verhardt bij aanraking met lucht. In dit afgesloten huisje kan ze een winterslaap houden van oktober/november tot april.
Gevaren bij winterslaap
Zoogdieren in winterslaap kunnen temperaturen beneden het vriespunt (0°C) niet lang verdragen: hun ademhaling versnelt en hun hartslag verhoogt. Zo gebruiken ze hun vetreserve in hun lichaam te snel, ze worden weerloos en sterven.
Winterslapers zijn ook een gemakkelijke prooi voor de roofdieren die niet in winterslaap zijn, zoals de rode vos.
In het kort
Op welke manieren overleven de dieren de winterse kou en het gebrek aan voedsel?
- Huisdieren: leven binnenshuis of in een stal en worden gevoed door de mens.
- Wilde dieren: ontwikkelen een dikke wintervacht of krijgen dichte dons.
- Heel veel vogels trekken naar warmere landen.
- De dieren leggen een wintervoorraad aan; ze slapen in maar worden regelmatig wakker om te eten.
- Een echte winterslaap: het dier legt een echte vetreserve aan en slaapt in een stuk door tot de lente.